8
1.8 OMGEVINGSTEMPERATUUR EN LUCHTCIRCULATIE
Voor luchtgekoelde apparatuur, is de maximum omgevingstemperatuur voor werking 32°C. Correcte werking
kan niet worden gegarandeerd bij hogere temperaturen. De machine kan veilig in werking worden gesteld tot
een maximumtemperatuur van 38°c. Gescheiden opgestelde koeleenheden dienen te worden geïnstalleerd in
speciale ruimtes of buiten, beschermd tegen direct zonlicht door een afdak of dakconstructie (voor de rekening
van de koper). Voldoende luchtcirculatie moet te allen tijde worden gegarandeerd.
CONDENSAAT AFVOERVERBINDING
Installeer een condensaat/waswater afvoerslang zoals op de afbeelding.
UITSCHAKELPROCEDURES
In het geval van een noodsituatie, verwijder de stekker uit het stopcontact.
1.9 GEBRUIKSTRIPS
Voor het opstarten van het apparaat, maak de binnenkant van de cel grondig schoon.
VOORKOELEN
Voor het eerste gebruik van het apparaat, of na een lange periode niet gebruik te zijn geweest, koel de cel voor,
door een lege cyclus in werking te stellen totdat de ingestelde functioneringstemperatuur is bereikt. Om de
optimale prestatie te garanderen zonder enige aantasting van de voedselkwaliteit:
Stel de voedselproducten zo op dat de circulatie van koude lucht door de koelcel gestimuleerd wordt;
Open de deur zo min mogelijk.