NL
54
Olie Aanbevelingen
(zie fig.
©
)
De motor wordt door Briggs & Stratton zonder olie
verzonden. Voordat de motor gestart wordt, deze
met olie vullen. Niet overvullen.
Gebruik een hoge kwaliteit detergerende olie die
geclassificeerd is “For Service SF, SG, SH, SJ” of hoger
zoals Briggs & Stratton SAE 30 olie, onderdeel-
nummer 100005. Gebruik geen speciale toevoegingen
met de aanbevolen oliën. Meng geen olie door de
benzine.
Kies de SAE viscositeit olie van deze kaart die past bij
de verwachte starttemperatuur voor de volgende keer
olie verversen.
Noot:
Synthetische olie die voldoet aan de
ILSAC GF-2, API certificatie markering en
API service symbool (links getoond) met
“SJ/CF ENERGY CONSERVING” of hoger,
is een acceptabele olie bij alle temperaturen.
Het gebruik van synthetische olie veran-
dert de olie verversingsintervallen niet
.
*
Luchtgekoelde motoren worden heter dan automo-
bielmotoren. Het gebruik van niet-synthetische
multi-grade oliën (5W-30, 10W-30, enz.) bij tempe-
raturen boven 4
°
C zal resulteren in hoger dan
normaal olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker
bij gebruik van multi-grade olie.
**
SAE 30 olie, indien gebruikt onder 4
°
C, zal
resulteren in slecht starten en mogelijke schade
aan de cilinderboring door onvoldoende sme-
ring.
Oliepeil controleren
(De oliecapaciteit is ongeveer
0,6 liter).
Plaats de motor waterpas en reinig rond de olie
vulopening
.
Verwijder de peilstok, met een schone doek afvegen,
opnieuw insteken en vastdraaien. Verwijder de peilstok
en controleer het oliepeil. De olie moet tot de “FULL”
(=vol) markering komen
.
OF
Verwijder de olievulplug
. De olie moet tot het punt
van overlopen zijn
.
Wanneer er olie nodig is, langzaam bijschenken. Draai
de peilstok of de olievulplug stevig vast voordat de
motor gestart wordt.
Brandstof Aanbevelingen
Gebruik schone, verse, loodvrije, normale benzine met
een minimum octaangetal van 77. Gelode benzine
mag gebruikt worden als deze verkrijgbaar is en
loodvrij niet. Schaf de benzine aan in hoeveelheden die
binnen 30 dagen kunnen worden opgebruikt. Zie
Opslag
Gebruik geen benzine die Methanol bevat. Meng geen
olie door de benzine.
Voor bescherming van de motor raden wij het gebruik
aan van Briggs & Stratton Brandstof Stabilisator,
verkrijgbaar bij een Geautoriseerde Briggs & Stratton
Service Dealer.
Benzineniveau Controleren
Voordat er getankt wordt,
de motor 2 minuten laten
afkoelen.
Reinigen rond de brandstof vulopening voordat de
tankdop verwijderd wordt. Vul de tank tot ongeveer
2 cm onder het laagste deel van de vulopening om de
brandstof te kunnen laten uitzetten. Wees voorzichtig
niet te overvullen.
Starten
(zie fig.
¡¢£
)
HOUD ALTIJD HANDEN EN VOETEN
WEG VAN BEWEGENDE MACHINE-
DELEN.
Gebruik geen onder druk staande
startvloeistof. De dampen zijn brand-
baar.
De machine waterpas starten, opslaan en bijtanken.
Oliepeil controleren.
OPGEPAST: OIL GARD
®
oliebewaking, indien hiermee
uitgerust,
(zie
10
fig.
¡
)
is bedoeld om te voorkomen
dat een motor met te weinig olie start.
OIL GARD
®
kan
mogelijk niet een draaiende motor uitschakelen. Motor-
schade kan optreden als de olie niet op peil gehouden
wordt en maakt garantiedekking ongeldig. Controleer
altijd het oliepeil voordat de motor gestart wordt.
Indien de motor is uitgerust met
OIL GARD
®
, en de
motor met te weinig olie draait, dan waarschuwt een
lampje op de motor voor een laag oliepeil. Wanneer het
lampje knippert en de motor niet gestart kan worden, of
gestopt is en niet opnieuw gestart kan worden, vul dan
olie bij. Vullen tot het punt van overstromen bij de
vulplug of de “FULL” (=vol) markering op de peilstok.
Niet overvullen.
Voor het starten
(zie fig.
