44
FAMILY
NL
LEGENDA
1
≥ 1,5 m.
2
≥ 0,3 m.
3
Aanzicht dwarsdoorsnede
4
Beschermrooster
5
Opening van de bocht die omlaag gericht moet worden
Bij producten met een nominaal vermogen van minder dan 6 kW is het afgeraden om de verbrandingslucht van
buiten via een rechtstreekse inlaat aan te voeren, omdat dit problemen voor de verbranding kan veroorzaken.
Voor alle andere, NIET-HERMETISCHE producten is het aanbevolen om de aansluiting uit te voeren via een buis
waarvan de minimale diameter 50 mm en de maximale lengte 1 m bedraagt.
Bij dit type oplossing kan de externe luchtinlaat voor de verluchting (zie
worden beperkt van 80 cm
2
tot 67 cm
2
.
•
Het is verboden om een concentrische buis voor evacuatie van de rookgassen te installeren.
•
Tijdens het installeren is het noodzakelijk om de minimale afstanden te controleren voor de inlaat van de
verbrandingslucht (zie
).
•
Op de buitenmuur moet u een bocht van 90° installeren om de aanvoer van verbrandingslucht tegen de
invloed van de wind te beschermen: keer de opening van de bocht naar beneden (zie
Als de verbranding met dit type oplossing niet optimaal blijkt (vlam met weinig zuurstoftoevoer, de ruit wordt snel
vuil, enz.), dan kan het nodig zijn om de verbrandingsparameters van de kachel te wijzigen (neem contact op
met een erkende technicus) of om de lengte en het type van de uitgevoerde aansluiting te herzien.
Controleer bij de plaatselijke overheden of er beperkende normen zijn die op de inlaat van
verbrandingslucht betrekking hebben: is dat het geval, dan moeten deze in acht worden
genomen.
9.10
AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL
De pelletkachel werkt door de trek van rook die gestuwd wordt door een ventilator. Het is verplicht te controleren
of alle leidingen volgens de regels van het vak tot stand gekomen zijn, volgens de normen EN 1856-1, EN 1856-2
en UNI/TS 11278 inzake de keuze van de materialen. Het geheel moet in ieder geval gerealiseerd worden door
gespecialiseerde bedrijven of personeel volgens UNI 10683:2012.
•
De aansluiting tussen het apparaat en het rookkanaal moet kort zijn om de trek te bevorderen en
condensvorming in de leidingen te voorkomen.
•
Het rookkanaal moet groter of gelijk zijn aan de afvoerpijp (Ø80 mm).
•
Enkele modellen kachels hebben de afvoer aan de zijkant en/of de achterkant. Controleer of de ongebruikte
afvoer gesloten wordt met de bijgeleverde dop.
TYPE SYSTEEM
BUIS Ø80 mm
BUIS Ø100 mm
Minimum verticale lengte
1,5 m.
2 m.
Maximum lengte (met 1 aansluiting)
6,5 m.
8 m.
Maximum lengte (met 3 aansluitingen)
4,5 m.
6 m.
Maximum aantal aansluitingen
3
3
Horizontale delen (minimum helling 3%)
2 m.
2 m.
Installatie op een hoogte van meer dan 1200 meter n.a.p.
NEE
Verplicht
•
Gebruik specifieke buizen van plaatstaal voor rookkanalen met Ø80 mm of Ø100 mm, afhankelijk van het
type systeem, met siliconen pakkingen.
•
Het is verboden buigzame metalen buizen van vezelcement of aluminium te gebruiken.
•
Om van richting te veranderen is het verplicht altijd van aansluitingen gebruik te maken (met hoek > 90°),
met inspectiedop, zodat het gemakkelijk is om een periodieke reiniging van de leidingen uit te voeren.
•
Controleer na de reiniging altijd of de inspectiedoppen opnieuw hermetisch en met de eigen efficiënte
pakking gesloten worden.
•
Het is verboden meer apparaten op hetzelfde rookkanaal aan te sluiiten.
•
De installatie in een schoorsteenpijp met dubbele wand is verboden (concentrisch systeem).
•
Het is verboden om de rookafvoer van zich erboven bevindende afzuigkappen in hetzelfde rookkanaal te
voeren.
•
Het is verboden de verbrandingsproducten rechtstreeks via de muur naar buiten af te voeren, of naar
gesloten ruimtes, ook wanneer deze onoverdekt zijn (se
).