27
Het opslaan van frequenties
Programmering
Uw handscanner beschikt over 500 opslaggeheugens. Deze
zijn verdeeld over 10 databanken om de oproep van data
gemakkelijker en sneller te maken. De opgeslagen frequenties
worden in een EEPROM opgeslagen, zodat er geen
opslagbatterij of een duurzame stroomtoevoer benodigd is.
Stel nu eerst een frequentie naar keuze in en corrigeer
eventueel het modulatietype en houdt de
[ENT]
-toets circa 1
sec. ingedrukt. In het display lichten nu de mededelingen
“Bank”, “CH” en de door u ingestelde frequentie op. Door
middel van het eerste cijfer dat u indrukt, kiest u de bank waar
de frequentie moet worden opgeslagen. Dat kunnen de cijfers
1, 2 ,3, ... of 0 zijn. De volgende cijfercombinatie bepaalt het
opslaggeheugen binnen de bank. Dat kan de volgende
cijfercombinatie zijn 00,01,02,03, ... of 49. Om het
opslaggeheugen te bevestigen, dient u de
[ENT]
-toets in te
drukken. Als u zich tijdens het opslaan van de data heeft
vergist, kunt u de opslagprocedure beÎindigen door de
[CLR]
-
toets in te drukken.
Als een opslaggeheugen reeds bezet is, wordt u voor
bevestiging van de frequentie door een afwisselend oplichten,
op het oude en het nieuwe opslaggeheugen, attent gemaakt.
Als u de nieuwe frequentie bevestigt, wordt het oude
opslaggeheugen overschreven.
Het oproepen van een opslaggeheugen
Om vanuit bank 4 opslaggeheugen 32 op te roepen, dient u na
elkaar de
[SCAN] [4] [3] [2]
toetsen in te drukken. Als in dit
opslaggeheugen geen frequentie is opgeslagen, verschijnt er
“– – – – – – – –” .U dient geen nieuwe cijfercombinaties in te
voeren, zonder eerst op
[SCAN]
te drukken.
Het wissen van een opslaggeheugen
Roept u het te wissen opslaggeheugen op. Druk vervolgens na
elkaar de
[F]
en de
[7]
-toets in. Nadat het opslaggeheugen is
gewist, verschijnt het volgende ingevoerde opslaggeheugen,
dat minder data bevat.
Het wissen van een hele geheugenbank
Drukt u net zo vaak op de
[SCAN]
-toets, totdat het woord
“bank” in het display verschijnt. Door middel van de
draaischakelaar of met de
[
/•]
toets en de
[
]
toets, kunt u
de te wissen geheugenbank kiezen. Schakel het apparaat uit,
terwijl u de
[PWR]
-toets circa 1 sec. lang ingedrukt houdt.
Houdt u nu de
[7]
-toets ingedrukt en schakel het apparaat
weer in. De overeenkomstige geheugenbank is nu volledig
gewist. Deze wisprocedure is niet omkeerbaar!
Opslaggeheugen-zoekcyclus
De tevens als SCAN aangemerkte functie, heeft als taak de
door u opgeslagen frequenties op radioverkeer te doorzoeken.
Om van deze zoekcyclus gebruik te kunnen maken, dienen
vooraf frequenties in het geheugen te worden opgeslagen.
Hierbij zijn twee verschillende mogelijkheden van toepassing.
Zoekcyclus langs de opslaggeheugens van een
geheugenbank
Roep een opslaggeheugen op uit de geheugenbank, dat u wilt
doorzoeken. Houdt vervolgens de
[SCAN]
-toets circa 1 sec.
ingedrukt en de zoekcyclus door alle in deze geheugenbank
opgeslagen frequenties, start. Door middel van de
[
/•]
toets
en de
[
]
toets kunt u de richting van de zoekcyclus
veranderen.
Zoekcyclus langs de opslaggeheugens van meerdere
geheugenbanken
Om de data van meerdere geheugenbanken te doorzoeken,
dienen de geheugenbanken met elkaar te worden
gecombineerd. Om die reden is deze functie Linkscan
genaamd. Om de gewenste opslaggeheugens met elkaar te
combineren, dient u eerst
[SCAN]
in te drukken, totdat het
woord “bank” in het display verschijnt. Druk daarna kort op de
[F]
-toets en houdt daarna de
[SCAN]
-toets circa 1 sec.
ingedrukt. Het display geeft nu een andere mededeling weer.
Er verschijnen nu 10 koppeltekens (een voor elke
geheugenbank) en het woord “OF”. Door de
[
/•]
toets of de
[
]
toets in te drukken, verandert het display in “ON”, hetgeen
aantoont dat de LinkScan-functie geactiveerd is. Door middel
van de cijfertoetsen kunt u de geheugenbanken direct
invoeren. Als een cijfer tweemaal wordt ingevoerd, verschijnt er
opnieuw een koppelteken. Om de programmering te
beëindigen, dient u kort op de
[ENT]
-toets te drukken. Als u nu
de
[SCAN]
-toets 1 sec. ingedrukt houdt, zal LinkScan starten.
Het selecteren van opslaggeheugens
Gedurende de zoekcyclus langs de opslaggeheugens kan het
gebeuren dat de zoekcyclus voortdurend op dezelfde plaats
stopt, omdat er een signaal binnen komt. Dit kan een
storingsbron zijn die ook wel “birdie” wordt genoemd (zie het
hoofdstuk “birdies”) of gewoon een programma die u niet erg
interesseert. Uw handscanner beschikt over de mogelijkheid
zulke opslaggeheugens tijdens de zoekcyclus over te slaan (ze
worden niet gewist).
Als uw scanner de zoekcyclus stopt en u wilt dit kanaal
selecteren dan dient u na elkaar de
[F]
toets en de
[8]
-toets in
te drukken. Dit opslaggeheugen wordt dan van het woord “CH
PASS” voorzien en vanaf dat moment overgeslagen.
Als u dit opslaggeheugen weer in de zoekcyclus wilt
betrekken, dient u opnieuw de
[F]
en de
[8]
-toets in te
drukken. De markering “CH PASS” verdwijnt nu uit het display
van dit geheugen.
Handige hulpfuncties
Vertraging van de zoekcyclus
Bij levering is uw scanner op de volgende wijze ingesteld: als
tijdens de zoekcyclus een zendsignaal wordt opgevangen,
stopt de zoekcyclus net zo lang totdat het signaal is
verdwenen. Komt er geen signaal meer binnen, dan wordt de
zoekcyclus direct voortgezet. Het is echter soms zinvol om
nog een klein moment te wachten, in het geval de andere partij
een antwoord stuurt (dit is in het radioverkeer meestal
gebruikelijk). Uw scanner is ook van deze functie voorzien.
Hierbij kunt u een keuze maken uit waarden die tussen de 0 en
de 9,9 sec. liggen. Bij het instellen van de vertragingstijd, dient
u na elkaar de
[F]
en de
[6]
-toets in te drukken. Door middel
van de draaischakelaar of met de
[
/•]
en de
[
]
toetsen,
kunt u de tijd naar keuze instellen en kunt u deze keuze
bevestigen door middel van de
[ENT]
-toets. Deze functie is
tijdens de zoekcyclus voortdurend geactiveerd en dient niet
afzonderlijk te worden gekozen
B110RB (COM610) Manual m/l 28/7/00 1:38 pm Page 27