¢
)
1. Beweeg de chokebediening naar de stand “CHO-
KE” of “START”
.
Noot: Indien de motor niet start, verwijder dan het
luchtfilter om de choke te controleren. De choke moet
volledig sluiten
. Als dit niet het geval is, zie
Afstellingen
.
2. Wanneer de machine afzonderlijke choke en
toerentalbedieningen heeft, de toerentalbediening
naar de stand “FAST”(=volgas) bewegen
.
3. De stopbediening naar de stand “ON” (=aan)
bewegen, indien hiermee uitgerust.
Repeteerstarter
(zie fig.
£
)
Grijp de koordgreep en trek langzaam
tot er weerstand gevoeld wordt. Trek
het koord dan snel uit om door de
compressie te komen, terugslag te
voorkomen en de motor te starten.
Zonodig herhalen met de choke in de
stand “RUN” (=aan) en de toerentalbediening in
“FAST” (=volgas). Wanneer de motor start, deze
gebruiken in de stand “FAST” (=volgas).
Elektrische starter
(zie fig.
£
)
Bij motoren die zijn uitgerust met een 12 volt startsys-
teem, de sleutel naar “START” draaien of de startknop
indrukken
. Zonodig herhalen met de toerentalbedie-
ning in de stand “FAST” (=volgas). Wanneer de motor
start, deze gebruiken in de stand “FAST”.
Noot: Als de machinefabrikant de accu geleverd heeft,
laad deze dan volgens de aanwijzingen van de
machinefabrikant op voordat getracht wordt de motor
te starten.
Noot: Start steeds kort achter elkaar (15 sec. per
minuut) om de levensduur van de startmotor te
verlengen. Langdurig tornen kan de startmotor be-
schadigen.
Stoppen
(zie fig.
¤
)
De chokebediening niet naar “CHOKE” bewegen om
de motor te stoppen. Er kan terugslag of motorschade
optreden. Beweeg de toerentalbediening naar de
positie “IDLE” (=stationair) of “SLOW” (=langzaam)
,
indien hiermee uitgerust. Draai dan de sleutel naar
“OFF” (=uit) of beweeg de stopbediening naar de stand
“STOP” of “OFF” (=uit)
.
Afstellingen
(zie fig.
¥
)
Om per ongeluk star-
ten te voorkomen, de
bougiekabel van de
bougie losnemen
en deze aan massa
leggen voor het afstellen, en de accu loskoppelen aan de
negatieve aansluiting, indien hiermee uitgerust.
Toerentalbediening afstellingen
Verwijder het luchtfilter (luchtfilterbasis niet getoond
voor de duidelijkheid). Draai de buitenkabel klem-
bout
op de carburateur of bedieningsplaat los.
Als de choke op afstand bediend wordt, de hefboom
verplaatsen tot deze de ring
net raakt.
Als de choke handbediend is, beweeg dan de buiten-
en binnenkabel
zover mogelijk in de richting van de
pijl.
Beweeg de toerentalbediening naar de stand “FAST”
(=volgas). Draai de buitenkabel klembout vast. Breng
het luchtfilter weer aan.
Vaste regulateurbediening
De regulateurbediening
is afgesteld op het maxi-
mum onbelast toerental dat door de machinefabrikant
is gespecificeerd. Als afstelling nodig is, raadpleeg dan
een Geautoriseerde Briggs & Stratton Service Dealer.
Stopschakelaar controleren
Beweeg de toerentalbediening naar de stand “STOP”,
indien hiermee uitgerust. De regulateur bedieningshef-
boom op de carburateur moet goed contact maken met
de stopschakelaar. Controleer dit en stel zonodig
opnieuw af.
Carburateur afstelling
De fabrikant van de machine waarop deze
motor is geïnstalleerd specificeert het maxi-
mum toerental waarop de motor gebruikt zal
worden. OVERTREF dit toerental NIET.
Raadpleeg een Geautoriseerde Briggs & Stratton
Dealer voor carburateur afstelling.
De carburateur op deze motor is voor lage emissies.
Het lucht/brandstof mengsel is niet verstelbaar
.
Alleen
de stationair toerentalschroef is verstelbaar. Afgere-
geld stationair toerental is op de fabriek afgesteld op
1750 T/Min.
Om het stationair toerental te verstellen, de motor
starten en ongeveer 5 minuten laten opwarmen. Plaats
dan met draaiende motor de toerentalbediening in de
stand “SLOW” (=langzaam). Draai de carburateur
gasklephefboom tegen de gasklepaanslag en houd