1 692 846 001
2017-04-27
|
Beissbarth GmbH
134 | VLH 4440 | Verplichting van de ondernemer
nl
5.9
Veiligheidsinrichtingen
¶
Let bij de opstelling en de werking op de correcte
functie van de veiligheidsinrichtingen en controleer
deze regelmatig en na iedere storing.
¶
Laat het hefplatform alleen door de Beissbarth klanten-
service of geautoriseerde service-instanties onder-
houden en repareren.
¶
Alleen originele reserveonderdelen gebruiken. Bij de
inbouw van externe onderdelen vervallen de type-
goedkeuring en alle aanspraken op garantie.
¶
Let erop dat na elke storing vooral de hierna vermel-
de veiligheidsinrichtingen een functietest ondergaan.
Veiligheids-
inrichting
Functie
NOODSTOP-
functie
Via de afsluitbare, geel-rode hoofdschake-
laar.
Dodemansbe-
sturing
De functies optillen (
o
) en neerlaten (
u
) zijn
slechts actief zolang de betreffende toetsen
ingedrukt worden.
Vangbeveiliging
Klemt de hefkolom mechanisch als een van
de vier draagkabels niet meer strak gespan-
nen is.
Voetbescher-
mingsschakelaar
De neerlaatbeweging van de looprail wordt
op 120 mm hoogte automatisch gestopt (vei-
ligheidshoogte voetbescherming). In dit geval
de bewegingstoets "neerlaten" loslaten en
het gedeelte onder de looprail controleren.
Als het gedeelte veilig is, de toets "neerlaten
in de gevarenzone" indrukken. Er weerklinkt
een waarschuwingssignaal en de looprail
loopt verder naar onderen tot de basisposi-
tie bereikt is.
Slappe-kabel-
schakelaar
Stopt de neerlaatbeweging als een van de
vier draagkabels niet meer strak gespannen
is.
Kabelbreuk-
schakelaar
Stopt de optil- en neerlaatbeweging als een
van de vier draagkabels niet meer strak ge-
spannen is.
Hydraulische
kleppen
Bij een stroomuitval sluiten de hydraulische
kleppen en de hefbrug wordt gestopt.
Drukontlastings-
klep
Het hydraulische systeem is door een
drukontlastingsklep tegen overdruk
beveiligd.
Noodneerlaat-
klep
Bij stroomuitval kan de hefbrug via een nood-
neerlaatklep handmatig neergelaten worden.
Overbelastings-
veiligheid van de
aandrijfmotor
De aandrijfmotor is met een temperatuur-
voeler beveiligd. Na een overbelasting kan de
hefbrug na 10 minuten afkoeltijd opnieuw ge-
bruikt worden.
De
voetbeschermingsschakelaar
bevindt zich in het
onderste gedeelte van de bedieningszuil.
Fig. 9:
Bedieningszuil (zonder hefwagen)
1 Voetbeschermingsschakelaar
De kabelbreukschakelaar en de slappe-kabelschakelaar
bevinden zich bij het trekjuk onder de linker looprail.
Fig. 10: Trekjuk onder de linker looprail
1 Kabelbreukschakelaar
2 Slappe-kabelschakelaar
De
kabelbreukschakelaar
wordt geactiveerd als een
draagkabel breekt. De toetsen "optillen" en "neerlaten"
worden gedeactiveerd. De pneumatische neerzetgren-
dels worden uitgeschoven. Bovendien wordt de hefbrug
door de vangbeveiliging geklemd.
De
slappe-kabelschakelaar
wordt geactiveerd als een
draagkabel niet meer strak gespannen is. Deze toestand
kan optreden als de hefbrug bij het neerlaten tegen
een hindernis loopt of als een neerzetgrendel verkeerd
geplaatst is. De toets "neerlaten" wordt gedeactiveerd,
hefbewegingen zijn echter verder mogelijk. Oplossing:
hefbrug optillen en hindernis verwijderen.