Nederlands |
65
Bosch Power Tools
2 609 932 532 | (25.7.07)
Spanenblaasvoorziening
Met de luchtstroom van de spanenblaasvoorzie-
ning
5
kan de zaaglijn vrij van spanen worden ge-
houden.
Bescherming tegen aanraken
De op het machinehuis aangebrachte bescher-
ming tegen aanraken
10
voorkomt onbedoeld
aanraken van het zaagblad tijdens de werkzaam-
heden en mag niet worden verwijderd.
Ingebruikneming
f
Let op de netspanning! De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de ge-
gevens op het typeplaatje van het elektri-
sche gereedschap. Met 230 V aangeduide
elektrische gereedschappen kunnen ook
met 220 V worden gebruikt.
In- en uitschakelen
Als u het elektrische gereedschap wilt
inschake-
len
, duwt u de aan/uit-schakelaar
4
naar voren.
Als u het elektrische gereedschap wilt
uitschake-
len
, duwt u de aan/uit-schakelaar
4
naar achte-
ren.
Aantal zaagbewegingen vooraf instellen
Met het stelwiel vooraf instelbaar aantal zaagbe-
wegingen
2
kunt u het aantal zaagbewegingen
vooraf instellen en tijdens het gebruik verande-
ren.
Het vereiste aantal zaagbewegingen is afhanke-
lijk van het materiaal en de werkomstandigheden
en kan proefsgewijs worden vastgesteld.
Geadviseerd wordt om het aantal zaagbewegin-
gen te verminderen als het zaagblad op het werk-
stuk wordt geplaatst en bij het zagen van kunst-
stof en aluminium.
Bij langdurige werkzaamheden met een klein aan-
tal zaagbewegingen kan het elektrische gereed-
schap zeer heet worden. Werp het zaagblad uit
en laat het elektrische gereedschap ca. 3 min
met het maximale aantal zaagbewegingen lopen
om het te laten afkoelen.
Tips voor de werkzaamheden
f
Gebruik bij het bewerken van kleine of dun-
ne werkstukken altijd een stabiele onder-
grond of een zaagtafel (toebehoren).
Controleer hout, spaanplaat, bouwmaterialen
enz., voordat u in deze materialen zaagt, op voor-
werpen zoals spijkers, schroeven en dergelijke,
en verwijder deze indien nodig.
Invallend zagen (zie afbeelding E)
f
Alleen zachte materialen als hout en gipskar-
ton mogen invallend worden gezaagd. Me-
taal mag niet invallend worden gezaagd.
Gebruik voor invallend zagen alleen korte zaag-
bladen. Invallend zagen is alleen mogelijk met
een verstekhoek van 0°.
Zet het elektrische gereedschap met de voorste
rand van de voetplaat
7
op het werkstuk, zonder
dat het zaagblad
9
het werkstuk aanraakt, en
schakel het in. Kies het maximale aantal zaagbe-
wegingen bij elektrisch gereedschap met een re-
geling van het aantal zaagbewegingen. Duw het
elektrische gereedschap stevig tegen het werk-
stuk en laat het zaagblad langzaam in het werk-
stuk invallen.
Zodra de voetplaat
7
met het hele oppervlak op
het werkstuk ligt, zaagt u langs de gewenste
zaaglijn verder.
Spanenblaasstand
I:
klein blaaseffect voor werkzaamheden in
metaal en gebruik van koel- en smeervloei-
stof.
Spanenblaasstand
II:
matig blaaseffect voor werkzaamheden in
materiaal met geringe spaanafname, zoals
hardhout.
Spanenblaasstand
III:
groot blaaseffect voor werkzaamheden in
materiaal met grote spaanafname zoals
zachthout en kunststof.
1
–2: klein aantal zaagbewegingen
3
–4: gemiddeld aantal zaagbewegingen
5
–6: groot aantal zaagbewegingen
OBJ_BUCH-441-001.book Page 65 Wednesday, July 25, 2007 7:37 AM