84
| Nederlands
2 610 956 206 | (15.1.08)
Bosch Power Tools
Freesdiepte instellen
f
De freesdiepte mag alleen worden inge-
steld wanneer het elektrische gereedschap
uitgeschakeld is.
Ga als volgt te werk om de freesdiepte grof in te
stellen:
– Plaats het elektrische gereedschap met het
gemonteerde freesgereedschap op het te be-
werken werkstuk.
– Draai de schaalverdeling van de fijninstelling
2
op
„0”
.
– Stel de standenaanslag
8
op de laagste
stand; de standenaanslag klikt merkbaar
vast.
– Draai de spanhendel voor de grofinstelling
van de freesdiepte
5
los door deze linksom te
draaien, zodat de diepteaanslag
4
vrij kan
worden bewogen en deze de standenaanslag
8
raakt.
– Duw de ontgrendelingshendel
16
omlaag en
geleid de bovenfrees langzaam omlaag tot de
frees
22
het werkstukoppervlak raakt. Laat
de ontgrendelingshendel
16
weer los om de-
ze invaldiepte vast te zetten.
– Draai de schaalverdeling van de grofinstelling
6
op
„0”
.
– Stel de gewenste freesdiepte in door aan de
draaiknop van de grofinstelling van de frees-
diepte
7
te draaien en door de waarde op de
schaalverdeling
6
af te lezen. Let erop dat u
de draaibare schaalverdeling
6
niet meer
vooraf instelt.
– Zet de spanhendel voor de grofinstelling van
de freesdiepte
5
vast door deze rechtsom te
draaien en geleid het elektrische gereed-
schap naar boven terug.
Bij grotere freesdiepten dient u een aantal be-
werkingsstappen met telkens een geringe
spaanafname uit te voeren. Met behulp van de
standenaanslag
8
kunt u de freesbewerking in
verschillende fasen verdelen. Stel daarvoor de
gewenste freesdiepte met de laagste stand van
de standenaanslag in en kies voor de eerste be-
werkingsstappen eerst de hoogste standen. De
afstand van de standen kan door het verdraaien
van de instelschroeven
veranderd worden.
Na eenmaal proeffrezen kunt u door aan de
draaiknop
1
te draaien de freesdiepte nauwkeu-
rig op de gewenste maat instellen. Draai tegen
de wijzers van de klok in om de freesdiepte te
vergroten. Draai met de wijzers van de klok mee
om de freesdiepte te verkleinen. De schaalver-
deling
2
dient daarbij ter oriëntatie. Een slag
komt overeen met een verstelweg van 2,0 mm.
Een maatstreepje op de bovenrand van de
schaalverdeling
2
komt overeen met een veran-
dering van de verstelweg met 0,1 mm. De maxi-
male verstelweg bedraagt
±
8 mm.
Voorbeeld:
De gewenste freesdiepte moet
10,0 mm zijn. Het proeffrezen leverde een frees-
diepte van 9,6 mm op.
– Til de bovenfrees op leg bijvoorbeeld een
stuk resthout onder de glijplaat
12
, zodat de
frees
22
bij het omlaag bewegen het werk-
stuk niet raakt. Duw de ontgrendelingshen-
del
16
omlaag en geleid de bovenfrees lang-
zaam omlaag tot de diepteaanslag
4
de
standenaanslag
8
raakt.
– Draai de schaalverdeling
2
op „0” en draai de
spanhendel voor de grofinstelling van de
freesdiepte
5
los door deze linksom te
draaien.
– Draai de draaiknop
7
0,4 mm/4 maatstreep-
jes (verschil tussen gewenste en werkelijke
waarde) en zet de spanhendel voor de grofin-
stelling van de freesdiepte
5
vast door deze
rechtsom te draaien.
– Controleer de gekozen freesdiepte door nog-
maals proeffrezen.
Tips voor de werkzaamheden
f
Bescherm frezen tegen schokken en stoten.
Freesrichting en freesbewerking
(zie afbeelding C)
f
De freesbewerking moet altijd tegen de
draairichting van het freesgereedschap 22
in plaatsvinden (tegenlopend). Bij het fre-
zen met de draairichting mee (gelijklopend
frezen) kan het elektrische gereedschap uit
uw hand worden getrokken.
– Stel de gewenste freesdiepte in. Zie het ge-
deelte
„Freesdiepte instellen”
.
OBJ_BUCH-622-001.book Page 84 Tuesday, January 15, 2008 5:10 PM