31
Belangrijk:
Deze spanningsknop (22) beschikt over een
noodremsysteem dat zorgt voor een plotselinge
remkracht op het vliegwiel wanneer de knop
volledig wordt opgetild in de richting van de pijl,
zoals weergegeven in Fig.6.
NIVELLERING.-
Controleer, wanneer u de eenheid op zijn
definitieve plaats heeft geplaatst, of deze stevig op
de grond staat en of deze waterpas staat. Dit kunt
u regelen door de nivelleringspootjes (10) meer of
minder uit te schroeven, zoals wordt getoond in
Fig.6.
VERPLAATSING EN OPBERGEN.-
Dit apparaat is uitgerust met wieltjes (13) Fig.6, wat
het verplaatsen vergemakkelijkt. De twee wieltjes
bevinden zich aan de voorkant van het apparaat en
vergemakkelijken het u het apparaat te verplaatsen
en op de uitgekozen plaats te plaatsen door de
voorkant iets te laten overhellen en te duwen, zoals
wordt getoond in Fig.7. Berg het apparaat op een
droge plaats op, waar zo min mogelijk
temperatuursschommelingen plaats vinden.
VOORDAT U AAN DE SLAG GAAT
1. Controleer of alle onderdelen correct zijn
geïnstalleerd:
Draai de schroefdraad van de schragen vast tot 20
Nm.
Zet de pedalen vast met Loctite 242 en draai ze vast
tot het nodige koppel (46 Mn).
Pas het zadel en het stuur aan de gebruiker aan.
2. Breng het BH rust inhibitor (110) aan op de
contactoppervlakken aangeduid in afbeeldingen 11 tot
16.
Punten voor aanbrengen van BH rust inhibitor (110).
1. Bussen van de verstelbare voeten van de
schragen vooraan en achteraan. Afb 10.
2. Oppervlakken van het U-element van de
verankering van de wielen. Afb 10.
3. Oppervlakken van verankering van de
schragen vooraan en achteraan. Afb. 11 en
12
4. Omgeving van verankering van schragen op
frame. Afb 13.
5. Verbindingsstuk
tussen
pedaal
en
aandrijfstang. Afb 14.
6. Verbindingsstuk tussen aandrijfstang en
middenstuk. Afb 14.
7. Verchroomde oppervlakken van stuurkolom
en horizontaal oppervlak van verankering van
stuurkolom. Afb 15.
Gebruik
Goed schudden voor gebruik.
Breng het product met behulp van verlengstuk aan
van op een afstand van 20 tot 30 cm van het te
behandelen oppervlak.
Wacht twee minuten tot het product zich gestabiliseerd
heeft.
Spreid het product voorzichtig uit met behulp van een
doek, totdat er een gelijkmatige laag over heel het te
behandelen oppervlak ligt. Verwijder overmatig
product. Gebruik een penseel om het product op
moeilijk te bereiken plekken aan te brengen. Laat het
product 3 uur drogen.
Voorzorgsmaatregelen
Houd het product uit de buurt van ontstekingsbronnen
(vonk of vlam).
NOOIT het product in aanraking laten komen met
ogen of huid. Draag tijdens het hanteren gepaste
veiligheidsuitrusting.
Houd
de
verpakking
gesloten.Voorkom dampen of nevel. Gebruik het
product alleen bij voldoende ventilatie. Was
grondig de handen en verontreinigde kleding na
hantering.
Opslag
Bewaar het product op een koele en goed
geventileerde plek. Houd het product uit de buurt
van ontstekingsbronnen (vonk of vlam). Bewaar
het product op een temperatuur tussen 4,4 ° C en
49 ° C. Bewaar al het materiaal op een droge en
goed geventileerde plek . Adem geen dampen in.
3. Breng de BH indoor cycling protector (111) met
behulp van een schoon doek aan op het apparaat, om
het te doen glanzen.
Gebruik
Breng het product droog aan op de volledige
fiets.Wrijf de BH indoor cycling protector (111) over het
hele te behandelen oppervlak.
Spreid het product uit met behulp van een schoon
doek. Maak de fiets droog met behulp van een doek.
Laat het product niet zelf drogen.
Opmerking:
Na het
vervangen van welk onderdeel
of element ook, dient u de bovenvermelde stappen
uit te voeren. Gebruik uitsluitend originele
wisselstukken van BH.
PREVENTIEF ONDERHOUD
Op elk moment
1.De gebruiker dient te controleren of het toestel
veilig is en geschikt is voor het beoogde doel.
2. Na de sessie dient u het zweet te verwijderen
met behulp van een doek of een handdoek.
Wekelijks in de eerste maand
1. Controleer het koppel van de pedalen en de
aandrijfstang met behulp van de sleutel met
koppelbegrenzing. Het koppel moet 46Nm
bedragen.
Wekelijks
1. Controleer zorgvuldig elk toestel om ervoor te
zorgen dat ze zich in veilige en correcte
werkingstoestand bevinden.
Controleer de schroeven, bouten en tapeinden, de
kooien van de pedalen, het stuur, het zadel, de
schakels, de pedaalriemen, enz.
Summary of Contents for H940
Page 2: ...2 Fig 1 Fig 2 Fig 3 ...
Page 3: ...3 Fig 3A Fig 4 Fig 5 Fig 6 Fig 7 ...
Page 4: ...4 Fig 8 Fig 9 Fig 10 Fig 11 Fig 12 Fig 13 Fig 14 Fig 15 ...
Page 33: ...33 H940 ...
Page 34: ...34 H940 ...