9
Controleer regelmatig of de aansluitkabels goed vastzitten.
Gooi elektrische apparaten niet weg met het gewone huishoudelijke afval! Afgedankte elektrische en elektronische apparaten
moeten gescheiden worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze worden gerecycled. Meer informatie over het afvoeren
van elektrische en elektronische apparaten kunt u opvragen bij de gemeente of het stadsbestuur.
5.1 OVERZICHT
5.2 INBOUW
6. ONDERHOUD EN VERZORGING
6.1 ONDERHOUD
6.2 VERZORGING
7. INFORMATIE OVER DE BESCHERMING VAN HET MILIEU
8. CONTACTINFORMATIE
EAL GmbH
Otto-Hausmann-Ring 107
42115 Wuppertal, Deutschland
+49 (0)202 42 92 83 0
+49 (0) 202 42 92 83 – 160
info@eal-vertrieb.com
www.eal-vertrieb.com
© EAL GmbH, 46008, 11. 2019
1 Sleutel
2 Beschermkap
3 Bevestigingsgat
4 Aansluitbouten
Bevestig de accuschakelaar op een solide oppervlak, wandbekleding, accu-
kast, scheidingswand van een opbergvak, stuurkolom of iets dergelijks. De
inbouwmaten vindt u in afb. 2. Zorg voor voldoende ruimte om de kabels
aan te sluiten.
5.3 AANSLUITING
Verbind de accuschakelaar tussen de positieve pool van de accu en de posi-
tieve pool van de verbruiker, afb. 3.
Sluit geen verbruikers aan met een hoog stroomverbruik, zoals een starter.
Bij reglementair gebruik is de accuschakelaar onderhoudsvrij.
Afb. 1: Overzicht
5. GEBRUIKSAANWIJZING
Zorg ervoor dat de aansluitbouten op voldoende afstand
liggen van geaarde metalen onderdelen, zoals carrosserie-
platen, motorsteunen enz.
De accuschakelaar is uitsluitend geschikt voor een stroom-
sterkte van max. 200 A, kortstondig.
Bij personenauto‘s onderbreekt u de l30, permanent plus. Gebruik zo kort mogelijke kabels en houd altijd de juiste kabeldoorsnede aan.
Vraag voor de inbouw om advies bij uw garage of uw voertuig geschikt is voor het installeren van de accuschakelaar.
Zorg ervoor dat de dimensionering van de aansluitkabel toereikend is!
Inschakelen: steek de sleutel in de schakelaar en draai deze rechtsom totdat hij voelbaar inklikt.
Uitschakelen: draai de sleutel linksom totdat deze loskomt uit de vergrendeling. Trek de sleutel uit de schakelaar.
Bewaar de sleutel op een veilige plaats.
5.4 DE SCHAKELAAR BEDIENEN
Afb. 3: Aansluitvoorbeeld
Afb. 2: Inbouwmaten