32
5.
Dit apparaat mag slechts door één
persoon tegelijk worden gebruikt.
6.
Gebruik aangepaste kledij en
schoeisel. Knoop uw veters goed vast.
AANWIJZINGEN VOOR DE
MONTAGE
Figuur 1
Haal het toestel uit de doos en
controleer of er geen enkel stuk
ontbreekt: (1) frame, (2) steun
vooraan met wieltjes, (3) steun
achteraan
met
regelbare
hoogtepluggen, (10) U - stuur,(11),
elektronische
monitor,
(12)
handgreep
boven
(links),
(13)
handgreep boven (rechts), (16)
pedaalstuk (links), (17) pedaalstuk
(rechts), (4) schroef met vlak stuk
M10 x 60, (5) gewelfde tussenring
10.5 x 25, (6) dopmoer van M10,
(18) platte tussenring M-8, (19)
schroef met vlak imbus stuk M8 x 15,
(20) gewelfde tussenring 8.5 x 22, (21)
schroef met vlak imbus stuk M6 x 15,
(22) vlakke tussenring M-6, (23)
draaischroef met vlakke kop 5 x 15,
(37) sleutel, (38) achthoeksleutel
L13~17, (39) achthoeksleutel (imbus)
L4, (36) drager.
Figuur 2
A)
Plaats de achtersteun (3) op het
frame (1) en draai de schroeven
(4) met de gewelfde tussenringen (5)
en de dopmoeren (6) met de
imbussleutel vast.
B)
Plaats de voorsteun (2) op het
frame (1) en draai de schroeven
(4) met de gewelfde tussenringen (5)
en de dopmoeren (6) met de
imbussleutel vast.
Figuur 3
A)
Plaats de stuurstang (7) op de
grond, breng de kabel die de
spanning regelt aan (29), zoals de
figuur (III) toont, trek vervolgens aan
de spanbediening totdat die in de
gleuf komt, zie fi g. (IIIA).
B)
Sluit de kabel van de centrale sensor
van de monitor (28) op het onderste
snoer (30) aan zoals op fi guur (II) is
weergegeven.
C)
Monteer de remkabel en het snoer
van de monitor. breng de stuurstang
(7) in een horizontale positie een
schuif die over de buis (a), let erop
dat de kabels vrij blijven.
D)
Maak de schroef los (34) die
achteraan de spanbediening zit (35)
monteer de spanbediening (35) op de
stuurstang (7) en draai de schroef (34)
vast zoals op het schema (I) is
weergegeven, gebruik daarvoor de
stersleutel.
Controleer
of
de
spanbediening juist werkt door die
naar links en naar rechts te draaien.
E)
Schroef de stuurstang (7) vast met
de achthoekschroeven (19) en met de
gewelfde tussenringen (20) met behulp
van de imbus sleutel.
Figuur 4
A)
Breng het linkerpedaalstuk (16) in
het frame (1) en schroef het met de
vlakke achthoekige tussenringen (18)
en de schroeven (19) vast. Schuif de
linkerstang (8) in de onderste
linkerstang (14), breng de vlakke
tussenringen (22) en de schroeven
(21) aan.
B)
Breng het rechterpedaalstuk (17) in
het frame (1) en schroef het met de
vlakke achthoekige tussenringen (18)
en de schroeven (19) vast. Schuif de
rechterstang (9) in de onderste
rechterstang (15), breng de vlakke
tussenringen (22) en de schroeven
(21) aan.