45
INSTALLATIE
• Het apparaat moet gehanteerd en geïnstalleerd
worden door twee of meer personen.
• Zorg dat u de vloer (bijv. parket) niet beschadigt
tijdens het verplaatsen van het apparaat.
• Zorg er tijdens de installatie voor dat het apparaat
het netsnoer niet beschadigt.
• Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron.
• Om voor voldoende ventilatie te zorgen dient
er aan beide zijkanten en aan de bovenkant van
het apparaat ruimte vrijgelaten te worden. De
afstand tussen de achterzijde van het apparaat
en de muur achter het apparaat dient 50 mm te
bedragen. Bij minder ruimte aan de achterzijde
neemt het energieverbruik van het product toe.
• Houd de ventilatie-openingen van het apparaat
vrij van obstakels.
• Beschadig de leidingen van het koelcircuit van
het apparaat niet.
• Installeer het apparaat op een vloer die
voldoende stevig is om het gewicht te dragen en
op een plaats die geschikt is voor de omvang en
toepassing van het apparaat.
• Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is bedoeld
voor gebruik op plaatsen waar de temperatuur
binnen het volgende bereik komt, conform de
klimaatklasse op het typeplaatje. Mogelijk werkt
het apparaat niet correct indien het lange tijd op
een temperatuur buiten het aangegeven bereik
wordt gebruikt.
•
Klimaatklasse Omgevingst.
(°C)
Omgevingst.
(°F)
SN
Van 10 tot 32
Van 50 tot 90
N
Van 16 tot 32
Van 61 tot 90
ST
Van 16 tot 38
Van 61 tot 100
T
Van 16 tot 43
Van 61 tot 110
• Zorg dat de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
• Gebruik voor de aansluiting geen enkel/
meervoudige contactdozen of verlengsnoeren.
• Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding de
bij het nieuwe apparaat geleverde slang; gebruik
de slang van een vorig apparaat niet.
• De voedingskabel mag alleen door gekwalificeerd
personeel of door de Klantenservice worden
gewijzigd of vervangen.
• Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker
uit het stopcontact te halen of via een tweepolige
netschakelaar die bovenstrooms van het
stopcontact is geplaatst.
VEILIGHEID
• Bewaar geen explosieve stoffen zoals
aerosolspuitbussen met een ontvlambaar drijfgas
in dit apparaat.
• Bewaar geen benzine, ontvlambare vloeistoffen
of gas in de buurt van dit apparaat of andere
elektrische apparaten. De dampen kunnen brand
of explosies veroorzaken.
• Gebruik geen mechanische, elektrische of
chemische middelen die het ontdooiproces
versnellen behalve die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
• Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in
de vakken van het apparaat, als hiervoor geen
uitdrukkelijke toestemming door de fabrikant is
gegeven.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen (waaronder kinderen) met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens, of gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij ze onder toezicht staan of instructies met
betrekking tot het gebruik van het apparaat
hebben gekregen van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met of zich verstoppen
binnenin het apparaat om het risico te vermijden
dat kinderen vast komen te zitten en verstikken.
• De inhoud (niet toxisch) van de vrieselementen
(in sommige modellen) niet inslikken.
• Eet geen ijsblokjes of ijslolly's onmiddellijk nadat
u deze uit de diepvriezer hebt gehaald omdat
deze koude brandwonden kunnen veroorzaken.
GEBRUIK
• Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
• Alle apparaten met een automatische ijsmaker en
waterdispenser moeten worden aangesloten op
een waterleiding die uitsluitend drinkwater levert
(met een waterleidingdruk van tussen de 0,17 en
0,81 Mpa (1,7 en 8,1 bar)). Automatische ijsmakers
en/of waterdispensers die niet rechtstreeks op
het waterleidingnet zijn aangesloten, mogen
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
• Gebruik het koelkastcompartiment uitsluitend
voor het bewaren van verse levensmiddelen en
het diepvriezercompartiment uitsluitend voor
het bewaren van bevroren levensmiddelen, het
invriezen van verse levensmiddelen en het maken
van ijsblokjes.
• Bewaar geen glazen containers met vloeistoffen
in het diepvriezercompartiment omdat ze kunnen
breken.
• Vermijd het bewaren van onverpakte
levensmiddelen in direct contact met
interne oppervlakken van de koelkast- of
diepvriezercompartimenten.
ALGEMENE EN VEILIGHEIDSADVIEZEN