11
©
2019 Columbus McKinnon Industrial Products GmbH
NL - originele gebruiksaanwijzing (geldt ook
voor speciale modellen)
I
NTRODUCTIE
De producten van CMCO Industrial Products GmbH zijn vervaardigd naar de laatste
stand der techniek en algemeen erkende normen. Door ondeskundig gebruik kunnen
desondanks gevaren ontstaan voor lijf en leven van de gebruiker of derden evenals
beschadigingen aan het hijsmiddel of andere zaken. De gebruikers moeten voor eerste
gebruik geïnstrueerd worden. Hiervoor moeten alle gebruikers deze handleiding
zorgvuldig lezen.
Deze handleiding is bedoeld om het product te leren kennen en zijn capaciteiten
optimaal te kunnen benutten. De handleiding bevat belangrijke informatie om het
product veilig, correct en economisch te kunnen gebruiken. Het naleven hiervan helpt
om gevaren te vermijden, reparatiekosten, downtime te verminderen en de
betrouwbaarheid en levensduur van het product te verhogen. Deze handleiding moet
altijd op de gebruikslocatie beschikbaar zijn. Naast de handleiding en de plaatselijk
geldende ongevallenpreventie voorschriften moeten ook de algemeen erkende regels
voor veilig en professioneel gebruik in acht worden genomen.
Het personeel dat het apparaat bedient, onderhoudt of repareert moet deze handleiding
lezen, begrijpen en opvolgen.
De beschreven maatregelen leiden alleen tot het vereiste niveau van veiligheid, als het
product gebruikt wordt in overeenstemming met de bestemming en geïnstalleerd c.q.
onderhouden wordt volgens de instructies. De eigenaar is verplicht om een
betrouwbare en veilige werking te garanderen.
C
ORRECT
G
EBRUIK
Het apparaat wordt gebruikt voor het hijsen, laten zakken, trekken en spannen van
lasten.
Het apparaat is tevens geschikt voor het veilig vastmaken van lading op bijv.
vrachtwagens op openbare wegen volgens EN12195. Hiervoor dient de spankracht
STF evenals de handkracht SHF, die op het typeplaatje aangegeven zijn, in acht te
worden genomen. (
→
Tab. 1)
LET OP: Dit product mag alleen gebruikt worden in situaties waarbij de
draagkracht van het apparaat en / of de draagconstructie niet verandert met de
positie van de last.
Elk ander of overschrijdend gebruik geldt als niet correct gebruik. Columbus McKinnon
Industrial Products GmbH zal geen enkele verantwoordelijkheid accepteren voor
hierdoor ontstane schade. Het risico ligt enkel en alleen bij de gebruiker of het bedrijf
waar het apparaat eigendom van is.
De capaciteit die op het apparaat is aangegeven, is de maximale last (WLL) die
bevestigd mag worden.
Als het hijsmiddel regelmatig gebruikt wordt voor het laten zakken van grote hoogten of
continu gebruikt wordt, dient vanwege eventuele oververhitting eerst de fabrikant
geraadpleegd te worden.
Zowel de boven- als de onderhaak van het apparaat moet zich op het moment van
hijsen van de last in een loodrechte lijn boven het zwaartepunt (S) van de last bevinden
om slingeren van de last te voorkomen.
De keuze en berekening van de geschikte draagconstructie zijn de verantwoordelijkheid
van het bedrijf dat het apparaat bezit.
Het bevestigingspunt en zijn draagconstructie moet ontworpen zijn voor de te
verwachten maximale belastingen (eigengewicht van het ap capaciteit).
Bij het ingangen van de takel, moet de gebruiker ervoor zorgen dat deze zo kan worden
bediend dat hijzelf of anderen niet in gevaar worden gebracht door de takel zelf, de
ophanging of de last.
De gebruiker mag pas beginnen met het verplaatsen van de last als hij zich ervan heeft
overtuigd dat de last goed is bevestigd en dat er zich geen personen in de gevarenzone
bevinden.
Personeel mag nooit onder een hangende last lopen of zich eronder ophouden.
Een geheven of geklemde last mag niet onbeheerd blijven of geheven of geklemd
blijven voor langere tijd.
De takel kan in een omgevingstemperatuur tussen –10°C en +50°C gebruikt worden.
Bij extreme omstandigheden dient de fabrikant geraadpleegd te worden.
Let op: bij omgevingstemperatuur onder 0°C voor gebruik controleren of de rem
bevroren is door 2-3 keer een kleine last te hijsen en te laten zakken.
