79
Nederlands
3.2 Eerste inbedrijfstelling
Voor een installatie door professionals:
Is al het bevestigings-/verpakkingsmateriaal uit de ruimte voor zout water verwijderd?
Is er een beschermingsfilter in aanstroomrichting in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat?
Is de water- en stroombeweging in het apparaat regelmatig en constant (leidingnetdruk van minstens
1,7 bar UK/1 bar EU)?
Werden de drukreductieventielen tot aan de aanslag geopend?
Werden de waterslangen correct aangesloten? (om verwisselingen bij de aansluiting te voorkomen
zijn aan de toevoer voor uw leidingwater/afvoer voor zacht water stromingsrichtingspijlen op de
aansluitingen aangebracht. Voor servicedoeleinden bevindt zich op de ventielschotel van het betref-
fende ventiel een kijkvenster met een positie-indicator voor de rotor).
Is de waterafvoerslang en de overloop apart naar het afvalwatersysteem gevoerd en aangesloten?
(zie installatie).
Heeft u de installateur over het onderhoudsschema geïnformeerd?
OPMERKING!
f
Alle aansluitingen en leidingknopen op lekken controleren.
Overhandiging van het apparaat aan de installateur:
Wanneer het tot een vertraging tussen de installatie/eerste inbedrijfstelling en de overhandiging van
het apparaat aan de installateur komt, moet een manuele regeneratie worden uitgevoerd. Aan de in-
stallateur moet uitgelegd worden hoe het apparaat werkt, wie het apparaat stuurt en controleert.
Verzeker dat de installateur in het bezit is van de installatie en de gebruiksaanwijzing.
Open de afdekking:
1
Display voor de controller
2
Typeplaatje en serienummer
3
Zout inlaat opslag container
4
Containers voor pekel inlaat
3.3 Aanwijzingen voor de installatie en het bedrijf
1. Om te beginnen:
De installatie van uw nieuwe waterontharder is relatief eenvoudig. Toch raden we aan om tijdens de
montage om beroep te doen op een installateur of op een ervaringsdeskundige Alvorens met de mon-
tage te beginnen moet u zich eerst vertrouwd maken met de gebruiksaanwijzing en de verschillende
componenten die nodig zijn voor de montage.
2. Positionering van de ontharder:
Meet de afmetingen van uw waterontharder om te verzekeren dat het apparaat op de daarvoor
bestemde plaats past. Vergeet IN GEEN GEVAL meer ruimte te voorzien voor de leidingaansluitingen
en voor de algemene toegang tot het apparaat, die nodig is om zout bij te vullen en voor toekomstige
controle- en reparatiewerkzaamheden. De afstand tussen de watertoevoer en de volgende afvoer
moet zo minimaal mogelijk zijn. Twee meter zijn ideaal, maar grotere afstanden zijn eveneens toege-
laten en zijn afhankelijk van de druk van het toevoerwater. Vergeet evenmin dat het gewicht van uw
waterontharder zal toenemen zodra het apparaat geïnstalleerd en met zout gevuld is. Daarom moet
u verzekeren dat het oppervlak, waarop u uw apparaat installeert, stabiel genoeg is, om een geschat
totale gewicht van (zie tabel Technische gegevens) te dragen.
Uw nieuwe waterontharder is ontworpen om bij een wateringangsdruk tussen 1,7 en 5,0 bar UK, 1,0
en 8,0 bar EU efficiënt en effectief te werken.
Wanneer uw watertoevoer buiten deze grenzen ligt, raden wij u aan een drukverhogingspomp of een
drukreductieventiel aan te brengen.
3