Versie 10/13
BT-153 Laboratoriumvoeding
Bestelnr.
39 36 47
1. Bedoeld gebruik
Deze laboratoriumvoeding werkt als een potentiaalvrije voedingsbron voor de werking van laagspanningsapparatuur. Het
apparaat werd ontworpen voor universeel gebruik op het gebied van onderzoek, ontwikkeling, fabricage, service en opleiding. De
apparatuur wordt via aansluitingen op de voorkant van het apparaat aangesloten. Alle bedieningsknoppen en controlelampjes
zijn netjes gerangschikt om een eenvoudig gebruik te garanderen. De overeenkomstige stroom- en spanningswaarden zijn
duidelijk op het contrastrijke LED-display weergegeven. De regelaar vooraan het apparaat wordt gebruikt om de stroom- en
spanningswaarden in te stellen. Het stroomverbruik van een aangesloten apparaat mag de maximale stroomsterkte zoals
vermeld in de rubriek Technische gegevens niet overschrijden.
De laboratoriumvoeding is voorzien van een beveiliging tegen overbelasting en omkeer van spanning. Het apparaat is
in overeenstemming met veiligheidsklasse I. Dit apparaat is alleen goedgekeurd om op een geaard stopcontact met een
wisselstroom van 230 V/AC, 50 Hz te worden aangesloten.
Gebruik onder ongunstige omgevingsomstandigheden is niet toegestaan. Ongunstige omgevingsomstandigheden zijn:
•
vocht of een hoge luchtvochtigheid
•
stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen
•
onweer en/of gelijksoortige omstandigheden (sterke elektrostatische velden moeten over het algemeen vermeden worden)
In verband met veiligheid en normering (CE) zijn geen aanpassingen en/of wijzigingen aan dit product toegestaan. Indien het
product voor andere doeleinden wordt gebruikt dan hiervoor beschreven, kan het product worden beschadigd. Bovendien kan bij
verkeerd gebruik een gevaarlijke situatie ontstaan met als gevolg bijvoorbeeld kortsluiting, brand, elektrische schok enzovoort.
Lees de gebruiksaanwijzing volledig door en gooi hem niet weg. Het product mag alleen samen met de gebruiksaanwijzing aan
derden ter beschikking worden gesteld.
Het product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke voorschriften. Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn
handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
2. Leveringsomvang
•
Laboratoriumvoeding
•
Stroomkabel
•
Gebruiksaanwijzing
3. Verklaring van tekens
Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een veiligheidsbeperking van
elektrische onderdelen in het apparaat.
Het symbool met een uitroepteken wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die nageleefd
moeten worden.
Een “pijl”-symbool geeft aan dat er bijzondere tips en aanwijzingen over de bediening van het apparaat gegeven
worden.
Het product is alleen geschikt voor gebruik in droge ruimten binnenshuis, zorg dat het product niet nat of vochtig
wordt.
Dit apparaat voldoet aan de CE-normen en de vereiste Europese richtlijnen.
Aardpotentiaal
Aardverbinding; maak deze schroef niet los.
4. Veiligheidsvoorschriften
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en let vooral op de veiligheidsinstructies. Indien de
veiligheidsinstructies en de aanwijzingen voor een juiste bediening in deze gebruiksaanwijzing niet
worden opgevolgd, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld voor de daardoor ontstane schade aan
apparatuur of persoonlijk letsel. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de garantie.
Personen / Product
•
De laboratoriumvoeding is in overeenstemming met veiligheidsklasse I en is alleen geschikt voor aansluiting op een geaard
stopcontact (230 V/AC, 50 Hz). Zorg dat de aardverbinding niet defect of onderbroken is, dit kan in geval van een storing
tot de dood leiden.
•
Dit product is geen speelgoed. Houd deze buiten het bereik van kinderen.
