77
d) Diodetest
Zorg er voor dat alle delen van circuits, schakelaars en componenten
en andere meetobjecten geen spanning voeren en ontladen zijn.
1. Schakel de DMM in en kies het meetbereik
met de draaiknop (5).
2. Steek het rode meetsnoer in bus
(8) en het zwarte meetsnoer in de COM-bus (9).
3. Controleer of de meetsnoeren goed zijn door de meetpennen tegen elkaar te houden. Hierbij moet
de waarde ongeveer 0 V zijn. Er klinkt een akoestisch signaal.
4. Sluit nu de beide meetsnoeren aan op het te meten object (diode).
5. Het uitleesvenster geeft nu de doorgangsspanning aan in volt (V). De open-circuitspanning is
ongeveer 2,6 V.
6. Als er een “1” (aan de linkerkant van het uitleesvenster) wordt weergegeven, dan wordt de diode
in tegengestelde richting gemeten of is de diode stuk (onderbroken). Voer dan een meting met
verwisseling van de meetpennen (ompolen) uit om dit te controleren. Het rode meetsnoer komt
overeen met de positieve pool (anode), het zwarte meetsnoer met de negatieve pool (kathode).
Een siliciumdiode heeft een doorgangsspanning van circa 0,5 – 0,8 V. Als de diode in de juiste richting
is geplaatst, klinkt er een akoestisch signaal.
7. Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. Zet de
draaiknop (5) in de stand “OFF” (uit).
e) Continuïteitstest
1. Schakel de DMM in en kies het meetbereik
met de draaiknop (5).
2. Steek het rode meetsnoer in bus
(8) en het zwarte meetsnoer in de COM-bus (9).
3. Controleer of de meetsnoeren goed zijn door de meetpennen tegen elkaar te houden. Hierbij moet
de waarde ongeveer 0 V zijn. Er klinkt een akoestisch signaal.
4. Sluit nu de beide meetpennen aan op de contactpunten om de doorgang te testen.
5. Het uitleesvenster geeft de doorgangsspanning aan in volt (V).
6. Als er een “1” (aan de linkerkant van het uitleesvenster) wordt weergegeven, dan behoren de beide
contactpunten niet tot een gesloten circuit, of is de verbinding onderbroken. Als de twee eindpunten
zich in een gesloten circuit bevinden en de weerstand lager is dan 10
Ω
, dan klinkt er een akoestisch
signaal.
7. Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. Zet de
draaiknop (5) in de stand “OFF” (uit).
Summary of Contents for 11 1406
Page 87: ...87...