96
Aansluitend verschijnt een venster waarin u de volgende instellingen kunt invoeren:
„Unit and Coordination” (a)
1. „Distance unit: Metric”.
Er worden kilometers resp. meters voor
de weergave gebruikt.
2. „Distance unit: Imperial”:
Er worden mijlen resp. feet voor de weer-
gave gebruikt.
3. „Lat/Long: Degrees, Minutes,
Seconds”:
De breedte- en lengtegraad worden in
graden, minuten en seconden weerge-
geven.
4. „Lat/Long: Degrees”:
De breedte- en lengtegraad wordt in decimale graden weergegeven.
„Track” (b)
1. Hier defi nieert u de tijd in minuten die als scheidingspunt voor verschillende routes geldt.
„Photo” (c)
1. „Photo time zone”
Stel de tijdzone in die overeenkomt met de tijdzone-instelling van de camera, waarmee de aan
de wegpunten toegekende foto's kunnen worden aangemaakt.
2. „Max Photo/track diff time”
Hier voert u het max. verschil tussen de opnametijd en de opslagtijd van het wegpunt in, tot daar
waar het beeld aan het wegpunt is toegekend.
3. „Group photos when distance is less than”
Als de afstand tussen twee foto's minder is dan de ingestelde waarde, worden beide foto's aan
een locatiemarkering toegekend.
1-2
3
4
1
1
2
3
1
1
a
b
c
d
e
Summary of Contents for 37 27 38
Page 111: ...109...
Page 112: ...110...
Page 113: ...111...
Page 115: ...00086040bda indd 1 00086040bda indd 1 14 10 2009 8 53 16 Uhr 14 10 2009 8 53 16 Uhr...
Page 116: ...00086040bda indd 2 00086040bda indd 2 14 10 2009 8 53 17 Uhr 14 10 2009 8 53 17 Uhr...