Kinderen begrijpen de gevaren niet die tijdens het gebruik van elektrische apparatuur kunnen ontstaan. Kinderen kunnen
de instellingen wijzigen of voorwerpen in de ventilatieopeningen op de laboratoriumvoeding steken. Dit kan tot de dood door
elektrische schokken leiden! Gebruik het product altijd uit de buurt van kinderen.
•
Laat verpakkingsmateriaal niet zomaar rondslingeren. Dit kan gevaarlijk materiaal worden voor spelende kinderen.
•
De laboratoriumvoeding mag alleen in droge, afgesloten ruimten binnenshuis worden opgesteld en gebruikt. Deze mag niet
vochtig of nat worden. Stel de voeding niet aan extreme temperaturen, direct zonlicht, trillingen of mechanische spanning
bloot.
•
Gebruik de laboratoriumvoeding alleen in een gematigd klimaat en nooit in een tropisch klimaat. Raadpleeg de rubriek
“Technische gegevens” voor de toegestane omgevingsomstandigheden.
•
Kies een stabiele, effen, schone en voldoende grote ruimte voor de laboratoriumvoeding.
•
Plaats de laboratoriumvoeding niet in de buurt van open vlammen en plaats geen houders met vloeistoffen op of in de buurt
van het apparaat.
•
Condensatie kan ontstaan als de laboratoriumvoeding van een koude naar een warme ruimte wordt verplaatst. Dit kan tot
de dood door elektrische schokken leiden. Zorg er altijd voor dat de laboratoriumvoeding eerst de kamertemperatuur bereikt
voordat u de stekker in een stopcontact steekt, het apparaat inschakelt en/of het apparaat gebruikt.
•
Voor en tijdens het gebruik, zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer en het apparaat zelf droog zijn.
•
Zorg dat de isolatie van de laboratoriumvoeding, de veiligheidsstekkers, alle aangesloten kabels en de stroomkabel niet
beschadigd of stuk zijn. Gebruik geen niet-beveiligde bedrading.
•
De wandcontactdoos moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn.
•
Haal de netstekker nooit uit de contactdoos door aan het snoer te trekken, maar pak hem altijd vast aan de daarvoor
bestemde greepvlakken.
•
Neem de netstekker uit de contactdoos als u deze langere tijd niet gebruikt.
•
Neem bij onweer de netstekker altijd uit de contactdoos.
•
Zorg dat het netsnoer niet wordt afgekneld, geknikt, door scherpe randen wordt beschadigd of op andere wijze mechanisch
wordt belast. Vermijd overmatige thermische belasting van het netsnoer door te grote hitte of koude. Verander het netsnoer
niet. Indien u hier niet op let, dan kan het netsnoer beschadigd raken. Een beschadigd netsnoer kan een levensgevaarlijke
elektrische schok tot gevolg hebben.
•
Raak het netsnoer niet aan wanneer het beschadigingen vertoont. Schakel eerst de betreffende wandcontactdoos stroomloos
(bijv. via de bijbehorende veiligheidsschakelaar) en trek daarna de netstekker voorzichtig uit de wandcontactdoos. Gebruik
het product in geen geval met een beschadigd netsnoer.
•
Een beschadigd netsnoer mag alleen door de fabrikant, een door deze aangewezen werkplaats of een daarvoor
gekwalificeerde persoon worden vervangen om gevaarlijke situaties te voorkomen.
•
Netstekkers mogen nooit met natte handen in de contactdoos worden gestoken of er uit worden verwijderd.
•
Zorg dat elektrische apparaten niet met vloeistof in contact komen. Zet voorwerpen waar vloeistof in zit niet naast
het apparaat. Indien er toch vloeistof of een voorwerp in het apparaat zou terechtkomen, schakel dan de bijbehorende
contactdoos stroomvrij (bijv. automatische zekering uitschakelen) en trek vervolgens de netstekker uit de contactdoos. Het
product mag daarna niet meer worden gebruikt, breng het naar een elektrotechnisch bedrijf.
