68
11/ 2019
BENNING CM 10–PV
MODE
-toets (blauw)
J
op AC ingesteld worden.
- Breng de veiligheidsmeetleidingen in contact met het meetpunt, lees de
meetwaarde af van de digitale weergave
K
.
Opmerking:
Wanneer de PV bereikinstelling geselecteerd wordt zonder connectering van de
BENNING TA PV-meetadapter of een foute bereikinstelling wordt gekozen bij
connectering van de BENNING TA PV-meetadapter, zal een geluidssignaal weer-
klinken en op de display
K
het symbool ‘Prob’ verschijnen.
Een akoestisch signaal wordt afgegeven als de verkeerde koppelingstype (bijv.
AC in plaats van DC) is geselecteerd in het PV-meetbereik en een DC-spanning
groter dan 30 V wordt gecontacteerd via de BENNING TA PV-meetadapter. De
verkeerd ingestelde koppelingstype wordt in dit geval aangegeven met een knip-
perend symbool “DC” en “
”.
Hetzelfde geldt voor een AC-toepassing met een onjuist ingesteld DC-koppe-
lingstype. Er klinkt een akoestisch signaal en een knipperend “AC” -symbool en
“
” worden weergegeven op het digitale display.
zie fig. 4:
PV-spanningsmeting met meetadapter BENNING TA PV
8.3 Stroom-/ frequentiemeting (
-stand)
De ingangsbussen
N
en
O
van de BENNING CM 10-PV niet on-
der spanning zetten! Verwijder eventueel de aangesloten veilig-
heidsmeetleidingen.
- Kies met de draaiknop
6
de gewenste instelling
en via de
MODE
-toests
(blauw)
J
om het type koppeling op de BENNING CM 10-PV te selecteren.
- Druk op de „
ZERO
“ toets
5
(2 s) voor nulinstelling (enkel DC-koppeling).
- Druk op de openingshendel
4
en omvat de éénaderige, stroomvoerende
leiding, zoveel mogelijk in het midden van de tang
1
.
- Via de
MODE
-toets (blauw)
J
kan in de functie
omgeschakeld worden
op de frequentiemeting (Hz).
- Lees de gemeten waarde af in het display
K
.
zie fig. 5:
meten van gelijk-/ wisselstroom (frequentiemeting)
8.3.1 Meten van microampere gelijk-/ wisselstroom (
-stand)
- Kies met de draaiknop
6
de gewenste instelling
en via de
MODE
-
toests (blauw)
J
om het type koppeling op de BENNING CM 10-PV te se-
lecteren.
- Plaats de zwarte veiligheidsmeetleiding via de zwarte COM bus
N
op de
BENNING CM 10-PV.
- Plaats de rode veiligheidsmeetleiding via de rode bus +
O
op de BENNING
CM 10-PV.
- Breng de veiligheidsmeetleidingen in contact met het meetpunt, lees de
meetwaarde af van de digitale weergave
K
.
zie fig. 6:
meten van microampere gelijk-/ wisselstroom
8.4 Weerstandsmeting (
-stand)
- Kies met de draaiknop
6
de gewenste instelling
op de BENNING
CM 10-PV.
- Plaats de zwarte veiligheidsmeetleiding via de zwarte COM bus
N
op de
BENNING CM 10-PV.
- Plaats de rode veiligheidsmeetleiding via de rode bus +
O
op de BENNING
CM 10-PV.
- Breng de veiligheidsmeetleidingen in contact met het meetpunt, lees de
meetwaarde af van de digitale weergave
K
.
zie fig. 7:
weerstandsmeting/ doorgangs-/ diodetest/ capaciteitsmeting
8.5 Doorgangstest met zoemer en LED (
-stand)
- Kies met de draaiknop
6
de gewenste instelling
op de BENNING
CM 10-PV.
- Plaats de zwarte veiligheidsmeetleiding via de zwarte COM bus
N
op de
BENNING CM 10-PV.
- Plaats de rode veiligheidsmeetleiding via de rode bus +
O
op de BENNING
CM 10-PV.
- Druk op de
MODE
-toets (blauw)
J
om de doorgangstest met zoemer/led te
activeren.
- Breng de veiligheidsmeetleidingen in contact met de meetpunten. Wanneer
de leidingweerstand tussen de COM- bus
N
en de bus
O
lager ligt dan het
bereik 20 kΩ en 200 kΩ, zal de zoemer van de BENNING CM 10-PV geacti
-
veerd worden en de rode led
3
oplichten.
zie fig. 7:
weerstandsmeting/ doorgangs-/ diodetest/ capaciteitsmeting