100
W
W
I
I
L
L
D
D
B
B
I
I
E
E
R
R
Als
het
bier
getapt
wordt
levert
dat
niets
dan,
of
teveel,
schuim
en
te
weinig
vloeistof
op.
OORZAKEN
OPLOSSINGEN
Het
bier
wordt
niet
op
de
juiste
manier
in
het
glas
getapt.
Open
de
kraan
volledig
in
één
snelle
beweging.
Bepaal
en
ga
dan
na
of
bij
het
tappen
de
juiste
afstand
van
het
glas
ten
opzichte
van
de
tuit
wordt
gerespecteert.
Een
goede
schuimkraag
moet
romig,
vol
en
2
tot
3
cm
hoog
zijn.
Ontwikkeling
van
gisten
in,
en
verstoppingen
van,
de
tapkraan.
Versleten
onderdelen
en
versleten
pakking
van
de
tapkraan.
Maak
de
tuit
van
de
tapkraan
elke
dag
schoon
met
een
borstel.
Demonteer
alle
binnenstukken
van
de
tapkraan
minstens
één
keer
per
week.
Vervang
versleten
pakkingen.
Als
de
tapkraan
niet
volledig
opengaat
zullen
de
versleten
onderdelen,
of
mischien
de
volledige
tapkraan,
moeten
worden
vervangen.
Knopen,
inkepingen
of
knikken
in
spiraalbuis
of
tapslangen
:
bron
van
belemmeringen
ter
hoogte
van
of
achter
de
kraan.
Controleer
en
vervang
de
slangen
tussen
biervat
en
tapkraan
die
knopen,
inkepingen
of
knikken
vertonen.
Ga
na
of
de
koppelverbindingen
achter
de
tapkraan
niet
versleten
zijn
wantdat
kan
belemmeringen
veroorzaken.
Verplettering
of
verstopping
van
een
buis.
Zorg
ervoor
dat
alle
metalen
buizen
tussen
vat
en
kraan
recht
zijn
;
en
dat
ze
niet
verstopt
raken
want
dat
zou
kunnen
leiden
tot
wild
bier.
Het
bier
aan
de
kraan
is
te
warm
De
temperatuur
aan
de
kraan
moet
steeds
ten
minste
2
graden
kouder
zijn
dan
in
het
vat.
Warme
punten
in
de
buis.
Isoleer
alle
leidingen
van
het
bier;
bij
een
langdurige
verplaatsing
van
het
bier
moet
koeling
worden
voorzien.
Isolatie
helpt.
Maar
isolatie
is
niet
hetzelfde
als
koeling.
Houd
alle
bierkanalen
op
afstand
van
leidingen
voor
warm
water,
warme
lucht
en
dampen.
Een
koud
wasemkanaal
in
de
zomer
is
een
warm
wasemkanaal
in
de
winter.
Koelsysteem
of
Directe
verdeler
zijn
te
warm.
Zet
nooit
het
koelsysteem
uit
–
dag
noch
nacht.
Geen
koude
opslagplaats
beschikbaar
om
het
bier
te
leveren.
Het
bier
in
het
vat
wordt
warm
geleverd.
Systemen
met
een
rechtstreeks
tapsysteem
moeten
op
de
juiste
manier
uitgebalanceerd
zijn
om
de
nodige
druk
te
kunnen
leveren
als
de
temperatuur
waaraan
de
vaten
werden
blootgesteld
het
hoogst
is.
Om
het
systeem
in
evenwicht
te
brengen
kan
men
gebruik
maken
van
een
kraan
die
het
bier
controleert.
Teveel
luchtdruk
Controleer
de
luchtdrukbron.
Stel
de
druk
zodanig
in
dat
het
systeem
correct
in
evenwicht
wordt
gebracht.
Als
het
bierdebiet
correct
is
vult
men
een
glas
van
30
cl
in
4
seconden
met
bier
dat
de
juiste
temperatuur
heeft.
Teveel
CO
2
.
Stel
een
zo
laag
mogelijke
druk
in
wanneer
u
CO
2
gebruikt.
Vergeet
echter
niet
dat
de
toegepaste
druk
lichtjes
hoger
moet
zijn
dan
de
interne
druk
van
het
bier
(pas
niet
meer
dan
8
kg
toe)
Hoe
kouder
het
bier,
hoe
belangrijker
de
toegepaste
CO
2
druk
en
hoe
sneller
het
bier
de
CO
2
absorbeert.
Door
het
teveel
aan
koolzuurgas
ontstaat
bier
dat
we
Wild
Bier
noemen.
Onvoldoende
druk
Geen
druk
Controleer
slecht
werkende
ventilatieopeningen
(zie
plat
bier)
Zorg
eerst
voor
druk
vooraleer
u
begint
met
biertappen.
Oud
bier
Laat
de
stock
draaien.
Het
oudste
bier
moet
het
eerst
worden
getapt;
als
men
het
bier
geruime
tijd
aan
een
temperatuur
van
ongeveer
45°
heeft
bewaard,
kan
het
aan
een
tweede
fermentatie
begonnen
zijn.
Stockeer
het
bier
het
ganse
jaar
door
aan
40°
.
Summary of Contents for DB66
Page 2: ...2 ...
Page 103: ...103 ...