69
11/ 2019
BENNING CM 10–PV
8.6 Capaciteitsmeting (
-stand)
Voor capaciteitsmetingen dienen de condensatoren volledig ont-
laden te zijn. Er mag nooit spanning gezet worden op de con-
tactbussen voor capaciteitsmeting. Het apparaat kan daardoor
beschadigd worden of defect raken. Een beschadigd apparaat
kan spanningsgevaar opleveren.
- Kies met de draaiknop
6
de gewenste instelling
op de BENNING
CM 10-PV.
- Stel de polariteit vast van de condensator en ontlaad de condensator
- Plaats de zwarte veiligheidsmeetleiding via de zwarte COM bus
N
op de
BENNING CM 10-PV.
- Plaats de rode veiligheidsmeetleiding via de rode bus +
O
op de BENNING
CM 10-PV.
- Druk 2x op de
MODE
-toets (blauw)
J
om de capaciteitsmeting te activeren.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren overéénkomstig pola-
riteit aan de ontladen condensator en lees de gemeten waarde af in het
display
K
van de BENNING CM 10-PV.
zie fig. 7:
weerstandsmeting/ doorgangs-/ diodetest/ capaciteitsmeting
8.7 Diodecontrole (
-stand)
- Kies met de draaiknop
6
de gewenste instelling
op de BENNING
CM 10-PV.
- Plaats de zwarte veiligheidsmeetleiding via de zwarte COM bus
N
op de
BENNING CM 10-PV.
- Plaats de rode veiligheidsmeetleiding via de rode bus +
O
op de BENNING
CM 10-PV.
- Druk 3x op de
MODE
-toets (blauw)
J
om de diodetest te activeren.
- Breng de veiligheidsmeetleidingen in contact met het meetpunt, lees de
meetwaarde af van de digitale weergave
K
.
- Voor een normale, in stroomrichting gemonteerde Si-diode wordt een
stroomspanning van 0,400 V tot 0,800 V aangegeven. De aanduiding “000”
wijst op een kortsluiting in de diode.
- Für eine normale in Flussrichtung angelegte Si-Diode wird die Flussspan-
nung zwischen 0,400 V bis 0,800 V angezeigt. Die Anzeige „000“ deutet auf
einen Kurzschluss in der Diode hin, met ‘OL’ wordt een onderbreking van de
diode aangeduid.
- Een geblokkeerde diode wordt met ‘OL’ aangeduid. Wanneer de diode fout
is, verschijnt ‘000’ of een andere waarde.
zie fig. 7:
weerstandsmeting/ doorgangs-/ diodetest/ capaciteitsmeting
8.8 Temperatuurmeting ( -stand)
- Kies met de draaiknop
6
de gewenste instelling op de BENNING
CM 10-PV.
- Met de toets (blauw)
J
de omschakeling naar °F resp. °C uitvoeren.
- De adapter voor de temperatuursensor overéénkomstig polariteit inpluggen
in de COM-bus
N
en in de bus
O
.
- Leg het contactpunt (uiteinde van de sensorkabel) aan de te meten plaats en
lees de gemeten waarde af in het display
K
van de BENNING CM 10-PV.
zie fig. 8:
temperatuurmeting
8.9
Stroommeting met behulp van een flexibele AC-stroomomvormer
BENNING CFlex 1 ( -stand)
- Kies met de draaiknop (6) de gewenste instelling op de BENNING
CM 10-PV.
- Plaats de zwarte veiligheidsmeetleiding van BENNING CFLex 1 via de COM
bus
N
op de BENNING CM 10-PV.
- Plaats de rode veiligheidsmeetleiding van BENNING CFlex 1 via de rode bus
+
O
op de BENNING CM 10-PV.
- Op de AC-stroomtransformator BENNING CFlex 1 selecteert u het meetbe-
reik 3000 A (1 mV/ A).
- Neem met de flexibele meetlus de eenaderige, stroomgeleidende kabel in
het midden vast.
- Lees de gemeten waarde af in het display
K
.
zie fig. 10: stroommeting met behulp van een flexibele AC-stroomomvormer
BENNING CFlex 1