86
Nederlands
Laag „SALt“ alarm bevestigen:
OPMERKING!
f
Deze functie wordt naar wens geleverd en hoort niet bij de standaard uitvoering voor alle
modellen.
Open de afdekking. Vul het regeneratiezout in het voorraadreservoir.
Druk op de
[SET]
toets en houd de toets ingedrukt tot SALt in het display verdwijnt. Verzeker tijdens de
nieuwe vulling dat geen vuil in het zoutvoorraadreservoir komt (wanneer nodig, de verpakking van het
regeneratiezout reinigen vooraleer het te gebruiken).
Reinig het zoutvoorraadreservoir of de ruimte voor zoutwater met zuiver water wanneer dit vuil is.
Zoutverbruik:
Uw waterontharder wordt door een microprocessor gestuurd die het waterverbruik constant monitort.
Het systeem zal een overzicht van uw waterbehoefte opstellen en het spaarzaamste regeneratiepatroon
berekenen. Dit betekent voor u dat u constant zacht water kunt krijgen terwijl het water- en zoutpeil
efficiënt gehouden worden. Omdat uw waterontharder een proportioneel zoutwatersysteem gebruikt,
betekent het feit dat u met meer frequentie regeneraties uitvoert niet noodzakelijkerwijs een hoger
water-/zoutverbruik.
Toename van bewoners:
Een plotselinge verandering van uw waterverbruik heeft geen invloed op het rendement van uw water-
ontharder. Indien het aantal gebruikers toeneemt, zult u merken dat het waterverbruik verandert. Dat
kan ertoe leiden dat uw waterontharder met meer frequentie regenereert dan normaal. Wanneer het
verbruik opnieuw tot ene normale omvang verminderd wordt, daalt ook het aantal regeneraties tot een
normaal zoutverbruik.
Waterpeil in de behuizing van het apparaat:
Tijdens het normale bedrijf stijgt en daalt het waterpeil in de ontharder afhankelijk van het betreffende
regeneratieproces. Wanneer het apparaat binnen de vastgelegde bedrijfsparameters gebruikt wordt,
mag het water niet tot aan de overvulbuis komen. Komt het toch tot een overstroming, raadpleeg dan
in hoofdstuk 6, storingen zoeken. Wanneer een overloop opgetreden is verlaagt u het waterpeil tot de
helft en activeert u handmatig een regeneratiecyclus, zoals hierboven beschreven.
OPMERKING!
f
Controleer het waterpeil wekelijks na elke buitengewone gebeurtenis, zoals een stroomuitval.
4.3 Hardheid van het gemengde water instellen
De installatie werkt met uw ingestelde waarde van 300 ppm (ppm x 0,056= 1°dH). Om de waterhard-
heid te controleren, laat u op een nabijgelegen koudwaterkraan het water een tijdje lopen en daarna
controleert u de hardheid van het mengwater met behulp van de AQUATEST hardheidtester.
Pas de waarde met behulp van het ventiel „V“ aan de gewenste waarde aan.
Waterhardheid in ppm
Min., DN en Max. instellingen
Min.
Mid.
Max.
150
8
6
4
200
7
5
3
250
6
4
2
300
5
3
1
350
4
2
1
400
3
1
1
= Aantal dagen tussen regeneraties
3
3
4
6