NL
11
5
Gebruik van uw koelkast
Knop om thermostaat in te
stellen
De binnentemperatuur van uw
koelkast verandert om de volgende
redenen:
• Seizoentemperaturen.
• Frequent openen van de deur of de
deur lang open laten staan.
• Etenswaren die in de koelkast
wordt geplaatst zonder dat deze tot
kamertemperatuur zijn afgekoeld.
• De plaats van de koelkast in de
kamer (bijv. blootgesteld aan
zonlicht).
• Met de thermostaat kunt u een als
gevolg van deze redenen variërende
binnentemperatuur aanpassen. De
cijfers rond de thermostaatknop
geven de mate van koeling aan.
• Wanneer de omgevingstemperatuur
hoger is dan 32°C, draait u
de thermostaatknop in de
maximumpositie.
• Wanneer de omgevingstemperatuur
lager is dan 25°C, draait u de
thermostaatknop naar de minimum
positie.
Ontdooien
A) Koelkastgedeelte
0
Het koelkastgedeelte ontdooit
automatisch.
Waterdruppels en een ijslaag van tot
7-8 mm kunnen zich voordoen op de
binnenste achterwand van het
koelkastgedeelte terwijl uw koelkast aan
het koelen is. Zulke ijsvorming is
normaal
als een resultaat van het
koelsysteem.
De ijsvorming wordt
ontdooid via een
automatische
ontdooiing met bepaalde
tussentijden
dankzij het automatische
ontdooisysteem van de achterwand.
De
gebruiker moet de ijsvorming niet
wegschrapen of de waterdruppels niet
verwijderen. Het water dat afkomstig is
van het ontdooien loopt weg via de
wateropvanggroef en stroomt in de
verdamper via de afvoerleiding en
verdampt daar zelf.
Controleer regelmatig om te zien of de
afvoerleiding niet verstopt is en ontstop
met behulp van een stokje in de opening
indien nodig.