nl 13
13. Poort keert om, nadat de kracht werd geprogrammeerd:
• Kijk of de rail buigt. De aandrijving heeft veel kracht nodig om de
poort te bewegen. Poort herstellen of correct monteren.
• Poort is zeer zwaar of in slechte staat. Raadpleeg een specialist.
14. De rail op de aandrijving buigt:
• Poort is zwaar, zeer zwaar, loopt moeilijk of is in slechte staat. Raad-
pleeg een specialist.
• Als de rail tijdens de beweging te veel op en neer beweegt, wijst dat
op een niet gelijkmatig werkende poort met steeds veranderende
krachtbehoefte. Raadpleeg een specialist en smeer evt. de poort.
Een bijkomende ophanging aan de rail kan het probleem verhelpen.
15. De aandrijving „werkt“ (motor draait hoorbaar) maar de loop-
wagen beweegt niet:
• De loopwagen is van de aandrijving gekoppeld.
• Bij een nieuwe installatie: Bij de montage van motor en rail is de
voorgemonteerde adapterhuls tussen de motoras en de rail niet
gemonteerd. Deze is in de fabriek voorgemonteerd, maar kan ver-
wijderd worden. Als u achter de aandrijving staat, kunt u zien of het
tandwiel in de rail draait, of enkel de motor.
• Bij een nieuwe installatie: De riem is van het tandwiel in de rail
gesprongen. Als u achter de aandrijving staat, hebt u zicht op het
tandwiel.
• Na langdurig gebruik: Is de ontgrendeling defect of permanent los?
• Na langdurig gebruik: Het omhulsel tussen rail en motor of de motor-
transmissie is defect.
16. De poort ontgrendelt zich vanzelf uit de loopwagen en blijft
staan:
• Is er een externe ontgrendeling bij stroompanne geïnstalleerd, dan
moet gecontroleerd worden of deze zich tijdens het openen van de
poort opspant en ontgrendelt. Houd het mechanisme in de gaten en
stel het evt. opnieuw in.
• De greep van de ontgrendeling mag niet door andere voorwerpen
worden vervangen.
17. Instelling van de kracht
• De druktoets voor het afstellen van de kracht ligt onder de afdekking
aan de achterzijde van de aandrijving. Door de krachtleermodus
wordt de vereiste kracht voor het openen en sluiten van de poort
ingesteld.
1. Open de afdekking aan de achterzijde van de aandrijving.
2. Druk twee keer op de gele aanleertoets om in de krachtleermo-
dus te geraken. De LED en de OPEN-toets knipperen. Druk op de
OPENtoets. De poort gaat nu naar de eindpositie open en leert
daarbij hoeveel kracht er nodig is. Zodra de eindpositie OPEN is
bereikt, beginnen de LED en de DICHT-toets te knipperen. Druk op
de DICHT-toets. De poort gaat nu naar de eindpositie DICHT en leert
daarbij hoeveel kracht er nodig is.
6. De poort gaat wel open, maar sluit niet:
• Indien geïnstalleerd, moet de foto-elektrische beveiliging gecontro-
leerd worden. Knippert de LED op de foto-elektrische beveiliging, dan
moet de inrichting gecorrigeerd worden.
• Werking van handzender en drukknop controleren.
7. Aandrijvingsverlichting gaat niet aan:
• Poort openen of sluiten. De verlichting blijft 2,5 minuten ingeschakeld.
• Aandrijving van het stroomnet koppelen en opnieuw aansluiten. De
verlichting wordt gedurende enkele seconden ingeschakeld
• Geen stroom.
8. Aandrijvingsverlichting wordt niet uitgeschakeld:
• Koppel de aandrijving kortstondig van de stroomvoorziening en
probeer het opnieuw.
• De 2,5 minuten zijn nog niet voorbij.
9. De motor bromt of draait heel kort, maar werkt dan toch niet:
• Garagepoortveren zijn defect. Poort sluiten en aan de greep trekken
om de loopwagen van de aandrijving te koppelen (manuele ontgren-
deling). Poort met de hand openen en sluiten. Is de poort uitgeba-
lanceerd, wordt ze op elk punt van het traject alleen door de veren in
positie gehouden? Is dat niet het geval, neem dan contact op met uw
onderhoudsdienst.
• Doet dit probleem zich bij de eerste ingebruikneming voor, dan is de
poort mogelijks geblokkeerd. Poortblokkering uitschakelen.
• Aandrijving van de poort ontgrendelen en zonder poort proberen.
Werkvermogen en traject van de aandrijving evt. opnieuw programm-
eren als poort in orde is.
10. De aandrijving loopt slechts in één richting:
• Poortveren mogelijks defect of poort loopt moeilijk in een bepaalde
richting.
• Werkvermogen en traject van de aandrijving opnieuw programmeren
als de poort in orde is.
11. De riem klappert tegen de rail:
• Riemspanning veranderen. Meestal moet de oorzaak bij een te sterk
gespannen riem worden onderzocht. De veren van de spaninrichting
van de rail mogen niet volledig samengedrukt worden.
• De poort loopt niet gelijkmatig en verplaatst de aandrijving in trilbe-
wegingen. Poortbeweging verbeteren.
12. Poortaandrijving start niet wegens stroompanne:
• Aan de greep trekken om de loopwagen van de aandrijving te koppe-
len (manuele ontgrendeling). De poort kan nu met de hand worden
geopend en gesloten. Wordt de poortaandrijving opnieuw geacti-
veerd, dan wordt de loopwagen opnieuw verbonden na groene knop
gedrukt te hebben.
• Voor zover geïnstalleerd, wordt de loopwagen bij een stroompanne
met behulp van een externe noodontgrendeling van buiten de garage
van de aandrijving gekoppeld.