40
NEDERLANDS
van het gereedschap met uw vinger aan de
schakelaar of het gereedschap ingeschakeld
op de stroomvoorziening aansluiten kan tot
ongelukken leiden.
d.
Verwijder stelsleutels of moersleutels
voordat u het gereedschap inschakelt.
Een
sleutel in een draaiend onderdeel van het
elektrische gereedschap kan tot verwondingen
leiden.
e.
Reik niet te ver. Zorg altijd dat u stevig staat
en in evenwicht blijft.
Daardoor kunt u het
gereedschap in onverwachte situaties beter
onder controle houden.
f.
Draag geschikte kleding. Draag geen
loshangende kleding of sieraden. Houd
haren, kleding en handschoenen uit de
buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en lange haren
kunnen bekneld raken in bewegende delen.
g. Sluit eventueel bijgeleverde stofafzuig- of
stofopvangvoorzieningen aan en gebruik
ze op de juiste manier.
Het gebruik van
stofopvang beperkt het gevaar door stof.
4. Gebruik en onderhoud van elektrische
gereedschappen
a. Overbelast het gereedschap niet.
Gebruik voor uw toepassing het daarvoor
bestemde elektrische gereedschap.
Met
het passende elektrische gereedschap werkt
u beter en veiliger binnen het aangegeven
capaciteitsbereik.
b. Gebruik geen elektrisch gereedschap
waarvan de schakelaar defect is.
Elektrisch
gereedschap dat niet meer kan worden in- of
uitgeschakeld is gevaarlijk en moet worden
gerepareerd.
c. Trek de stekker uit het stopcontact en/
of accu alvorens het gereedschap af te
stellen, accessoires te verwisselen of
elektrisch gereedschap op te bergen.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld
starten van het gereedschap.
d. Bewaar elektrische gereedschappen die
niet worden gebruikt buiten bereik van
kinderen. Laat personen die niet met
het gereedschap vertrouwd zijn of deze
aanwijzingen niet hebben gelezen niet
met het gereedschap werken.
Elektrische
gereedschappen zijn gevaarlijk in de handen
van onervaren personen.
e. Verzorg het gereedschap zorgvuldig.
Controleer bewegende delen van het
gereedschap op goede uitlijning en soepele
werking. Controleer of onderdelen niet
gebroken zijn of dat de werking van het
gereedschap niet op enige andere wijze
nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde
delen repareren voordat u met het
gereedschap gaat werken.
Veel ongevallen
worden veroorzaakt door slecht onderhouden
elektrische gereedschappen.
f. Houd snijgereedschappen scherp en
schoon.
Zorgvuldig onderhouden snijgereedschappen
met scherpe snijkanten lopen minder snel vast
en zijn gemakkelijker te sturen.
g. Gebruik elektrische gereedschappen,
toebehoren, inzetgereedschappen en
dergelijke volgens deze aanwijzingen. Let
daarbij op de arbeidsomstandigheden
en de uit te voeren werkzaamheden.
Het
gebruik van elektrische gereedschappen voor
andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
5. Gebruik en onderhoud van op een accu
werkende gereedschappen
a. Laad accu’s alleen op in door de fabrikant
gespeci
fi
ceerde opladers.
Een voor een
bepaald type accu geschikte oplader levert
brandgevaar op bij gebruik met een andere
accu.
b. Gebruik elektrische gereedschappen alleen
met de daarvoor bedoelde accu’s.
Het
gebruik van andere accu’s kan letsel en brand
veroorzaken.
c. Houd accu’s die niet in gebruik zijn uit
de buurt van metalen voorwerpen, zoals
paperclips, munten, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen
voorwerpen, die overbrugging van de
contacten kunnen veroorzaken.
Kortsluiting
tussen de accupolen brandwonden of brand
veroorzaken.
d. Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit de
batterij lekken.
Voorkom contact. Spoel in geval van
onbedoeld contact met water. Raadpleeg
tevens een arts als de vloeistof in contact
komt met de ogen.
Uit de batterij gelekte
vloeistof kan huidirritaties of brandwonden
veroorzaken.
6. Service
a. Laat het elektrische gereedschap alleen
repareren door een gekwali
fi
ceerde
reparateur en alleen met gebruik van
originele vervangingsonderdelen.