background image

Opstarten en werking         

a)  Aansluiting en opstartprocedure

•  Plaats de laboratoriumvoeding op een stabiel en vlak oppervlak.
•  Stel de aan/uit-schakelaar (8) op de positie "OFF" in.
•  Steek het ene uiteinde van de meegeleverde stroomkabel in de netaansluiting (14) achteraan het apparaat en de stekker in 

een stopcontact met 230 V/AC, 50 Hz wisselstroom.

•  Schakel de laboratoriumvoeding in door de aan/uit-schakelaar (8) naar de positie "ON" te duwen.
•  Beide LED-displays (1 en 2) branden en geven de huidig ingestelde stroom- en spanningswaarden weer.
•  Afhankelijk  van  de  instelling  van  de  regelaar  “CURRENT”  (9)  voor  limiet  van  uitgangsstroom,  brandt  het  

LED-display “CV” (10) voor regeling van uitgangsspanning of het LED-display “CC” (11) voor regeling van uitgangsstroom.

•  De uitgangsspanning en stroomlimiet kunnen nu op de laboratoriumvoeding worden ingesteld.

b)  De uitgangsspanning instellen

Om  de  uitgangsspanning  op  een  juiste  manier  te  kunnen  instellen,  moet  de  uitvoer  van  de  laboratoriumvoeding  in  een 

spanningsgestuurde toestand werken.
•  Draai de regelaar “CURRENT” (9) voor limiet van uitgangsstroom vanaf de linker positie met de klok mee totdat het rode 

LED-display “CC” (10) voor regeling van uitgangsstroom dooft en het groene LED-display “CV” (11) voor regeling van 

uitgangsspanning brandt.

•  Controleer de regelaar "FINE" (4) voor precieze afstelling van de spanning. Deze dient zich in de middelste positie te 

bevinden.

•  Gebruik vervolgens de regelaar “COARSE” (3) om de gewenste uitgangsspanning ruw in te stellen. De huidig ingestelde 

spanning kan op het LED-display "V" (2) worden afgelezen. Draai de regelaar met de klok mee om de spanning te verhogen 

en tegen de klok om de spanning te verlagen.

•  Gebruik vervolgens de regelaar “FINE” (4) om de gewenste uitgangsspanning precies in te stellen.

Als u de regelaar “FINE” (4) dient te draaien totdat deze stopt, keer terug naar de middelste positie en pas de 

instelling met de regelaar “COARSE” (3) aan voordat u de finale precieze aanpassingen maakt.

c)  De stroomlimiet instellen

Lees de rubriek “d) Apparaten aansluiten" voordat u de stroomlimiet aanpast. Voor een precieze instelling van 

de stroomlimiet, sluit een apparaat aan en schakel deze in. De laboratoriumvoeding moet tevens ingeschakeld 

zijn.
De beperkte stroomwaarde kan alleen tijdens gebruik op het LED display “A” (1) worden afgelezen.
Gebruik eerst de regelaars “COARSE” (3) en “FINE” (4) om de toegestane bedrijfsspanning van het aan te 

sluiten apparaat in te stellen (zie hoofdstuk "b) De uitgangsspanning instellen").

•  Stel de vereiste stroomsterkte ongeveer in met behulp van de regelaar “CURRENT” (9) voor limiet van uitgangsstroom.
•  Draai de regelaar met de klok mee om de stroomsterkte te verhogen en tegen de klok om de stroomsterkte te verlagen.

Als beide regelaars voor het afstellen van de spanning (3 en 4) zich volledig links bevinden, dan geeft het 

spanningsdisplay 00.0 volts weer.
Als  u  de  regelaar  “CURRENT”  (9)  voor  limiet  van  uitgangsstroom  volledig  naar  links  draait,  schakelt  de 

laboratoriumvoeding naar stroomgestuurde modus en geeft het spanningsdisplay een minimale waarde weer. 

Dit wordt veroorzaakt door de elektrische structuur van de laboratoriumvoeding en wijst niet op een storing.

d)  Apparaten aansluiten

Controleer eerst of de totale uitvoer van alle apparaten het maximum vermogen van de laboratoriumvoeding niet overschrijdt.
•  Schakel alle apparaten uit voordat u deze op de laboratoriumvoeding aansluit. Zo niet kunnen vonken plaatsvinden en 

kunnen de stekkers en aansluitingen worden beschadigd.

•  Schakel de laboratoriumvoeding uit.
•  Sluit de plus-aansluitklem (+) aan op de plus-aansluiting (5) van de laboratoriumvoeding en de min-aansluitklem (-) op de 

min-aansluiting (7) van de laboratoriumvoeding. Gebruik kabels van een gepaste afmeting met 4 mm banaanstekkers of 

gebruik gestandaardiseerde laboratoriumkabels.

•  Aard de apparaten met behulp van de aardverbinding (6) van de laboratoriumvoeding.
•  Schakel eerst de laboratoriumvoeding en vervolgens het apparaat in.

