Instructiehandleiding Model A (NL) V.1 / Compac 2014 / lvm
3
Smeer de luchtmotor door een beetje olie in de luchtaansluiting te spuiten. Smeer de cilinderwand en
verspreid de olie door de krik te heffen naar de allerhoogste positie.
Iedere maand:
Smeer alle bewegende delen met enkele druppels olie. Inspecteer dan meteen ook de krik en de
verlengstukken op beschadigingen en op slijtage.
Oliepeil:
Belangrijk: Bij een te hoog oliepeil kan er olie weglekken.
Doe niet te veel olie in deze krik. Het is belangrijk dat het oliepeil correct is.
Controleer altijd het oliepeil met de krik in horizontale positie en met de hefzuiger in de laagste stand.
Het oliepeil is correct wanneer de olie tegen de onderrand van de opening aan zit.
Overtollige olie moet worden afgetapt door de oliedop [A] aan de zijkant van het oliereservoir los te draaien
(zie Fig. 1). Laat alle overtollige olie weglopen uit de uitloopopening. Wanneer er geen olie meer uit de opening
komt, draait u de oliedop weer vast. Het oliepeil is nu correct.
Specificaties olie:
U kunt Castrol ATF DEX II of soortgelijke olie met dezelfde specificaties gebruiken.
! GEBRUIK NOOIT REMVLOEISTOF!
Mogelijke problemen en hoe u deze kunt oplossen:
1.
Er is olie in het luchtsysteem terechtgekomen:
De meestvoorkomende reden dat er olie terechtkomt in het luchtsysteem is dat er
op onjuiste wijze wordt omgegaan met de krik of dat het oliepeil te hoog is.
Als er door verkeerde hantering van de krik olie lekt, is er GEEN reparatie nodig.
Als er olie in het luchtsysteem terecht is gekomen, zal het, in de vorm van olienevel, naar buiten komen via
de dempinrichting / het filter van de luchtpomp. Als u bovengenoemde instructies naleeft (zie
'Waarschuwingen' en 'Oliepeil'), hoeft u geen verdere actie te ondernemen. De olie zal vanzelf uit het
luchtsysteem naar buiten komen en de ongewone olienevel zal langzaam afnemen en uiteindelijk stoppen.
2.
De krik bereikt de maximumhoogte niet en de pomp blijft maar draaien:
Controleer het oliepeil en vul, indien nodig, olie bij.
3.
De luchtpomp werkt langzaam:
De luchtpomp is onvoldoende gesmeerd, er is een probleem met de luchttoevoer.
Controleer of er olie in de luchtsmeerinrichting zit; controleer of de smeerinrichting goed werkt.
Controleer de luchtdruk; controleer of het luchtsysteem niet geblokkeerd is.
4.
De regelklep kan niet worden bewogen of beweegt heel langzaam, ook met druk op het systeem:
De luchttoevoer is wellicht heel waterig en het smeerlaagje in de klep is weggespoeld. Inspecteer de
waterscheider en smeerinrichting bij de luchttoevoer. Draai de sluiting van de bedienklep los en vul de klep
met olie. Bedien de klep een flink aantal keren zonder dat de perslucht is aangesloten.
Geef de krik vaker enkele druppels olie.
5.
(Bij vriesweer) De krik pompt niet:
Er zit te veel water in de luchttoevoer en het water is bevroren. Monteer een waterscheider met
smeerinrichting aan de luchttoevoer.
Vervang de olie van de krik als er water in de olie zit.
6.
Na intensief gebruik kunnen storingen optreden vanwege versleten oliedichtingen:
Vervang de oude versleten dichtingen door nieuwe exemplaren.
Afvoer:
Wanneer de krik na diverse jaren versleten is en ontmanteld moet worden, moet u de olie aftappen en volgens
de lokale voorschriften afvoeren.