- 88 -
2. Veiligheid
In dit gedeelte wordt een overzicht gegeven van alle belangrijke veiligheidsaspecten.
Bovendien zijn er in de onderstaande hoofdstukken concrete veiligheidsvoorschriften
opgenomen (aangeduid met symbolen) om risico’s te voorkomen. Daarom moeten de
op het apparaat aangebrachte pictogrammen, tekens en opschriften in acht genomen
worden en steeds goed leesbaar gehouden.
Het in acht nemen van alle veiligheidsvoorschriften garandeert een optimale
bescherming tegen gevaren en een veilig en storingsvrij gebruik van het apparaat.
2.1 Algemeen
Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand der techniek. Het kan echter een bron
van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn bestemming
gebruikt wordt.
Kennis van de inhoud van deze gebruiksaanwijzing is een van de voorwaarden, om
gevaren en fouten te vermijden waardoor het apparaat veilig en storingsvrij gebruikt kan
worden. Om gevaren
te vermijden en om de optimale werking te garanderen mag het
apparaat zonder uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant niet veranderd of
omgebouwd worden.
Het apparaat mag alleen gebruikt worden als het zich in goede technische en veilige
staat bevindt.
2.2 Aanwijzingen voor de veiligheid bij het gebruik van het apparaat
De veiligheidsinstructies hebben betrekking op de EU-verordeningen, die op het tijdstip
van productie van het apparaat van kracht zijn.
Als het apparaat voor commerciële doeleinden wordt gebruikt, is de gebruiker ertoe
verplicht, om gedurende de hele exploitatieperiode van het apparaat te controleren of
de genoemde veiligheidsvoorschriften overeenstemmen met de actuele regels en om
nieuwe voorschriften na te leven.
Buiten de Europese Unie moeten de geldende veiligheidsvoorschriften en regels in acht
worden genomen van de plaats waar het apparaat gebruikt wordt.
Behalve de arbeidsveiligheidsvoorschriften uit deze gebruiksaanwijzing moeten de voor
het toepassingsgebied van het apparaat algemeen geldende veiligheidsvoorschriften,
voorschriften inzake ongevallenpreventie en de geldende richtlijnen inzake
milieubescherming in acht worden genomen en opgevolgd.