- 89 -
e) Instelling van de kleinste vlam
•
Na het ombouwen naar een andere gassoort moet u de instelling van de kleine
vlam voor de verschillende branders veranderen.
Deze instelling doet u als volgt:
•
Steek de brander aan volgens de aanwijzingen uit paragraaf 5.2.3 "Aansteken
van de gasbranders".
•
Draai de draaiknop voor de gasregeling met de richting van de klok mee tot de
positie kleine vlam " ".
•
Verwijder de draaiknop voor de gasregeling.
•
Bij ombouw van aardgas naar vloeibaar gas draait u
de schroef voor precisieafstelling F (afb. rechts) met
een kleine schroevendraaier met de klok mee, totdat u
de gewenste vlamsterkte heeft bereikt.
•
Bij ombouw van vloeibaar gas naar aardgas draait u de
schroef voor precisieafstelling F (afb. rechts) met een
kleine schroevendraaier tegen de klok in, totdat u de
gewenste vlamsterkte heeft bereikt.
•
Plaats de draaiknop voor de gasregeling en draai hem snel van de maximale
positie naar de minimale positie en controleer de vlam. Controleer of de instelling
nog steeds juiste verwarming van het thermo-element mogelijk maakt. Zo nee,
dan moet u de instelling van de kleine vlam corrigeren. Corrigeer vervolgens de
instellingen voor alle branders.
•
Verzeker u ervan dat na het verwisselen van de sproeiers of na het afstellen de
vlam blauwachtig van kleur is, stabiel brandt, niet loskomt van de brander en dat er
bij omschakeling van een grote vlam naar een kleine geen vlamterugslag
plaatsvindt.
VOORZICHTIG!
•
Na het ombouwen naar een andere gassoort, moet u de dichtheid controleren met
behulp van een geschikte spray of zeepwater (gebruik nooit een open vlam!).
•
Na alle vervangings- en afstelhandelingen moet u alle eerder gedemonteerde
onderdelen opnieuw op de juiste wijze monteren, zodat het apparaat opnieuw klaar is
voor gebruik.
•
Verwijder na het ombouwen de oude sticker met instellingswaarden en vervang hem
door een nieuwe die is meegeleverd voor de nieuwe gassoort.