1 689 989 245
2015-04-28
|
Robert Bosch GmbH
Gebruikte symbolen | 0 986 610 825 | 59
1. Gebruikte symbolen
1.1
In de documentatie
1.1.1
Waarschuwingsaanwijzingen – opbouw en be-
tekenis
Waarschuwingsaanwijzingen waarschuwen voor gevaren
voor de gebruiker of omstanders. Bovendien beschrij-
ven waarschuwingsaanwijzingen de gevolgen van het
gevaar en de maatregelen om deze te voorkomen. Waar-
schuwingsaanwijzingen hebben de volgende opbouw:
Waarschu-
wings-
symbool
SIGNAALWOORD - Soort en bron van het
gevaar!
Mogelijke gevolgen van het gevaar bij
niet-inachtneming van de vermelde maatre-
gelen en aanwijzingen.
¶
Maatregelen en aanwijzingen ter voorko-
ming van gevaar.
Het signaalwoord geeft de waarschijnlijkheid van intre-
den en de ernst van het gevaar bij niet-inachtneming aan:
Signaalwoord
Waarschijnlijkheid
van optreden
Ernst van het gevaar
bij niet-inachtneming
GEVAAR
Direct
dreigend
gevaar
Dood
of
ernstig
lichamelijk letsel
WAARSCHUWING Eventueel
dreigend
gevaar
Dood
of
ernstig
lichamelijk letsel
VOORZICHTIG
Mogelijke
gevaarlijke
situatie
Licht
lichamelijk let-
sel
1.1.2
Symbolen – Benaming en betekenis
Symb. Benaming
Betekenis
!
Let op
Waarschuwt voor mogelijke materi-
aalschade.
i
Informatie
Instructies voor gebruik en andere
nuttige informatie.
1.
2.
Handeling in meer-
dere stappen
Uit meerdere stappen bestaand
handelingsadvies
e
Handeling
in een stap
Uit een stap bestaand handelings-
advies
Tussenresultaat
Binnen een handelingsadvies wordt
een tussenresultaat aangegeven.
"
Eindresultaat
Aan het einde van een handelingsadvies
wordt het eindresultaat aangegeven.
1.2
Op het product
!
Alle waarschuwingssymbolen op de producten in
acht nemen en deze in leesbare toestand houden.
2. Instructies voor de
gebruiker
2.1
Belangrijke aanwijzingen
Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van de com-
ponenten vindt u in de afzonderlijke ESI[tronic]-repara-
tiehandleiding "Unit injectoren personenauto (UI-P)" in
de hoofdstukken "Veiligheidsinstructies", "Reparatie-in-
structies" en "Smeer- en hulpmiddelen". Deze moeten
vóór inbedrijfstelling, aansluiting en bediening zorg-
vuldig worden doorgelezen en beslist in acht worden
genomen.
2.2
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies vindt u in de afzonderlijke ESI[tro-
nic]-reparatiehandleiding "Unit injectoren personenauto
(UI-P)" in het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies". Deze
moeten vóór inbedrijfstelling, aansluiting en bediening
zorgvuldig worden doorgelezen en beslist in acht wor-
den genomen.
2.3
Beoogd gebruik
De apparatuur en componenten van de reparatieset
0 986 610 825 zijn uitsluitend voor de reparatie van
"Unit Injectoren personenauto" van de generaties
UI-P 1.x en UI-P 2
(hierna UI-P genoemd) bestemd.
!
Bij niet-reglementair gebruik bestaat er gevaar voor
ongevallen en beschadiging
2.4
Voorwaarden
De gebruiker beschikt over de reeds aanwezige gereed-
schappen (bv. montage-inrichting 0 986 613 400), de
ESI[tronic]-Infoart "K", de dieseltestbank EPS 815 met
CAM 847 en ervaringen in het testen en repareren van
UI-P (zie hoofdstuk 2.5).
2.5
Opleiding
Het testen en repareren van UI-P mag uitsluitend door
hiervoor geïnstrueerd en geschoold personeel worden
uitgevoerd. Wij adviseren een overeenkomstige gebrui-
kersscholing via het AA-scholingscentrum in testen en
reparatie.
nl