8. Bediening
a) Bit installeren/verwijderen
•
Laat de aan-/uitschakelaar los (6) zodat de aandrijving tot stilstand komt.
•
Wanneer de bithouder niet meer draait, steekt u de gewenste bit in de bithouder (3) of trekt u
hem uit om deze te verwijderen.
Let op dat de bit zo diep mogelijk in de bithouder (3) van de accuschroevendraaier
wordt gestoken zodat het draaimoment optimaal naar de bit kan worden overgedra-
gen.
b) Draairichtingschakelaar (met inschakelblokkering)
•
Via de draairichtingschakelaar (5) kan de draairichting tussen links en rechts worden omge-
schakeld. Een pijlsymbool op beide zijden van de draairichtingsomschakelaar (5) duidt de
draairichting aan:
- draairichting naar links (van achteraan op de accuschroevendraaier gezien), om schroe-
ven te verwijderen/los te draaien; LED (1) brandt
- draairichting naar rechts (van achteraan op de accuschroevendraaier gezien), om schroe-
ven aan te spannen/in te draaien; LED (2) brandt
Al naargelang een schroef in of uit moet worden gedraaid, moet de overeenkomstige
draairichting worden geselecteerd.
Twee LED’s (1, 2) aan de bovenzijde van de accuschroevendraaier duiden de over-
eenkomstige draairichting aan wanneer de in-/uitschakelaar wordt ingedrukt en de
motor loopt.
•
In de middelste stand van de draairichtingsomschakelaar (5) is de aandrijving uitgeschakeld
(inschakelvergrendeling).
Bij het vervangen van werktuigen, onderhoud of reiniging en transport of bewaring moet
de aandrijving met de draairichtingsomschakelaar worden geblokkeerd. Dit voorkomt dat de
motor start bij ongewild indrukken van de aan-/uitschakelaar.
Schakel de draairichting alleen om wanneer de aandrijving van de accuschroeven-
draaier volledig tot stilstand is gekomen! Anders kan de aandrijving beschadigd raken.
69