SK
LINE
sportkoncept
76
P13 STEADY WATT RATE-PROGRAMMA.-
Dit programma stelt u in staat het voedingsniveau (in Watt) waarop u wilt werken te selecteren.
De kracht die ontwikkeld wordt (in Watt) is gebaseerd op de door u gemaakte inspanning en de snelheid
waarmee u de oefening doet. Het toestel zal het inspanningsniveau automatisch regelen om te verzekeren
dat de gebruiker altijd dezelfde krachtuitvoer ontwikkelt, onafhankelijk van het pedaalritme.
Dit programma gebruikt een vooraf ingesteld inspanningsniveau gedurende de eerste veertig seconden om
elk type letsel te voorkomen. Na de veerstigste seconde neemt het toestel de controle van de
inspanningsinstellingen over, gebaseerd op het pedaalritme van de gebruiker.
Het valt aan te bevelen een korte warming-up-sessie te doen alvorens dit programma te gebruiken. Dit zal
mogelijk letsel voorkomen.
Met de monitor ingeschakeld zal de bovenste LED-reeks (A), Fig.2, het profiel en de letter “M” voor manueel
weergeven. Gebruik de toetsen LEVEL▲ en LEVEL
▼
om de verschillende voorgeprogrammeerde profielen
weer te geven. Zodra het WATT-programma geselecteerd is, druk op ENTER.
Het onderste alfanumerieke weergavescherm (B) zal naar de WATT-waarde vragen waarop u de oefening
wilt doen. Gebruik de getallentoetsen (F), Fig.3, om een waarde te selecteren tussen 25 en 400 Watts, en
druk op ENTER. Druk op ENTER om de tijd te wijzigen, waarna het LED-venster “ENTER THE EXERCISE
TIME <MINUTES>” (“Voer de oefeningstijd in <minuten>”) zal weergeven. De puntenmatrixweergave zal de
prompt “? 10” weergeven en het getal dat u hebt ingevoerd zal gaan knipperen. Druk op de getallentoetsen
om een 2-cijferig getal te wijzigen en in te voeren (waarden: 10 ~ 60
)
. Als het getal buiten deze
grenswaarden valt, zal de standaard tijdsinstelling weergegeven worden. Voer een waarde in binnen
genoemde grenswaarden en druk op ENTER om te bevestigen, waarna u het programma kunt starten.
Nadat u de laatste instelling hebt gespecificeerd, drukt u op ENTER om alle waarden samen op te slaan.
Het inspanningsniveau is 1 en wordt elke minuut naar de volgende regel verplaatst. Als de snelheid (RPM)
te traag is, zal de puntenmatrixweergave “RPM
” weergeven en na 15 seconden overgeschakeld worden
naar de pauzemodus.
Het onderste alfanumerieke scherm (B) zal u vragen om de WATT-waarde waarop de oefening wenst te
doen, gebruik de getallentoetsen (F), Fig.3, om een waarde te selecteren (tussen 25 en 400 WATT) en druk
vervolgens op ENTER.
Als er minder dan 25 W wordt geconsumeerd gedurende het oefenen, zal de bovenste LED-reeks (A), Fig.2,
de boodschap “R.P.M ?” weergeven , idem als u 450 W overschrijdt.
INSTELLING AUTOMATISCHE INSPANNING.-
Nadat u in de trainingsmodus bent gestart, zal het programma elke X seconden de WATT-waarde
berekenen. (Deze "X"-waarde kan door de gebruiker gewijzigd worden in het SWR-programma op de
monitor.) De methode voor het instellen van de WATT-waarde is als volgt:
1.-
Gedurende de training zal het programma de werkelijke WATT-waarde vergelijken met de WATT-
doelwaarde.
Als de werkelijke WATT-waarde minder is dan of gelijk aan 75% van de WATT-doelwaarde, zal het
inspanningsniveau automatisch verhoogd worden in stapjes van 3 tot maximaal NIVEAU 20.
2.-
Gedurende de training zal het programma de werkelijke WATT-waarde vergelijken met de WATT-
doelwaarde.
Als de werkelijke WATT-waarde minder is dan of gelijk aan 50% van de WATT-doelwaarde, zal het
inspanningsniveau automatisch verhoogd worden in stapjes van 2 tot maximaal NIVEAU 20.
3.-
Gedurende de training zal het programma de werkelijke WATT-waarde vergelijken met de WATT-
doelwaarde.
Als de werkelijke WATT-waarde minder is dan of gelijk aan 15% van de WATT-doelwaarde, zal het
inspanningsniveau automatisch verhoogd worden in stapjes van 1 tot maximaal NIVEAU 20.
4.-
Gedurende de training zal het programma de werkelijke WATT-waarde vergelijken met de WATT-
doelwaarde.
Als de werkelijke WATT-waarde hoger is dan of gelijk aan 15% van de WATT-doelwaarde, zal het
inspanningsniveau automatisch verlaagd worden in stapjes van 1 tot minimaal NIVEAU 1.
5.-
Gedurende de training zal het programma de werkelijke WATT-waarde vergelijken met de WATT-
doelwaarde.
Als de werkelijke WATT-waarde hoger is dan of gelijk aan 50% van de WATT-doelwaarde, zal het
inspanningsniveau automatisch verlaagd worden in stapjes van 2 tot minimaal NIVEAU 1.
6.-
Gedurende de training zal het programma de werkelijke WATT-waarde vergelijken met de WATT-
doelwaarde.