nl • Nederlands
201
Afstand tussen elektroden waarborgen
Auto-initialisering
Als de eerste aangesloten elektrode wordt waargenomen, begint automatisch de auto-
initialisering.
10 minuten na het aansluiten van de eerste elektrode wordt de auto-initialisering
beëindigd. Indien tussentijds geen ander programma wordt overgedragen, werkt het
implantaat vervolgens met actieve automatische functies in het standaardprogramma.
Een handmatige instelling van de elektrodepolariteit of een meting van de elektrode-
impedanties is niet vereist.
Gedrag tijdens de auto-initialisering
• Bij omprogrammering:
de auto-initialisering wordt afgebroken, het overgedragen programma is onmiddel-
lijk actief.
• Bij de uitvoering van tests:
de auto-initialisering wordt vervolgens voortgezet.
• Bij de overdracht van een permanent programma:
de auto-initialisering wordt beëindigd en het overgedragen programma is actief.
Voorzorgsmaatregelen bij het programmeren
Implantaatsysteem controleren
• Na de auto-initialisering een nacontrole uitvoeren, om de correcte werking van het
implantaatsysteem vast te stellen.
• Voor de vaststelling van de stimulatiedrempel een stimulatiedrempeltest
uitvoeren.
Standaardtests uitvoeren en patiënten bewaken
Ook tijdens de standaardtests kan bijvoorbeeld door het instellen van inadequate para-
meters of door een telemetrie-onderbreking een voor de patiënt kritische toestand
optreden.
• Let ook bij tests op voldoende bewaking van de patiënt.
• Controleer na de stimulatiedrempel-test of de drempel klinisch en technisch
verantwoord is.
• Het ECG en de toestand van de patiënt continu bewaken.
• Eventueel test annuleren.
4
Laat de stekker zich niet volledig inbrengen, is het mogelijk dat de aansluit-
schroef in het gat van het schroefblok uitsteekt. De aansluitschroef voorzichtig
losdraaien zonder dat zij er volledig wordt uitgeschroefd, zodat zij bij het
opnieuw indraaien niet klem komt te zitten.
5
De siliconenplug in het midden op de sleufvormige plaats met de schroeven-
draaier verticaal tot de aansluitschroef doorsteken.
6
De aansluitschroef met de wijzers van de klok mee draaien, tot de draaimoment-
begrenzing inzet (knakkend geluid).
7
De schroevendraaier voorzichtig uittrekken zonder daarbij de aansluitschroef
terug te draaien.
• Na het terugtrekken van de schroevendraaier dicht de siliconenplug de elek-
trodenaansluiting automatisch veilig af.
W
WAARSCHUWING
Ontoereikende therapie
Als elektroden onvoldoende afstand tot elkaar hebben of ongunstig gepositioneerd
zijn kan dat tot far-field-sensing of tot ontoereikende defibrillatie leiden.
• Tip- en ringelektrode mogen geen contact maken.
Opmerking:
Na de auto-initialisering zijn alle parameters zoals in het standaardpro-
gramma geactiveerd behalve de volgende uitzonderingen:
• DDD
• De automatisch vastgelegde elektrodeconfiguratie (unipolair of bipolair) wordt
ingesteld.
387513--D_GA_Evia-HF-ProMRI_mul.book Page 201 Thursday, September 12, 2013 3:34 PM