19
NEDERLANDS
◆
Let er op dat het instrument niet altijd alle pijpleidingen
en bedrading zal lokaliseren. De volgende omstandigheden
kunnen onnauwkeurige resultaten opleveren:
- Zwakke batterij
- Dikke muren met dunne pijpleidingen of bedrading
- Zeer dikke muren
- Zeer diep liggende bedrading of pijpleidingen
- Muren met daarop een laag metaal
- Zeer vochtige omstandigheden
- Afgeschermde kabels
◆
Test voor gebruik het instrument altijd op een pijpleiding
of kabel waarvan u weet waar deze ligt.
◆
Neem in geval van twijfel contact op met een
gekwalificeerde aannemer.
Waarschuwing!
Dit instrument lokaliseert geen bedrading
van groepen waar geen netspanning op staat, kabels op
gelijkstroom (DC) of bedrading die wordt gebruikt voor
telecommunicatie of computersystemen.
Verborgen elektriciteitsbedrading (bijvoorbeeld van
muurverlichting) kan niet worden gelokaliseerd wanneer de
schakelaar in de uit-stand staat.
Waarschuwing!
Dit instrument lokaliseert geen
pijpleidingen van enig ander materiaal dan metaal.
Onderdelen
1. Aan/uit-schakelaar
2. Modusselectieschakelaar
3. LED-indicators (steunbalkzoeker hout/metaal)
4. LED-indicator (wisselspanning)
Assemblage
De batterij plaatsen (fig. A)
◆
Druk op de ontgrendelingsknop (5) en schuif het deksel
van het batterijcompartiment (6) van het instrument af.
◆
Sluit de batterij op de connector aan. De grotere
batterijaansluiting wordt op de kleinere aansluiting van
de connector aangesloten.
◆
Plaats de deksel weer terug en klik deze op de plaats.
Gebruik
Selecteren van de functie
◆
Zet de modusselectieschakelaar (2) in de ‘STUD’-stand
voor het lokaliseren van houten steunbalken.
◆
Zet de modusselectieschakelaar (2) op de ‘METAL’-stand
voor het lokaliseren van matalen steunbalken, pijpen, etc.
Toepassing van de steunbalkzoekfunctie (fig. B)
U kunt deze functie gebruiken voor het opsporen van houten en
metalen steunbalken in gipsplaten van maximaal 18 mm dik.
◆
Zet de modusselectieschakelaar (2) in de gewenste stand.
◆
Plaats het instrument vlak tegen de muur zoals weergegeven.
◆
Houd de aan/uit-schakelaar (1) ingedrukt.
De rode LED-indicator (3) gaat branden en het instrument geeft
één piep tijdens het kalibreren. Nadat de kalibratie is afgerond:
◆
Schuif het instrument langzaam in horizontale richting.
Zorg ervoor dat het instrument niet kantelt of wordt opgetild.
◆
Vertraag als de rode LED-indicator (3) gaat branden en
schuif het instrument verder tot het instrument een piep
geeft en de bovenste groene LED-indicator gaat branden.
Dit geeft de positie van één kant van de steunbalk aan.
◆
Markeer deze positie. Gebruik het middelpunt van het
instrument als referentie.
◆
Verschuif het instrument verder tot de LED-indicators
uitgaan.
◆
Beweeg terwijl u de aan/uit-schakelaar (1) nog steeds
ingedrukt houdt het instrument in tegengestelde richting.
◆
Vertraag als de rode LED-indicator (3) gaat branden en
schuif het instrument verder tot het instrument een piep
geeft en de bovenste groene LED-indicator gaat branden.
Dit geeft de positie van de andere kant van de steunbalk aan.
◆
Markeer deze positie. Gebruik het middelpunt van het
instrument als referentie.
Het midden van de steunbalk ligt tussen de twee markeringen.
Toepassing van de metaaldetectiefunctie (fig. B)
U kunt deze functie gebruiken voor het opsporen van metalen
pijpen in gipsplaten van maximaal 18 mm dik.
◆
Zet de modusselectieschakelaar (2) in de ‘METAL’-stand.
◆
Plaats het instrument vlak tegen de muur zoals weergegeven.
◆
Houd de aan/uit-schakelaar (1) ingedrukt.
De rode LED-indicator (3) gaat branden en het instrument geeft
één piep tijdens het kalibreren. Nadat de kalibratie is afgerond:
◆
Terwijl u het instrument in de ene hand vasthoudt, plaats
u uw andere hand tegen het oppervlak dicht in de buurt
van het te scannen gebied.
◆
Beweeg het instrument langzaam en gelijkmatig over het
oppervlak, in verschillende richtingen.
◆
Vertraag als de rode LED-indicator (3) gaat branden en
schuif het instrument verder tot het instrument een piep
geeft en de bovenste groene LED-indicator gaat branden.
Dit geeft de positie van een metaal object aan.
◆
Herhaal na afloop de testprocedure om de werking van
het instrument te controleren.
Toepassing van de detectiefunctie (electriciteit) (fig. B)
U kunt deze functie gebruiken om electriciteitsbedrading door
gipsplaten van maximaal 38 mm dik op te sporen. De functie
werkt continu.
Waarschuwing!
Test het instrument op een bekende
spanningsbron voor gebruik.
Summary of Contents for BDS300
Page 2: ...2 B A 5 6 ...