Voordat u de takel kunt gebruiken in speciale omgevingen (hoge luchtvochtigheid, zout,
corrosief, chemisch) of voor het verplaatsen van gevaarlijke goederen (bijvoorbeeld
gesmolten stoffen, radioactief materiaal) moet er overleg gepleegd worden met de
fabrikant.
Om de last vast te maken mogen alleen goedgekeurde en gecertificeerde hijsmiddelen
worden gebruikt.
Juist gebruik houdt in dat niet alleen de handleiding in acht genomen moet worden
maar dat ook de onderhoudsinstructies opgevolgd moeten worden.
Bij functiestoringen of abnormaal geluid tijdens gebruik dient het gebruik van de takel
direct gestopt te worden.
I
NCORRECT
G
EBRUIK
(lijst niet compleet)
Overschrijd nooit het nominale draagvermogen (WLL) van het apparaat en / of de
draagmiddel en de draagconstructie.
Het apparaat mag niet voor het lostrekken van vastgemaakte last gebruikt worden. Het
is eveneens verboden om een last in de slappe ketting te laten vallen (het gevaar
bestaat dat de ketting breekt).
Het is verboden om etiketten, waarschuwingsinformatie of typeplaatje te verwijderen of
te bedekken (bijv. door er een sticker overheen te plakken).
Voorkom bij het verplaatsen van lasten dat deze kan zwenken of in contact kan komen
met andere voorwerpen.
De last mag niet in een omgeving verplaatst worden die voor de gebruiker niet
zichtbaar is.
Het is niet toegestaan om het apparaat gemotoriseerd aan te drijven.
De hendel mag niet langer gemaakt worden. Er mogen alleen originele hendels
gebruikt worden.
Het apparaat mag nooit met meer kracht dan de kracht van een persoon bediend
worden.
Lassen aan de haak en lastketting is ten strengste verboden. De lastketting mag niet
worden gebruikt als aardleiding bij het lassen.
Scheef trekken, oftewel het zijdelings belasten van de behuizing en / of het onderblok is
verboden.
De lastketting mag niet als slingerketting gebruikt worden.
Een apparaat dat veranderd is zonder de fabrikant te raadplegen mag niet gebruikt
worden.
Het is verboden om de takel voor het transport van personen te gebruiken.
Maak geen knopen in de lastketting. De lastketting niet met bouten, schroeven,
schroevendraaiers of iets dergelijks met elkaar verbinden. Lastkettingen die in de takel
ingebouwd zijn mogen niet gerepareerd worden.
Het is verboden de veiligheidsklep van de boven- of onderhaak te verwijderen.
De punt van de haak niet belasten. Het hijsmiddel moet altijd onderin de haak geplaatst
zijn.
Het kettingeindstuk mag niet als bedrijfsmatige hijsbegrenzing toegepast worden.
Het draaien van lasten onder normale werkomstandigheden is niet toegestaan
aangezien de onderblokken van het apparaat hiervoor niet geschikt zijn. Als de last bij
normaal gebruik rondgedraaid moet kunnen worden, dient een wartel gebruikt te
worden of moet met de fabrikant overlegd worden.
Er mag slechts één lastopnamemiddel in de onderhaak van de takel opgehangen
worden.
Nooit naar bewegende delen grijpen.
Het apparaat niet van grote hoogte laten vallen. Het dient altijd correct op de grond
geplaatst te worden.
Het apparaat mag niet in een potentieel explosiegevaarlijke omgeving gebruikt worden.
M
ONTAGE
Controle van het ophangpunt
Het ophangpunt voor de takel moet zo worden gekozen dat de draagconstructie
waaraan deze gemonteerd wordt voldoende stabiliteit biedt en de te verwachte
krachten veilig opgevangen kunnen worden.
Zorg ervoor dat het apparaat zich zelfs onder last vrij kan uitlijnen, anders kunnen er
onnodige extra krachten optreden.
De keuze en het ontwerp van de geschikte draagconstructie rust op de gebruiker.
I
NSPECTIE VOOR
I
NGEBRUIKNAME
Voor de eerste ingebruikname, voor het opnieuw in gebruik nemen en na wezenlijke
veranderingen dienen zowel product als draagconstructie door een bekwaam persoon*
geïnspecteerd te worden. De inspectie bestaat voornamelijk uit een zicht- en
functiecontrole. Deze inspecties dienen er voor om vast te stellen dat de takel veilig,
correct geïnstalleerd is, klaar voor gebruik en dat eventuele defecten of schade
vastgesteld en verholpen zijn.
