18
Gebruik
•
Focuswiel:
Kijk in het oculair (1) en draai aan het focuswiel (3) in een
van beide richtingen om scherp te stellen op een te obser-
veren object. Draai net zolang aan het wiel tot het beeld
scherp is.
•
Zoom:
Draai aan het zoomwiel (2) om een object dichterbij of ver-
derweg te zoomen. Gebruik dan weer het focuswiel (3) om
scherp te stellen.
•
Bewegen van de tubus:
dit spectief heeft een tubusring (6) met een blokkeerschroef
(7). Draai tegen de klok in aan de blokkeerschroef (7) om
de tubusring los te draaien. Je kunt dan de hele tubus (4)
om de eigen as draaien; hierdoor kun je de positie van het
oculair (1) veranderen. Om de tubus weer in de gewenste
positie vast te zetten, draai je de blokkeerschroef met de
klok mee vast.
•
Gebruik binnen en buiten:
ook als bepaalde dingen beter vanachter een geopend of
gesloten raam geobserveerd kunnen worden, krijg je de
beste resultaten altijd nog in de open lucht. Temperatuurs-
verschillen tussen de lucht binnen en buiten en de geringe
kwaliteit van vensterglas kunnen ervoor zorgen, dat de beel-
den door het spectief onscherp worden.
•
Dauwkap:
Bij slecht zicht door veel zonlicht kun je de zonneklep
(8) uitschuiven. Houd daarvoor de ring rond de ope-
ning van het spectief met een hand vast en trek hem
langzaam naar voren tot je een weerstand voelt. Maar kijk
nooit direct in of in de buurt van de zon zelf! Lees hiervoor
ook de waarschuwingen in deze handleiding.
Observeren van het landschap/de natuur
Bij het bekijken van landschappen of dingen in de natuur
kijk je vaak door hittegolven heen, die zich boven het aard-
oppervlak vormen. Dit soort hittegolven heb je misschien al
eens in de zomer boven een straat zien trillen. Door deze
hittegolven kan je beeld soms niet goed zijn. Als je last hebt
van hittegolven, kun je proberen om de scherpte iets te ver-
anderen, om een gelijkmatiger en beter beeld te krijgen.
Een andere goede tip is om het spectief vooral vroeg in de
ochtend te gebruiken, voordat het aardoppervlak te zeer
verwarmd is geraakt.