21
NEDERLANDS
Dit laserinstrument voldoet aan klasse 2 volgens
IEC 60825-1: Ed 1:2001. Vervang een laserdiode niet
door een diode van een ander type. Laat een eventueel
beschadigd laserinstrument door een erkende reparateur
repareren.
Gebruik het laserinstrument niet voor enige andere
doeleinden dan het projecteren van laserlijnen.
Blootstelling van het oog aan de straal van een klasse 2
laserinstrument gedurende maximaal 0,25 seconden
wordt als veilig beschouwd. De reflexen van het ooglid
zullen doorgaans voldoende bescherming bieden. Over
afstanden van meer dan 1 m voldoet het laserinstrument
aan klasse 1 en wordt aldus als volkomen veilig beschouwd.
Kijk nooit direct en met opzet in de laserstraal.
Gebruik geen optische hulpmiddelen om naar de
laserstraal te kijken.
Zorg bij het opstellen van het instrument dat de laserstraal
een persoon niet op hoofdhoogte kan kruisen.
Houd kinderen uit de buurt van het laserinstrument.
Indien de helderheid van de laserlijn plotseling toeneemt
of indien de geprojecteerde lijn wordt vervormd, kan dit op
een gebroken lens duiden. Het instrument mag dan niet
gebruikt worden om gevaar te voorkomen.
Gebruik uitsluitend niet-oplaadbare batterijen. Sluit de
laser nooit aan op een ander soort stroomvoorziening.
Onderdelen
1. Aan/uit-schakelaar
2. Gradenboog
3. Laseropeningen
4. Richtingknop laser
Assemblage
Waarschuwing!
Controleer of het instrument is uitgeschakeld.
De batterijen plaatsen (fig. A)
Verwijder het batterijdeksel (5) van het instrument.
Steek de batterijen in het instrument volgens de
aangegeven richting.
Plaats het deksel weer terug en klik deze op de plaats.
Het instrument installeren
Het instrument kan aan de muur worden bevestigd.
Het instrument dient op het onderstel te worden geïnstalleerd
om de lengte van de laserlijn te optimaliseren.
Het instrument op het onderstel plaatsen
Installeer het instrument door de magnetische achterkant
van het instrument tegen de ring van het onderstel te
drukken.
U kunt het instrument van het onderstel lostrekken indien
u het wenst te verwijderen.
Aan de muur bevestigen (fig. B & C)
Het instrument kan op de muur worden bevestigd met behulp
van het onderstel met een schroef (I), een muurpen (II) of een
zelfklevende strook (III) (optioneel).
Spiegatinzetstuk
Het spiegatinzetstuk (6) wordt gebruikt voor bevestiging aan
de meeste muurconstructies.
Draai een schroef in de muur.
Hang het inzetstuk aan het bevestigingsmiddel met behulp
van het spiegat (6).
Plaats het instrument op het onderstel.
Muurpen
Als het instrument aan gipsplaat of andere zachte materialen
bevestigd wordt, dient de muurpen te worden gebruikt:
Laat de muurpen (7) uitsteken door de onderzijde van de
pen naar rechts te draaien
Houd het onderstel met de muurpen voor een geschikte
plaats op de gewenste hoogte en druk de pen recht in de
muur.
Het instrument op het onderstel plaatsen.
Waarschuwing!
De pen van het onderstel is scherp en dient
met zorg te worden behandeld.
Zelfklevende strook
Als het instrument wordt bevestigd aan oppervlakken waar
geen schroeven of spijkers kunnen worden gebruikt, dient een
zelfklevende strook (8) te worden gebruikt. Zelfklevende stroken
zijn verkrijgbaar bij uw plaatselijke verkooppunt.
Waarschuwing!
Test de strook op een onopvallend stukje om
er zeker van te zijn dat het het oppervlak niet beschadigt.
Verwijder de beschermfolie van de ene kant van de strook
(8).
Plak de strook aan het onderstel.
Verwijder de beschermfolie van de andere kant van de
strook.
Druk het instrument met de strook tegen de muur.
Plaats het instrument op het onderstel.
Om de strook te verwijderen, gaat u als volgt te werk:
Verwijder het instrument van het onderstel.
Houd het onderstel met een hand vast en pak het einde
van de zelfklevende strook met de andere hand vast.
Trek de strook langzaam parallel aan de muur weg van
het onderstel totdat de gehele strook is losgelaten.
Gooi de strook weg.
Gebruik
Installeer het instrument zoals vereist.
Schakel het instrument in.