De Bediening in essentie
nl
133
Ingrediënten met de hulpstukken
verwerken
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Roterende aandrijvingen, hulpstukken
of toebehoren kunnen letsel veroor-
zaken.
▶
De handen, het haar, de kleding
en andere voorwerpen uit de buurt
van roterende delen houden.
▶
De hulpstukken en toebehoren al-
leen bij stilstand van de aandrijving
en uit het stopcontact verwijderde
stekker aanbrengen en verwijde-
ren.
▶
Voor het verwisselen van hulpstuk-
ken of het reinigen het apparaat
uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact verwijderen.
▶
De hulpstukken alleen gebruiken
als de kom is geplaatst, het deksel
is aangebracht en het aandrijvings-
beschermdeksel is geplaatst.
▶
De draaiarm nooit tijdens de ver-
werking openen.
Voorwaarden
¡
De kom is aangebracht.
¡
Het benodigde hulpstuk is aange-
bracht.
1.
De ingrediënten in de kom doen.
2.
De ontgrendelknop indrukken en
de draaiarm omlaag drukken tot
deze vastklikt.
3.
Het komdeksel erop zetten.
→
4.
De stekker in het stopcontact ste-
ken.
5.
De draaischakelaar weer op de ge-
wenste snelheid zetten.
→ Afb.
6.
De ingrediënten zo lang verwerken
tot het gewenste resultaat is be-
reikt.
7.
De draaischakelaar op
zet-
ten.
→ Afb.
Wachten tot het apparaat stilstaat.
8.
De stekker uit het stopcontact ne-
men.
Tips
¡
U kunt de snelheid tijdens de ver-
werking op elk moment wijzigen of
de verwerking onderbreken.
¡
Reinig direct na gebruik alle onder-
delen reinigen om het vastkoeken
van resten te voorkomen.
Ingrediënten toevoegen
1.
Tijdens de verwerking de ingredi-
ënten voorzichtig via de vulope-
ning in het deksel toevoegen.
→ Afb.
2.
Voor het toevoegen van grotere
hoeveelheden ingrediënten de
draaischakelaar op
zetten.
Wachten tot het apparaat stilstaat.
3.
Het komdeksel eraf halen.
→
4.
De ingrediënten in de kom doen.
5.
Het komdeksel erop zetten.
→
6.
De ingrediënten zo lang verwerken
tot het gewenste resultaat is be-
reikt.
Momentschakeling gebruiken
1.
De draaischakelaar op draaien
en vasthouden.
→ Afb.
a
De ingrediënten worden op de
hoogste snelheid verwerkt.
2.
De draaischakelaar loslaten.
→ Afb.
a
De draaischakelaar springt op
.
a
De verwerking wordt gestopt en de
aandrijvingen gaan naar de par-
keerstand.