De inductieplaat maakt een brommend geluid.
• Dit is normaal. De koelventilator voor de elektronische
componenten draait.
De inductieplaat maakt een licht fluitend geluid.
• Dit is normaal. Gezien de bedrijfsfrequentie van de
inductoren, kan een licht fluitend geluid hoorbaar zijn
a l s m e e rd e re k o o k z o n e s o p m a x i m a a l v e r m o g e n
worden gebruikt.
De kookzones handhaven geen lichte bouillon of frituur.
• Gebruik uitsluitend pannen met vlakke bodem. Bij de minste
afstand tussen de pan en het kookvlak is een correcte
warmteoverdracht tussen de kookzone en de pan onmogelijk.
• De bodem van de pan moet volledig de diameter van de
geselecteerde kookzone dekken.
Te traag kookproces.
• Gebruik van niet aangepaste pannen. Gebruik uitsluitend
kookgerief met een vlakke, zware bodem en met een diameter
die overeenstemt met de kookzone.
Kleine krassen op het glazen oppervlak.
• Verkeerde reinigingsmethode, of pannen met ruwe bodem, of
zand- of zoutdeeltjes tussen het kookvlak en de pan. Raadpleeg
het hoofdstuk “ONDERHOUD”.
Zorg ervoor dat de panbodem vóór gebruik zuiver is
en gebruik uitsluitend pannen met een gladde bodem.
De krassen kunnen slechts beperkt worden door een
doelmatige schoonmaak.
Sporen van metaal
• Verschuif geen voorwerpen in aluminium op het kookvlak;
raadpleeg de schoonmaakinstructies.
• U gebruikt verkeerd kookgerief.
De vlekken blijven. Neem een krabber en volg de instructies
van
het hoofdstuk “ONDERHOUD”.
Donkere vlekken
• Neem een krabber en volg de instructies van het hoofdstuk
“ONDERHOUD”.
Heldere vlekken op het kookvlak.
• Sporen van aluminium of koperen pannen, maar eventueel ook
van water, mineraal- of voedselresten.
Deze kunnen verwijderd worden met een reinigingscrème.
Gesmolten suiker of plastiek op het kookvlak.
• Raadpleeg het hoofdstuk “ONDERHOUD”.
Het kookvlak werkt niet.
• Een grote overborreling of voorwerp bedekt minstens 3
bedieningstoetsen gedurende minimum 10 seconden. Reinig
de
overborreling of verwijder het voorwerp.
• De bedieningsconsole is vergrendeld. Druk op de vergrende-
lingtoets om de bedieningen te ontgrendelen.
Het kookvlak schakelt niet uit.
• De bedieningsconsole is vergrendeld. Druk op de vergrende-
lingtoets om de bedieningen te ontgrendelen. Raadpleeg het
hoofdstuk “Werkingsduur” op pagina 22.
Het kookvlak schakelt automatisch uit.
• Een grote overborreling bedekt minstens 2 bedieningstoetsen
gedurende minimum 10 seconden, het kookvlak schakelt in
veiligheidsmodus en bliept. Reinig de overborreling of verwijder
het voorwerp.
• De kookzones stoppen automatisch wanneer ze gedurende een
tamelijk lange periode zijn ingeschakeld. Raadpleeg het hoofdstuk
“Werkingsduur” op pagina 22.
Stop/start cyclusduur van kookzones.
• De stop/startcyclus hangt af van het gewenste vermogenniveau:
-
laag vermogen: korte werkingsduur,
-
hoog vermogen: lange werkingsduur.
Het gehele kookvlak of sommige kookzones werken niet.
• Vraag een technieker te controleren of de aansluiting
overeenstemt met de instructies op pagina 20.
De «H» resthitte icoon knippert.
• De temperatuur van de elektronische componenten is te hoog.
Vraag een technieker de installatie van het kookvlak te controleren
in overeenstemming met de instructies van pagina 20.
Dit apparaat voldoet aan de Europese richtlijnen
2002/96/EC voor elektrische en elektronische
afval.
Door dit apparaat correct te verwijderen, helpt
u het potentiële negatieve gevolg voor de
omgeving en menselijke gezondheid te
voorkomen., welke anders door onjuiste
verwijdering zou kunnen worden veroorzaakt.
Het symbool op het product duidt aan dat dit
product niet behandeld zal worden als huishuidelijk afval. In
plaats daarvan zal het apparaat naar het verzamelpunt voor de
recycling van elektrische en elektronische uitrusting gaan.
De verwijdering moet in overeenstemming met plaatselijke
milieuvoorschriften voor afvalverwerking uitgevoerd worden
Voor meer gedetailleerde informatie over de verwijderingvan dit
product, neemt u contact op met uw gemeenlijke reinigingsdienst
of de dealer waar u het apparaat heeft gekocht.
TROUBLESHOOTING
24 NL