Instructies voor gebruik
Implanteerbare pulsgenerator
nl
Voorafgaand aan de ingreep
1. Zorg ervoor dat de IPG voorafgaand aan de ingreep voor permanente implantatie volledig is
opgeladen. De locatie (bij benadering) van de IPG wordt aangeduid op de IPG-set. Schakel de
oplader in en plaats deze boven op de IPG om het opladen te starten. Zie de 'Oplaadstappen' in deze
handleiding voor aanvullende aanwijzingen.
2. Controleer of de steriele verpakking intact is. (Zie 'Sterilisatie' in de handleiding met
informatie voor
voorschrijvers
.)
3. Als intraoperatieve stimulatietests gewenst zijn, zorg er dan voor dat er een teststimulator beschikbaar
is voor gebruik. Zorg ervoor dat de stimulatie is uitgeschakeld (het AAN indicatorlampje van de
stimulatie knippert niet) voordat u het batterijcompartiment van de teststimulator opent. Raadpleeg de
artsenhandleiding voor testen
voor aanvullende instructies.
IPG-implantatie
1. Controleer of het gebied rond de ingangsplaats van de Lead zodanig is ingesneden dat het
tunnelinghulpmiddel past.
2. Controleer of de Lead stevig is verankerd.
3. Selecteer en markeer de beoogde IPG-plaats met behulp van de IPG-sjabloon en maak een incisie voor
de IPG-pocket.
4. Maak de subcutane pocket niet groter dan de afmetingen van de IPG met een diepte van maximaal
2,0 cm vanaf het oppervlak. Het implantaat kan mogelijk niet worden opgeladen bij een diepte van
minder dan 0,5 cm of meer dan 2,0 cm.
5. Tunnel de Lead(s) naar de IPG-plaats.
NB:
De IPG-sjabloon helpt bij het bepalen van de juiste pocketafmeting. Het is belangrijk de pocket
klein te houden om de kans te verkleinen dat de patiënt de IPG manipuleert of draait. Selecteer een
IPG-plaats een aantal centimeter verwijderd van de vorige plaats van de uitstekende testlead om het
risico op infectie te verkleinen.