43
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
Fo
X
tmeldingen
Tabel 1:
Opsomming van de fouten
MELDING
DISPLAY
OORZAAK
OPLOSSING
(
01
Kabels losgekoppeld of in kortsluiting.
Positioneer de tangen correct en hervat de lading van de
accu; (zie de paragraaf
³
Gebruik van de acculader”).
Accu volledig in kortsluiting.
De accu is mogelijk defect. Raadpleeg de dichtstbijzijnde
klantendienst.
(
02
Accu defect of niet te regenereren
1
a 10 uur regene-
reren
Z
ordt geen stroom opgenomen.
De accu is mogelijk defect. Raadpleeg de dichtstbijzijnde
klantendienst.
(
03
Interne oververhitting van de acculader
Overbelasting van het toestel.
Ver
Z
ijder eventuele voor
Z
erpen die de ventilatie van de ac-
culader afdekken of verplaats de acculader naar een frissere
zone. Wacht tot de acculader automatisch start.
(
04
Spanning fout.
Stel opnieu
Z
de spanning in die overeenkomt met de
spanning van de accu. Herneem de lading van de accu (zie
de paragraaf
³
Gebruik van de acculader”).
Accu met een of meer elementen in kortsluiting.
De accu is mogelijk defect. Raadpleeg de dichtstbijzijnde
Klantendienst.
(
05
Accu met te hoge spanning ten opzichte van de
instelling. (Men probeert een accu van 24 Volt op te
laden met de acculader ingesteld op 12 Volt).
Stel opnieu
Z
de spanning in die overeenkomt met de
spanning van de accu. Hervat de lading van de accu (zie de
paragraaf
³
Gebruik van de acculader”).
(
06
Accu met te grote capaciteit
Het einde van de laadcyclus
Z
ordt nooit bereikt.
Gebruik een acculader met een groter laadvermogen.
(
07 e led
R
(
V
(
RS
(
De tangen van de aangesloten kabels zijn verkeerd
aan de accu gekoppeld.
Positioneer de tangen correct en hervat de lading van de
accu; (zie de paragraaf
³
Gebruik van de acculader”).
(
08
7
e hoge eindstroom
Stroom boven de ma
[
imumlimiet
Verminder de eindlaadstroom in
handbediening.
WAARSCHUWINGEN
• De acculader is bestemd voor het laden van zuurloodaccu’s. Gebruik hem niet voor andere doeleinden. Laad geen accu’s op die niet
van het heroplaadbare type zijn. Laad geen bevroren accu’s op.
• Dit apparaat mag niet zonder toezicht gebruikt
Z
orden door personen die daar niet toe in staat zijn (dit geldt ook voor kinderen).
• Buiten bereik van kinderen houden. Dit apparaat mag niet als speelgoed gebruikt
Z
orden.
• Draag altijd een veiligheidsbril en kom met het gezicht niet te dicht bij de accu tijdens het aansluiten en loskoppelen.
•
7
ijdens het opladen van de accu kan e
[
plosief gas vrijkomen. Vermijd dus dat vonken of vlammen ontstaan en rook niet.
• Laad op in een goed verluchte en droge omgeving: niet blootstellen aan regen of sneeu
Z
.
• Zorg ervoor dat de acculader losgekoppeld is van het net vooraleer de laadkabels aan te sluiten op of los te koppelen van de accu.
•
7
ijdens het laden mag de acculader niet op de accu geplaatst
Z
orden.
• De vloeistof in de accu’s is bijtend. Bij een accidenteel contact van het zuur met de huid of de ogen, onmiddellijk spoelen met
Z
ater en
een arts raadplegen.
•
(
en oneigenlijk gebruik van de acculader, of het knoeien aan het intern elektronisch circuit van het apparaat, zal de garantie doen
vervallen.
• In geval van beschadiging, moet het voedingssnoer van het apparaat vervangen
Z
orden door geautoriseerde technici, omdat hier
speciaal gereedschap voor nodig is.
• Reparaties of onderhouds
Z
erkzaamheden aan het apparaat
Z
orden alleen door gek
Z
ali
¿
ceerd personeel uitgevoerd.
• Gebruik de acculader alleen na de handleiding aandachtig gelezen te hebben.
Summary of Contents for 1498/40A
Page 3: ...3 ...