61
WALL - SMALL - STYLE
NL
•
Teveel pellets in de vuurpot, of vochtige pellets, of een vuile vuurpot, maken het ontsteken moeilijk, veroorzaken
witte, dichte rook die schadelijk voor de gezondheid is en kunnen explosies in de verbrandingskamer tot
gevolg hebben. Men dient daarom tijdens de ontstekingsfase niet voor de kachel te blijven staan als witte,
dichte rook waargenomen wordt.
Als de vlam na enkele maanden zwak is en/of oranje van kleur, of als het glas de neiging
vertoont steeds erg zwart te worden, of de vuurpot de neiging vertoont een aanslag te
vormen, reinig dan de kachel, reinig de rookleiding en reinig het rookkanaal.
12.7
GEEN ENERGIE
•
Na een black-out van de elektrische energie van minder dan 5 seconden, keert de kachel terug naar het
vermogen waarop hij ingesteld was.
•
Na een black-out van de elektrische energie van meer dan 5 seconden, treedt de kachel de fase "WACHT
AFKOELEN" binnen. Na afloop van de koelfase gaat de kachel automatisch opnieuw van start met de diverse
12.8
SET TEMPERATUUR
•
Om de omgevingstemperatuur te wijzigen, volstaat het op de toetsen P1 en P2 te drukken, al naargelang de
gewenste temperatuur, en "SET TEMP RUIMTE" weer te geven.
•
Druk één enkele keer op toets P1 om de ingestelde temperatuur te laten weergeven.
12.9
TEMPERATUUR ROOKGASSEN
Om de temperatuur van de rookgassen bij de uitgang van de afvoerpijp te controleren, volstaat het toets P2
ingedrukt te houden.
12.10
UITSCHAKELING
Om de kachel uit te schakelen, houdt u toets P4 ingedrukt: op display verschijnt de tekst "EINDE REINIGIN". Na
circa 10 minunten gaat ook de rookgassenafzuiger uit (dit gebeurt altijd, onafhankelijk van het feit of de kachel
warm of koud is). Vervolgens verschijnt "OFF".
12.11
INSTELLINGEN KLOK
•
Druk op toets P3 en vervolgens op toets P5 tot het menu (02) "SET KLOK" geaccentueerd wordt.
•
Druk één keer op P3 (DAG) en selecteer met toetsen P1 en P2 de dag van de week (maandag, dinsdag,
woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag).
•
Druk een tweede keer op toets P3 (UREN) en stel het uur in met toetsen P1 en P2.
•
Druk een derde keer op toets P3 (MINUTEN) en stel de minuten in met toetsen P1 en P2.
•
Druk een vierde keer op toets P3 (DAG) en stel de dag van de maand in (1, 2, 3 ...29, 30, 31) met toetsen P1
en P2.
•
Druk een vijfde keer op toets P3 (MAAND) en stel de maand in met toetsen P1 en P2.
•
Druk een zesde keer op de toets P3 (JAAR) en stel het jaar in met toetsen P1 en P2.
•
Druk twee keer op P4 om de programmering te verlaten.
12.12
DAGPROGRAMMERING
Maakt het mogelijk de functies van de dag-chronothermostaat in te schakelen, uit te schakelen en in te stellen.
Druk op toets P3 en vervolgens op toets P5 tot het menu (03) "SET CHRONO" weergegeven wordt. Druk één keer
op toets P3 en selecteer met toetsen P5 en P6 "PROGRAM DAG". Druk één keer op P3 waarna "CHRONO DAG"
verschijnt. Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.
Het is mogelijk twee tijdzones voor de werking in te stellen die door de ingestelde tijden afgebakend worden.
Na "CHRONO DAG":
•
Druk op P5: nu verschijnt de tekst "START 1". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip van
inschakeling in, of "OFF".
•
Druk op P5: nu verschijnt de tekst "STOP 1". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip van
inschakeling in, of "OFF".
•
Druk op P5: nu verschijnt de tekst "START 2". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip van
inschakeling in, of "OFF".
•
Druk op P5: nu verschijnt de tekst "STOP 2". Voer met toetsen P1 en P2 de waarde van het tijdstip van
inschakeling in, of "OFF".
•
Druk drie keer op toets P4 om het menu te verlaten.
12.13
WEEKENDPROGRAMMERING
Maakt het mogelijk de functies van de dag-chronothermostaat in te schakelen, uit te schakelen en in te stellen.
Druk op toets P3 en vervolgens op toets P5 tot het menu (03) "SET CHRONO" weergegeven wordt. Druk één keer
op toets P3 en selecteer met toetsen P5 en P6 "PROGRAM WEEKEND". Druk één keer op P3 waarna "CHRONO
WEEKEND" verschijnt. Stel met toetsen P1 en P2 "OFF" of "ON" in.