12
TM
De telescoopladder mag niet
tegen onstabiele vlakken worden
gezet. Zet de telescoopladder
altijd tegen een vlak en massief vlak, om de
stabiliteit van de telescoopladder te verzekeren.
Beveilig de ladder indien noodzakelijk.
Houd u bij het naar boven en beneden
klimmen op de telescoopladder altijd
goed vast en let erop dat u goede steun
hebt. Kijk bij het naar boven en beneden klimmen
naar de telescoopladder. Beklim de ladder nooit
met de rug naar de telescoopladder, maar altijd
met uw gezicht naar de ladder.
De telescoopladder mag altijd
maar door één persoon tegelijk
worden gebruikt.
Houd u bij het werken op de telescoopladder
indien mogelijk altijd met één hand vast of leun
tegen de ladder. Als dit niet mogelijk is, neem dan
toepasselijke voorzorgsmaatregelen voor de
veiligheid.
De telescoopladder mag alleen maar op zijn
poten en niet op de sporten worden neergezet.
Gebruik de telescoopladder niet verkeerd om
(ondersteboven).
Zorg er bij het neerzetten van de telescoopladder
voor dat voetgangers en voertuigen e.d. niet in
aanraking kunnen komen met de telescoopladder.
Zorg ervoor dat er zich geen deuren en ramen
binnen het mogelijke werkbereik bevinden die
onverwachts kunnen openen. Sluit indien mogelijk
alle deuren en ramen binnen het werkbereik,
behalve nooduitgangen.
Overschrijd nooit de toegestane belasting
van de telescoopladder. De
telescoopladder is belastbaar tot
maximaal 150 kg.
Sta altijd met beiden voeten op een sport.
Zet de telescoopladder neer onder een
verhouding van l:4, dit komt overeen met
een hoek van ongeveer 75 graden ten
opzichte van de vloer.
Om uitglijden, struikelen e.d. te voorkomen, kunt u
het best stevige schoenen dragen.
Wijzig de stand van de telescoopladder nooit
wanneer u erop staat.
Gebruik de telescoopladder niet roekeloos
(bijvoorbeeld met twee treden tegelijk klimmen,
aan de staanders naar beneden glijden, van de
ladder springen, enz.)
De kunststof einddoppen dienen altijd aanwezig
te zijn in de telescoopladder. Gebruik de ladder
niet zonder de kunststof einddoppen. Ze
voorkomen dat vuil, fijn stof e.d. terecht komt in
de telescoopbuizen en beschadigingen
veroorzaakt.
Gebruik de bovenste drie sporten niet om op te
staan.
Vermijd tikken en stoten e.d., omdat
beschadigingen het inschuiven kunnen verhinderen.
Gebruik de telescoopladder niet
horizontaal, bijvoorbeeld voor het
overbruggen van afgronden of als
afzetvlak, zaagbok enz.
Zorg ervoor dat de telescoopladder
geschikt is voor de desbetreffende
toepassing. Let er op dat bij het gebruik
van de telescoopladder voor het beklimmen van
daken e.d., dat de bovenste sport tenminste 1
meter uitsteekt boven de werkhoogte.
Vermijd het beklimmen van het
bovenste deel van de ladder. Een
verkeerde keus voor de te gebruiken
ladder (bijvoorbeeld te korte telescoopladder,
onjuist gebruik enz.) kunnen leiden tot een
verhoogd risico op ongevallen.
Voorwerpen en werkmiddelen die bij
het beklimmen de telescoopladder
worden meegenomen, dienen niet
zwaar te zijn en moeten gemakkelijk te hanteren
te zijn. Vermijd een te grote zijwaartse belasting,
bijvoorbeeld het aan één kant omhoog tillen van
zware lasten of bij zijdelingse boorwerk-
zaamheden in massieve materialen.
7060462 Ma-5Tlg # 1202-13.indd 12
21-05-13 10:26
