30
Je microscoop bestaat uit de volgende
onderdelen
1 10x WF oculair
2 20x WF oculair
3 Barlow-lens
4 Oculairbuis
5 Microscoopkop
6 Objectiefrevolver
7 Objectief
8 Klem
9 Microscooptafel
10 LED-lampje (doorvallend licht)
11 Microscoopvoet
12 Regelwiel voor de verlichting
13 Batterijvak
14 Scherpteregeling
15 Kleurenfilterschijf
16 LED-lampje (oplicht)
17 5 objectglazen, 10 dekglaasjes en 5 houdbare
preparate in een box van kunststof
18 Preparaten:
a) Gist
b) Zeezout
c) Garnaleneieren
d) Lege container
e) Lege container
19 Microtoom, apparaat om hele dunne plak-
jes te snijden
20 Garnalenbroedtank
21 Reageerbuis
22 Pincet
23 Naald
24 Mes
25 Stofkap
26 Container
27 Smartphone houder
Waar werk ik het best met de microscoop?
Let erop dat de tafel of kast of waar je de micro-
scoop op neer wilt zetten, stabiel is en stevig
staat zonder te wiebelen.
Hoe bedien ik de elektrische
LED-verlichting?
In de voet van de mi-
croscoop bevindt
zich het batterijvak
(13). Verwijder de
schroef op het deksel
van het batterijvak
met een geschikte
kruisschroevendraai-
er en verwijder het deksel van het batterijvak.
Leg nu de batterijen zo in de
vakken dat de platte minpolen (–) van de bat-
terijen tegen de veerklemmen drukken en de
pluspolen (+) van de batterijen dan de platte
contactplaatjes raken.
Sluit het batterijvak met het deksel en draai de
microscoop weer terug.
De microscoop heeft twee lampen. Er zitten
geen gloeilampen in, maar moderne lichtdiodes
(LED). De eerste lamp schijnt van onder op het
preparaat en de tweede lamp van boven. (Dat,
wat je onder de microscoop wilt bekijken, heet
trouwnes object of preparaat.) Je kunt elke
lamp apart gebruiken, maar ook allebei tegelijk.
Hiervoor dient het regelwiel (12). Hier staan drie
nummers op: I, II en III.
Kies je voor…
I,
dan komt het
licht van onderen
(doorlicht).
I, dan schijnt het
licht alleen van
boven (oplicht).
III, dan
belichten
beide lampen het
preparaat.
Voor doorzichtige objecten (doorlicht-objecten)
is nr. I het best. Om vaste, ondoorzichtige ob-
jecten (oplicht-objecten) te bekijken, kies je
voor nr. II. Voor halfdoorzichtige objecten ge-
bruik je het best nr. III.
Stand III is voor doorlicht-objecten op object-
glazen niet prettig werken, omdat er storende
spiegelingen op de objectdrager kunnen optre-
den.
Waarvoor gebruik ik de kleurenfilterschijf?
De kleurenfilterschijf (15) bevindt zich onder de
microscooptafel (9). De schijf is handig om erg