Eenmaal er spanning op de uitgangsaansluitingen wordt aangebracht en het apparaat ingeschakeld is, worden 

de huidige waarden voor de stroomlimiet en de spanning op de LED-displays (1 en 2) weergegeven.
Afhankelijk  van  de  werkingsmodus  van  de  laboratoriumvoeding  (stroom-  of  spanningsgestuurd),  brandt  het 

LED-display “CC” (11) voor regeling van uitgangsstroom of “CV” (10) voor regeling van uitgangsspanning.

•  Indien nodig kunt u de waarden voor de stroomlimiet of uitgangsspanning voor de geactiveerde uitgangsaansluitingen 

opnieuw aanpassen.

•  Schakel het apparaat en de laboratoriumvoeding uit voordat u een apparaat loskoppelt.

Voorzichtig!

De laboratoriumvoeding heeft een beveiligingscircuit die de stroom in geval van een kortsluiting beperkt. Om de 

laboratoriumvoeding tegen oververhitting te beschermen, schakel het apparaat altijd onmiddellijk uit en koppel 

alle aangesloten apparaten los in geval een kortsluiting zich voordoet. Laat de laboratoriumvoeding afkoelen 

en zorg dat deze goed wordt verlucht. De ventilatieopeningen (12) moeten schoon en vrij van stof zijn, dek de 

openingen in de behuizing niet af.
Gebruik de laboratoriumvoeding maximaal 8 uur ononderbroken. Schakel het apparaat daarna uit en laat deze 

tot kamertemperatuur afkoelen.

Schoonmaken en onderhoud    

a)  Algemeen onderhoud

•  Gebruik nooit agressieve of schurende schoonmaakmiddelen, schoonmaakalkohol of andere chemische middelen omdat 

deze de behuizing kunnen beschadigen en zelfs de werking van het product negatief kunnen beïnvloeden.

•  Het product heeft geen onderhoud nodig, demonteer het dus niet.
•  Koppel het product voor het schoonmaken los van het stopcontact en alle aangesloten apparaten.
•  Schoonmaken met een droog, zacht en schoon doekje is voldoende. Druk niet te hard op de behuizing omdat hierdoor 

krassen kunnen ontstaan. Stof kan gemakkelijk verwijderd worden met behulp van een langharig, zacht en schoon kwastje.

b)  De zekering vervangen

Voorzichtig!

Schakel  eerst  de  laboratoriumvoeding  uit  en  koppel  alle  kabels  los.  Haal  de  stekker  vervolgens  uit  het 

stopcontact.

•  Duw de zekeringhouder (13) achteraan het apparaat lichtjes in met behulp van een sleufkopschroevendraaier en open de 

bajonetconnector door deze een kwart toer tegen de klok in te draaien. Een veer springt automatisch uit de zekeringhouder.

•  Vervang de defecte zekering door een zekering van hetzelfde type en dezelfde nominale stroom (zie Technische gegevens).
•  Plaats de zekeringhouder terug, duw deze lichtjes in en zet vervolgens vast met behulp van de schroevendraaier. Controleer 

of de laboratoriumvoeding naar behoren werkt.

Probleemoplossing         

De laboratoriumvoeding werkt niet, de displays branden niet.
•  Controleer de aan/uit-schakelaar.
•  Controleer of de stekker juist op de aansluiting (14) achteraan het apparaat is aangesloten.
•  Controleer de functionaliteit van de stroomvoorziening (aansluitingen, zekeringen, stroomonderbrekers, enz.).
•  Controleer of de juiste netspanning aanwezig is.
De aangesloten apparaten werken niet.
•  Controleer de polariteit van de aansluitingen (5 en 7).
•  Controleer of een stroomlimiet geactiveerd is.
•  Verlaag de lading naar de laboratoriumvoeding vanaf de aangesloten apparaten.
•  Controleer de technische gegevens van de aangesloten apparaten.

Verwijdering     

Elektronische apparaten zijn herbruikbaar afval en horen niet bij het huisvuil.
Gooi het product weg volgens de geldende regels als het niet meer gebruikt kan worden.
Op deze wijze vervult u uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan bescherming van het milieu. 

