Nederlands - 5
1 • F016 L70 346 • TMS • 09.09.05
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcon-
tact voor werkzaamheden aan de machine.
Draadspoel vervangen
Houd de spoelplaat
23
vast.
Draai de spoelafscherming
21
tegen de wijzers van
de klok en verwijder deze.
Neem de lege spoel
25
uit de spoelafscherming.
Steek de draad van de nieuwe of gevulde spoel door
het gat
22
en leg de spoel in de spoelafscher-
ming
21
.
Trek ongeveer 9 cm draad uit de spoel.
Plaats de spoel met de spoelafscherming
21
juist op
de spoelplaat (bajonetsluiting), druk de spoel vast
en draai deze vervolgens naar rechts tot aan de aan-
slag.
Spoel met extra sterke snijdraad monteren
Houd de spoelplaat
23
vast.
Draai de spoelafscherming
21
tegen de wijzers van
de klok en verwijder deze.
Plaats de spoel met extra sterke snijdraad
14
in de
juiste positie op de spoelplaat (bajonetsluiting), druk
de spoel omlaag en draai met de wijzers van de klok
mee tot deze vastklikt.
Als de extra sterke snijdraad breekt, verwijdert u
de spoel zoals boven beschreven en plaatst u de
vervangingssnijdraad
13
zoals weergegeven in de
spoel.
Een reserve van extra sterke snijdraden kan op het
apparaat worden bewaard, zoals op de hoofdafbeel-
ding weergegeven.
Draad bijvullen
Verwijder de spoel
25
zoals boven beschreven.
Druk de vasthoudring
27
samen, duw de ring naar
voren en verwijder deze over de kleine diameter van
de spoel.
Snijd ongeveer 8 m draad van de bijvulrol. Duw een
einde in de inkeping van de spoel zodat dit ongeveer
4 mm uitsteekt.
Wikkel de draad netjes, strak, in lagen en in de rich-
ting van de pijl op.
Steek het einde van de draad van binnen door de
sleuf
26
in de vasthoudring
27
.
Houd de draad strak en schuif de vasthoudring
27
over de kleine diameter van de spoel.
Breng de spoel aan zoals boven beschreven.
Opmerking:
Gebruik alleen Bosch-vervangingssnij-
draad. Dit speciaal ontwikkelde product bezit verbe-
terde snij- en toevoereigenschappen. Een andere
snijdraad leidt tot een slechter werkresultaat.
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcon-
tact voor werkzaamheden aan de machine.
Maak de buitenkant van de gazontrimmer grondig
schoon met een zachte borstel en een doek. Ge-
bruik geen water en geen oplos- of polijstmiddelen.
Verwijder al het vastzittende gras en deeltjes, in het
bijzonder van de ventilatieopeningen
8
.
Leg de machine op de zijkant en reinig de be-
schermkap
10
van binnen. Verwijder vastgekoekt
gras met een stuk hout of plastic.
Hang de kabel op aan de geïntegreerde kabelhaak.
Wikkel de aansluit- en verlengkabel NIET samen om
de kabelhaak en de beschermkap. Als de kabel het
snijmes aanraakt, kan het beschadigd worden.
Hang de kabel ALLEEN op aan de geïntegreerde
kabelhaak.
Onderhoud van de spoel
M
O
Na het trimmen.
Machine opbergen
N
F016 L70 346.book Seite 5 Donnerstag, 3. November 2005 10:56 10