* Bekwame personen kunnen bijv. de onderhoudsmonteurs van de fabrikant of
leverancier zijn. De ondernemer kan de controle echter ook uit laten voeren door eigen
personeel dat speciaal daarvoor opgeleid is.
Voor ingebruikname de kettingaandrijving in onbelaste toestand testen.
I
NSPECTIE VOOR
W
ERKAANVANG
Voor elk gebruik het apparaat inclusief de ophanging, uitrusting en draagstructuur op
zichtbare gebreken en fouten, zoals vervormingen, scheuren, slijtage en corrosie
controleren. Hiernaast de rem controleren en of de takel en de last correct zijn
ingehangen.
Controle van de remwerking
Voor werkaanvang, controleer altijd de werking van de rem:
Om dit te doen, hijs, trek of span een last en laat deze weer laten zakken/ontlasten over
een korte afstand. Wanneer de hendel wordt losgelaten, moet de last in elke positie
gehouden worden.
Deze controle is er om voor te zorgen dat ook bij temperaturen onder 0 ° C, de
remschijven niet bevriezen. Herhaal dit tenminste tweemaal, voordat er verder wordt
werk.
LET OP: Als de rem niet goed werkt, moet het apparaat onmiddellijk buiten
gebruik worden gesteld en de fabrikant moet ingelicht worden!
Inspectie van het aanslagpunt
Het bevestigingspunt voor de takel moet zo gekozen worden, dat de draagconstructie
waar het aan gemonteerd moet worden voldoende stabiliteit biedt en dat de te
verwachten krachten veilig opgenomen kunnen worden.
Zorg ervoor dat het apparaat ook onder last vrij kan bewegen, aangezien er anders
ontoelaatbare extra last kan ontstaan.
De keuze en berekening van de geschikte draagconstructie zijn de verantwoordelijkheid
van het bedrijf dat het apparaat bezit.
Inspectie van de lastketting
Inspecteer de lastketting op voldoende smering, externe gebreken, vervormingen,
scheurtjes, slijtage en corrosie.
Inspectie van het kettingeindstuk
Het kettingeindstuk moet altijd worden bevestigd aan het losse uiteinde van de
onbelaste streng. Deze mag niet versleten of beschadigd zijn.
Inspectie van de boven- en onderhaak
De boven- resp. onderhaak moet op scheuren, vervormingen, beschadigingen, slijtage
en corrosie gecontroleerd worden. De veiligheidsbeugel moet vrij kunnen bewegen en
volledig functioneren.
Inspectie van de kettingverloop in het onderblok
Alle apparaten met twee of meer kettingstrengen moet worden gecontroleerd voordat
het eerste gebruik om ervoor te zorgen dat de lastketting niet gedraaid of vervlochten
is. Bij takels met twee of meer strengen kunnen de kettingen worden verdraaid als het
onderblok omgeslagen is.
Bij het vervangen van de ketting, controleer dat de kettingverloop juist is. De
schalmlassen moeten naar buiten wijzen.
Plaats alleen kettingen die toegelaten zijn door de fabrikant. Het niet respecteren van
deze specificaties zal tot gevolg hebben dat de garantie met onmiddellijke ingang
vervalt.
Functionele test
Voor de ingebruikname moet de goede werking van de kettingaandrijving worden
getest in onbelaste toestand.
F
UNCTIE
/G
EBRUIK
Installatie, onderhoud en gebruik
De personen belast met de installatie, het onderhoud of het onafhankelijk gebruik van
het hijstoestel moeten vertrouwd zijn met de werking van de apparaten.
Deze personen moeten specifiek voor de installatie, het onderhoud en het gebruik
worden aangewezen door het bedrijf. Bovendien moeten ze bekend zijn met de
geldende veiligheidsvoorschriften.
Kettingvrijloop
De schakelpal in neutrale stand zetten. De lastketting kan nu snel in beide richtingen
worden getrokken en op voorspanning gebracht worden.
LET OP: De minimale last nodig voor het automatisch sluiten van de rem is
tussen de 30 en 45 kg.
Gebruik van de ERGO-hendel
Als het geïntegreerde handvat bij de hendel moet worden gebruikt, kan het in voor- of
achterwaartse positie worden geklapt. Het handvat klikt op zijn plaats me een duidelijk
hoorbaar klikgeluid. De conische houder van het handvat moet ten alle tijden vrij van
vuil zijn. Indien nodig, moet de houder, evenals de verwante onderdelen worden
gereinigd.
1.
2.
CLICK
CLICK
K