Technische gegevens   

a)  Algemeen

Bedrijfsspanning ............................................................................ 230 V/AC (±10 %)
Frequentie ..................................................................................... 50 Hz (±2 Hz)
Regelbare uitgangsspanning ......................................................... 0 – 15 V/DC
Regelbare uitgangsstroom ............................................................ 0 – 5 A
Stroomverbruik:  ............................................................................ max. 165 W
Continue werking ........................................................................... max. 8 u
Zekering ......................................................................................... 1,6 A , 250 V (T1.6AL250V)
Beschermingsniveau ..................................................................... I
Lengte elektrisch snoer ................................................................. 1,8 m
Display ........................................................................................... 3 cijfers, groene LED (spanning) en rode LED (stroom)
Bedrijfstemperatuur/-vochtigheid ................................................... 0 tot +40 ºC, <90 % RV
Opslagtemperatuur/-vochtigheid ................................................... -10 tot +70 ºC, <70 % RV
Afmetingen (B × H × D) ................................................................. 112 × 165 × 265 mm
Gewicht .......................................................................................... 3,4 kg

b)  Uitgangsspanning

Stationaire toestand ....................................................................... ≤0,01 % + 1 mV
Stabiliteit bij 10 – 100 % lading ...................................................... ≤0,2 % + 2 mV
Rimpel (5 Hz – 1 MHz): ................................................................. ≤0,5 mVrms / ≤20 mVss

c)  Uitgangsstroom

Stationaire toestand ....................................................................... ≤0,01 % + 2 mA
Stabiliteit bij 10 – 100 % lading ...................................................... ≤0,2 % + 6 mA
Rimpel (5 Hz – 1 MHz) .................................................................. ≤3 mArms / ≤30 mAss

d)  Weergavenauwkeurigheid

Spanning ....................................................................................... ±1 % + 2 cijfers
Stroom ........................................................................................... ±2 % + 2 cijfers

Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). 
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de 

registratie in elektronische  gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke  toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van 

uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.

© Copyright 2016 door Conrad Electronic SE. 

V3_0416_02-ETS-Mkd

Summary of Contents for BT-155

Page 1: ...n die in dieser Bedienungsanleitung unbeantwortet bleiben wenden Sie sich bitte an unseren technischen Kundendienst oder unser technisches Kundenpersonal Bedienelemente 1 LED Anzeige A für den Ausgangsstrom 2 LED Anzeige V für die Ausgangsspannung 3 Drehregler COARSE zur groben Spannungseinstellung 4 Drehregler FINE zur feinen Spannungseinstellung 5 Plus Anschlussbuchse für den Gleichstrom Ausgang...

Page 2: ...mbegrenzung oder die LED CV 10 für die Spannungsregelung Bei Bedarf können Sie auch bei freigeschalteten Ausgangsbuchsen den Wert für die Strombegrenzung oder den Wert für die Spannungsregelung nachjustieren Schalten Sie Verbraucher und Labornetzgerät immer aus bevor Sie die Verbraucher trennen Achtung Das Labornetzgerät verfügt über eine Schutzschaltung die im Falle eines Kurzschlusses den Strom ...

Page 3: ...ents 1 LED display A for output current 2 LED display V for output voltage 3 Control dial COARSE for rough voltage adjustment 4 Control dial FINE for exact voltage adjustment 5 Plus socket for direct current output 6 Socket for ground yellow green 7 Minus socket for direct current output 8 On off switch 9 Control dial CURRENT for output current limit 10 LED display CV for output voltage regulation...

Page 4: ...lation lights up If necessary you can also readjust the values for the current limit or output voltage for activated output sockets Turn off the unit and the laboratory power supply before disconnecting a unit Caution The laboratory power supply has a protective circuit that limits the current in the even of a short circuit To prevent the laboratory power supply from overheating always turn it off...

Page 5: ...ions qui sont restées sans réponse après avoir lu toutes les instructions d utilisation contactez notre service de support technique ou un autre technicien spécialisé Éléments de fonctionnement commande 1 Indicateur à diode LED A pour le courant de sortie 2 Indicateur à diode LED V pour la tension de sortie 3 Bouton rotatif COARSE pour le réglage approximatif de la tension 4 Bouton rotatif FINE po...

Page 6: ...on de courant ou soit la diode LED CV 10 pour le réglage de la tension s allume Si nécessaire vous pouvez également réajuster les valeurs de la limitation de courant et du réglage de tension lorsque les bornes de sortie sont déverrouillées Avant de débrancher le consommateur éteignez le consommateur et le bloc d alimentation de laboratoire Attention Le bloc d alimentation de laboratoire est doté d...

Page 7: ...twoord neem dan contact op met onze technische dienst of ander technisch personeel Bedieningselementen 1 LED display A voor uitgangsstroom 2 LED display V voor uitgangsspanning 3 Regelaar COARSE voor ruwe afstelling van de spanning 4 Regelaar FINE voor precieze afstelling van de spanning 5 Plus aansluiting voor directe stroomuitvoer 6 Aardaansluiting geel groen 7 Min aansluiting voor directe stroo...

Page 8: ...uitgangsstroom of CV 10 voor regeling van uitgangsspanning Indien nodig kunt u de waarden voor de stroomlimiet of uitgangsspanning voor de geactiveerde uitgangsaansluitingen opnieuw aanpassen Schakel het apparaat en de laboratoriumvoeding uit voordat u een apparaat loskoppelt Voorzichtig De laboratoriumvoeding heeft een beveiligingscircuit die de stroom in geval van een kortsluiting beperkt Om de ...

Reviews: