100
101
Bij elke plotselinge of aanzienlijke luchtdrukverandering wijzigen de weersymbooltjes
overeenkomstig om de weersverandering aan te geven. Als de weerplaatjes niet veranderen
betekent dit dat de luchtdruk niet veranderd is, of dat de wijziging te traag is geweest om door het
weerprojectiestation te kunnen worden geregistreerd. Als het vertoonde weersymbooltje een zon of
regenwolk is, zal het niet veranderen als het weer beter (zonnetje) of slechter (regenwolkje) wordt,
omdat de weersymbooltjes dan reeds in hun uiterste positie staan.
De vertoonde weersymbooltjes voorspellen het weer in de zin van verbeteren of verslechteren, niet
noodzakelijkerwijs als zonnig of regenachtig, waar de plaatjes letterlijk genomen voor staan. Als
bijvoorbeeld het huidige weer bewolkt is en het weersymbooltje van regen wordt afgebeeld, dan
betekent dit niet dat het toestel defect is, maar laat het zien dat de luchtdruk gedaald is en dat het
weer verwacht wordt slechter te worden; het hoeft niet noodzakelijkerwijs te gaan regenen.
Na het opstarten dienen de weersvoorspellingen van de volgende 1-4 uur
te worden geannuleerd. Het Weerstation heeft namelijk enige tijd nodig om
op constante hoogte luchtdrukgegevens te verzamelen voordat het accurate
voorspellingen kan geven.
Zoals normaal bij weersvoorspellingen kan geen absolute precisie gegarandeerd
worden. De weersvoorspellingen hebben een geschatte precisie van ongeveer
75% vanwege de verschillende functies waarvoor het Weerstation ontworpen is. In
gebieden die onderhevig zijn aan plotselinge weersveranderingen (bijvoorbeeld van
zonnig naar regen) zal het Weerstation meer precies zijn dan in gebieden waar het
weer stabiel is (b.v. hoofdzakelijk zonnig).
Als het Weerstation naar een andere locatie verhuisd die aanzienlijk hoger of lager
dan de vorige (b.v. van de parterre van een huis naar de eerste verdieping), verwijder
dan de batterijen en plaats ze pas weer na ongeveer 30 seconden. Hierdoor zal
het Weerstation de hoogtewijziging niet verkeerd interpreteren als een wijziging in
luchtdruk. Sla opnieuw geen acht op de weervoorspellingen van de eerste 1-4 uur
want het toestel het tijd nodig op constante hoogte te functioneren.
De prognosepijltjes
De weerplaatjes werken in combinatie met de prognosepijltjes (naar boven en naar beneden
wijzende pijltjes). Wanneer de indicator naar boven wijst betekent dit dat de luchtdruk stijgt en het
weer verwacht wordt te verbeteren. Wijst het pijltje echter naar beneden, dan betekent dit dat de
luchtdruk daalt en het weer verwacht wordt te verslechteren.
Zo kunnen we aflezen in welke mate het weer veranderd is en nog verwacht wordt te zullen
veranderen. Als bijvoorbeeld het weerpijltje naar beneden wijst en het wolkje met zonnetje
worden vertoond, dan was de laatst merkbare weersverandering toen het zonnig weer was (enkel
weersymbooltje van zon). De volgende verandering zal dus het pictogram van het regenwolkje zijn
want het pijltje wijst naar beneden.
Als de weerpijltjes een verandering in luchtdruk hebben geregistreerd, blijven ze
permanent op het scherm staan.
N) Weergave binnentemperatuur en vochtigheid
De binnentemperatuur en vochtigheid worden automatisch gemeten en weergegeven op het vier
deel van het scherm.
O) Weergave buitentemperatuur
Op het laatste sectie van het scherm wordt de buitentemperatuur weergegeven; als meer dan een
zender wordt gebruikt geeft een ontvangstsignaal en nummer ernaast aan van welke zender de
gemeten waarde afkomstig is.
P) Weergave maximum en minimum binnenregistraties
In normale weergavestand driemaal op de “MIN/MAX” toets () drukken. Nu worden de
maximum binnentemperatuur en vochtigheid weergegeven. Ook het tijdstip van deze
registratie wordt vertoond.
Druk nogmaals op de “MIN/MAX” toets () om de minimum binnentemperatuur en vochtigheid
weer te geven. Ook het tijdstip van deze registratie wordt vertoond.
Q) Annuleren maximum en minimum binnenregistraties
In normale weergavestand driemaal op de “MIN/MAX” toets () drukken. Nu wordt de maximale
binnenregistratie weergegeven.
Houd de “SET” toets (1) ongeveer 3 seconden ingedrukt zodat alle minimum en maximum
binnengegevens worden teruggesteld op de huidige tijd, datum, temperatuur en vochtigheid.
De max/min temperatuur van het op dat moment geselecteerde buitenkanaal
worden tegelijkertijd teruggesteld.
R) Weergave maximum en minimum buitenregistraties
In normale weergavestand de “CH/ +” toets (3) indrukken om het gewenste kanaal te selecteren.
Boven de waarde van de buitentemperatuur staat het kengetal van het geselecteerde kanaal.
Druk op de “MIN/MAX” toets (); nu worden de maximum temperatuur van het geselecteerde
kanaal weergegeven.
Druk nogmaals op de “MIN/MAX” toets () om de minimum temperatuur van het geselecteerde
kanaal weer te geven. Druk op de “ALM” toets (4) om terug te keren naar de normale
weergavestand.
1.
.
1.
.
1.
.
3.