35
Veiligheidsvoorschriften
Deze handleiding bevat belangrijke
veiligheids- en bedieningsvoorschriften. Lees
zorgvuldig alle instructies en
waarschuwingen over de batterij-oplader, de
batterij en de heggeschaar voor u de batterij-
oplader gebruikt.
!
Gevaar!
De laadklemmen hebben een
spanning van 240 Volt. Raak ze niet aan met
geleidende voorwerpen aangezien het
gevaar bestaat van een elektrische schok.
Dit is ook het geval wanneer u een batterij
met gebarsten of beschadigd omhulsel in de
batterij-oplader aanbrengt.
•
Probeer niet om uw batterij op te laden
met een andere batterij-oplader dan die
welke door Black & Decker speciaal is
ontworpen voor het gebruik met
Black & Decker-batterijen.
•
Zorg ervoor dat de batterij-oplader niet in
aanraking komt met water. De batterij-
oplader is niet geschikt voor enige
andere toepassing dan het opladen van
de producten die onder het hoofdstuk
“Batterijpak” in deze gebruiksaanwijzing
zijn opgesomd. Alle andere toepassingen
kunnen brand veroorzaken of tot
elektrische schokken leiden.
•
Gebruik uw batterij-oplader niet als deze
een zware slag heeft gekregen, op de
grond is gevallen of op enige andere
wijze werd beschadigd. Breng de
oplader voor controle naar een
Black & Decker Service Center.
•
Haal uw batterij-oplader niet uiteen.
Breng hem naar een Black & Decker
Service Center voor een
onderhoudsbeurt of herstellingen. Een
onjuiste montage kan brand veroorzaken
of tot elektrische schokken leiden.
•
Trek de stekker uit het stopcontact voor
u de batterij-oplader reinigt om het risico
van elektrische schokken te verminderen.
Het verwijderen van de batterij alleen
vermindert dit risico niet.
•
Probeer nooit om twee batterij-opladers
aan elkaar te koppelen.
•
Stel uw batterij-oplader niet bloot aan
vorst en dompel hem niet in water of een
andere vloeistof.
!
Waarschuwing!
Vermijd dat eender welke
vloeistof in de batterij-oplader dringt. Dit kan
tot elektrische schokken leiden.
Batterij-oplader
•
Berg uw heggeschaar of batterij niet op
en werk er niet mee op plaatsen waar de
temperatuur 40˚C of meer kan bedragen.
•
Uw batterij-oplader is ontworpen voor
een standaardspanning van 220 Volt.
Probeer hem niet te gebruiken met een
ander voltage!
Stekker en snoer
•
Ruk niet aan het snoer om de stekker uit het
stopcontact te trekken.
•
Zorg ervoor dat het snoer op een plaats ligt waar
niemand erop kan stappen, erover kan
struikelen, of het op enige andere manier kan
beschadigen of belasten.
•
Houd het snoer uit de buurt van hittebronnen,
olie, scherpe randen en ruwe oppervlakken en
zorg ervoor dat het altijd in goede staat verkeert.
•
Gebruik geen verlengsnoer tenzij dit absoluut
onvermijdelijk is. Het gebruik van een ongeschikt
verlengsnoer kan brand veroorzaken en tot
elektrische schokken leiden. Als toch een
verlengsnoer moet worden gebruikt, zorg er
dan voor:
•
Dat het verlengsnoer behoorlijk is bedraad
en zich in een perfecte elektrische staat
bevindt.
•
Het verlengsnoer een geleidende
dwarsdoorsnede heeft die gelijk is aan of
groter dan 0,5mm
2
en een lengte van minder
dan 30 meter.
•
De classificatie van het verlengsnoer is geschikt
voor de bedoelde omgeving zoals hierna
aangegeven: huishoudelijk gebruik en commerciële
verlichtingstoepassingen - HO5V V-F - industriële
toepassingen: HO5RR-F of HO5RN-F.
Beschrijving (Fig. A)
A
8. Batterij-oplader
9. Batterij
11. Montagegaten voor wand of werkbank
Montage van uw batterij-oplader
(Fig. C)
C1
Uw batterij-oplader is voorzien van
montagegaten (12) om het apparaat
permanent aan de wand of op een werkbank
te bevestigen. (Het kan ook werken zonder
dat het op een oppervlak wordt bevestigd).
Gebruiksaanwijzing