•
Gebruik aansluitkabels van een gepaste afmeting en met intacte isolatiemateriaal.
• Tijdens het gebruik van het apparaat, draag geen geleidende metalen voorwerpen of juwelen zoals halskettingen,
armbanden, ringen, enz.
•
Laat de laboratoriumvoeding nooit zonder toezicht achter als deze in gebruik is.
•
Bescherm alle aangesloten apparatuur tegen storing en overmatige spanning.
• Meerdere apparaten in serie aansluiten kan gevaarlijke spanning veroorzaken die tot de dood kan leiden. Volg de richtlijn
over laagspanning.
•
De laboratoriumvoeding produceert warmte tijdens gebruik. Steek nooit voorwerpen in de ventilatieopeningen van het product
en belemmer nooit de ventilatie. De voeding wordt over het algemeen via convectie afgekoeld. Dek de laboratoriumvoeding
dus nooit af.
•
Als een veilige werking van het apparaat niet langer gegarandeerd wordt, gebruik het apparaat niet langer en berg deze in
een veilige en afgesloten plaats op. En veilige werking is niet langer gegarandeerd als:
-
de voeding zichtbaar beschadigd is,
-
de voeding niet langer werkt,
-
de voeding gedurende een lange periode onder ongunstige omstandigheden werd opgeborgen of
-
de voeding tijdens transport werd beschadigd.
•
Gebruik de laboratoriumvoeding niet als een oplader.
•
De laboratoriumvoeding is niet goedgekeurd voor gebruik op mensen of dieren.
•
Het openen van deksels op het product of het afhalen van onderdelen – tenzij dit met de hand mogelijk is – kan componenten
onder spanning blootstellen. Dit kan tot de dood door elektrische schokken leiden!
•
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat opent.
•
De condensatoren die zich in de laboratoriumvoeding bevinden kunnen zelfs na loskoppeling van de netvoeding onder
spanning staan.
•
Gebruik alleen zekeringen van het aangegeven type en nominale stroom. Het gebruik van herstelde zekeringen is niet
toegestaan, brandgevaar!
•
In commerciële instellingen moeten de ongevallenpreventievoorschriften van de Organisatie van Commerciële
Bedrijfsverenigingen voor Elektrische Installaties en Apparatuur nageleefd worden.
• Toezicht door opgeleid personeel dient te gebeuren wanneer de laboratoriumvoeding in scholen, onderwijsinstellingen, hobby
en do-it-yourself workshops wordt gebruikt.
•
Behandel het apparaat met zorg. Schokken, botsingen of zelfs een val van een beperkte hoogte kan het product beschadigen.
•
Neem alstublieft ook de veiligheids- en gebruiksaanwijzingen van alle andere apparaten in acht die met het product zijn
verbonden.
Diversen
•
Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aansluiten van het apparaat.
•
Onderhoud, aanpassingen en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een expert of in een daartoe bevoegde
winkel.
•
Als u nog vragen hebt die niet door deze gebruiksaanwijzingen zijn beantwoord, neem dan contact op met onze technische
dienst of ander technisch personeel.
5. Bedieningselementen
1
LED-display “A” voor uitgangsstroom
2
LED-display “V” voor uitgangsspanning
3
Regelaar “COARSE” voor ruwe afstelling van de spanning
4
Regelaar “FINE” voor precieze afstelling van de spanning
5 Plus-aansluiting voor directe stroomuitvoer
6 Aardaansluiting (geel-groen)
7
Min-aansluiting voor directe stroomuitvoer
8
Aan/uit-schakelaar (“ON” = Aan / “OFF” = Uit)
9
Regelaar “CURRENT” voor limiet van uitgangsstroom
10
LED-display “CV” voor regeling van uitgangsspanning
11
LED-display “CC” voor regeling van uitgangsstroom
12 Ventilatieopeningen
13 Zekeringhouder
14 Netaansluiting