Handleiding WSTE 500 en WSTE 1000
56
N
E
D
E
R
L
A
N
D
S
Functiebeschrijving
Aansluiting van externe schakelinrichtingen
1. Sluitkantbeveiliging
Aan de klemmen A1 en B1 kan een DW-contact of een zelfcontrolerende elektrische sluitkantbeveiliging aangeslo-
ten worden (afhankelijk van de programmaversie). De benodigde detectie-inrichting is in de WSTE-sturing geïnte-
greerd (zelfcontrolerende, redundante detectie-inrichting conform richtlijn ZH1/494).
Om een bewaking van de spiraalkabel te garanderen, wordt in de klemmen A1 en B1 een 1,2 kOhm weerstand
meegeleverd. Deze moet in het DW-contact of aan het einde van de elektrische sluitkantbeveiliging volgens het
aansluitschema WSTE 500 resp. WSTE 1000 geïnstalleerd worden.
Bij af fabriek geconfectioneerde elektrische sluitkantbeveiligingen kan de weerstand reeds geïntegreerd zijn. Con-
troleer deze daarom voor de inbedrijfstelling op de juiste weerstandswaarde.
2. Noodstop (ZH 1/494 maar ook de geldende EN-richtlijnen moeten gerespecteerd worden)
De sturingen WSTE 500 resp. WSTE 1000 kunnen met een interne noodstop-knop geleverd worden.
Bijkomend kan aan de klemmen A2 en B2 een externe noodstop-knop aangesloten worden. De brug tussen A2 en
B2 moet dan verwijderd worden.
3. Loopdeurschakelaar/Veerbreukbeveiliging
Aan de klemmen A2 en B2 kan een loopdeurschakelaar en het schakelcontact van de veerbreukbeveiliging aange-
sloten worden (alle contacten moeten in serie geschakeld zijn). Bij de installatie van deze veiligheidsinrichtingen
moet de draadbrug verwijderd worden.
4. Slappekabelschakelaar
Aan de klemmen A3 en B3 kan een slappekabelschakelaar aangesloten worden. Deze ingang is via een interne
timer van 0,3 seconden vertraagd. Bij de installatie van deze veiligheidsinrichting moet de draadbrug verwijderd
worden.
5. Externe schakelinrichting - OP / STOP / NEER
Aan de klemmen A4, B4, A5 en B5 kan een bijkomende 3-voudige-drukknop aangesloten worden. Deze heeft
dezelfde functies als de functietoetsen op de voorkant van de sturing. Als de deur via dit OP-commando opent,
schakelt het verkeerslicht voor tegemoetkomend verkeer (WSTE 1000) op “groen-binnen”. De sturing geeft de uitrit
uit de ondergrondse garage vrij.
Lernen Kanal 1
rote Kontrolleuchte
1
2
3
4
Funkempfänger 1-Kanal /
4-Kanal
Handsender
Programmeren van de “zelflerende” afstandsbediening
De codering van de handzender is af fabriek vastgelegd. De ontvanger moet op deze codering ingesteld worden.
Om de handzendercodering op de ontvanger te programmeren gaat u als volgt te werk:
1
Druk
kort
op de toets “Leren kanaal 1” op de ont-
vanger.
•
Het bijhorende rode controlelampje
knippert
.
•
Tijdens de volgende 15 seconden kunt u de
handzendercode programmeren.
2
Druk daarna ca. 2 seconden op de knop van de
handzender. De programmering van de hand-
zendercode wordt door het
oplichten
van het eerst
knipperende controlelampje op de ontvanger be-
vestigd.
3
Laat nu de toets van de handzender weer los.
Op dezelfde manier kunt u de programmering van de 4 toetsen van de 4-kanaals ontvanger doen. In totaal kunt u
tot 30 verschillende zendercoderingen (toetsen) per ontvanger programmeren. De 31. code wordt door de ontvan-
ger niet meer aangenomen!
Als er meer dan 30 zendercoderingen nodig zijn, raden wij aan de handzender “zelflerend - 12 bit” te gebruiken.
Een geprogrammeerde zendercode wissen:
1
Houd de toets “Leren kanaal 1”
ingedrukt
.
•
Het rode controlelampje knippert eerst langzaam.
•
Na ca. 5 seconden knippert het rode controlelampje snel.
•
Houd ter bevestiging van het wisproces de toets nog steeds ingedrukt.
•
Als het controlelampje uitgaat, zijn alle codes van het 1-kanaal- en alle 4 kanalen van de 4-kanaals-ontvan-
ger gewist.
2
Laat
nu pas
de toets “Leren kanaal 1” los.