37
Nederlands
Montagehandleiding
Neem alle losse onderdelen uit de verpakking, leg deze op de grond en controleer
aan de hand van de stuklijst uit de montageen bedieningshandleiding of alle
onderdelen aanwezig zijn. Hierbij moet er op worden gelet dat een aantal
onderdelen rechtstreeks met het onderstel zijn verbonden en voorgemonteerd
zijn.
Bovendien zijn enkele andere losse delen ook al tot eenheden samengevoegd.
Hierdoor kunt het apparaat gemakkelijker en sneller monteren.
Stap1 :
Montage van de voorste en van de achterste voet (31+55)
1.
Monteer de voorste poot (55) met de vooraf gemonteerde transportrollen (54)
op het onderstel (28). Gebruik daarvoor twee bouten (32), tussenringen (56),
veerringen (65) en dopmoeren (29).
2.
Monteer de afdekdoppen met hoogte compensatie (30) op het achterste poot
(56) met de bouten (66).
3.
Monteer de achterste poot (31) met de vooraf gemonteerde afdekdoppen
(30) op het onderstel (28). Gebruik daarvoor twee bouten (32), tussenringen (56),
veerringen (65) en dopmoeren (29).
Na de montage kunt u kleine oneffenheden van de vloer compenseren door
aan de twee hoogte compensatie (30) te draaien. Het apparaat moet zo worden
opgesteld, dat het tijdens de training niet uit zichzelf beweegt.
Stap 2:
Montage van de pedalen (21)
1.
Schroef het rechter pedaal (21R) in de pedaalcrank (22R) aan de zijde die tijdens
de training rechts is. (Let op! De schroefrichting is in wijzerrichting).
2.
Schroef het linker pedaal (21L) in de pedaalcrank (22L) aan de zijde die tijdens
de training links is. (Let op! De schroefrichting is in tegenwijzerrichting).
(De rangschikking van de losse onderdelen is vereenvoudigd doordat de
rechter onderdelen met de letter R en de linker onderdelen met de letter L zijn
gemarkeerd.)
3.
Vervolgens monteert u de pedaalvastzetbanden links en rechts aan de
desbetreffende pedaal.
Stap 3:
Montage van de steunbuis (60) voor het stuur
1.
Pak de stuurbuis (60) waarin de computerkabel (63) al geplaatst is. Verbind
de stekker voor de computerkabel (63) die uit de onderkant van de stuurbuis
(60) steekt met de bijbehorende stekker voor de computerkabel (58) die uit het
onderstel (28) steekt.
2.
Plaats de stuurbuis (60) in de bijbehorende buis van het onderstel (28). Let
hierbij op dat de in stap 3.1 gemaakte kabelverbindingen niet bekneld raken.
Schuif de kabelverbinding langzaam naar onderen in de buis van het onderstel
wanneer u de stuurbuis (60) plaatst. Schroef de stuurbuis (60) m.b.v. bouten (57),
veerringen (65) en onderlegplaatjes (56) op het frame (28).
Summary of Contents for 98062
Page 3: ...3 Deutsch ...