104
105
V) 868 MHz Ontvangst
Het Weerstation zou de gegevens van de temperatuur en vochtigheid binnen 5 minuten na het
opstarten moeten weergeven. As deze gegevens na 5 minuten nog niet kunnen worden afgelezen
(scherm geeft weer “- -. -” na 3 mislukte ontvangstpogingen) controleer dan de volgende punten:
Het Weerstation en de zender(s) moeten tenminste 1.5- meter verwijderd te zijn van mogelijke
storingsbronnen zoals computermonitoren of TV-toestellen.
Plaats het Weerstation niet in de onmiddellijke nabijheid van metalen raamkozijnen.
Het gebruik van elektrische producten zoals hoofdtelefoon en luidsprekers die op hetzelfde
frequentiesignaal werken (868 MHz) kan de goede ontvangst belemmeren.
Interferentie kan ook veroorzaakt worden door naburige bewoners die elektronische artikelen
gebruiken die ook via het 868 MHz signaal functioneren.
Nadat het 868 MHz-signaal ontvangen is het batterijvak van het Weerstation of de
zender niet meer openen, omdat de batterijen dan per ongeluk los kunnen schieten
van de contactpinnetjes, hetgeen zou nopen tot het herhalen van de startprocedure.
Gebeurt dit per ongeluk toch, herstart dan beide toestellen (zie Opstarten hierboven)
anders kunnen zendproblemen optreden.
Het zendbereik is ongeveer 100 meter van de zender naar het Weerstation (in vrije
veld). Dit hangt echter af van interferentieniveaus in de omgeving. Als ontvangst
- ondanks inachtneming van deze factoren - niet mogelijk is, dienen alle toestellen
van het systeem opnieuw te worden opgestart.
W) Schermverlichting
De schermverlichting gaat vanzelf AAN als een knop wordt ingedrukt. De verlichting blijft ongeveer
9 seconden aan en gaat dan automatisch UIT.
1.
.
3.
4.
11. Opheffen van storingen
Probleem
Mogelijke oplossing
Geen ontvangst van
het signaal van de
buitensensoren.
De afstand tussen het weerstation en de buitensensoren is te
groot. Wijzig de opstelplaats van de buitensensoren.
Voorwerpen of afschermende materialen belemmeren
de draadloze ontvangst. Hetzelfde geldt voor andere
elektronische apparaten (bv. televisie of computer). Wijzig de
opstelplaats van de buitensensoren of het weerstation.
De batterijen van de buitensensoren zijn te zwak of
leeg. Plaats bij wijze van proef nieuwe batterijen in de
buitensensoren.
Een andere zender met dezelfde of een naburige frequentie
stoort het draadloze signaal van de buitensensoren. Dit
kunnen bv. draadloze hoofdtelefoons, draadloze luidsprekers
of gelijkaardige apparaten zijn. Dergelijke producten worden
meestal niet voortdurend gebruikt. De draadloze ontvangst
kan bv. de volgende dag weer onberispelijk werken (dit
bemoeilijkt dan ook het zoeken van de oorzaak).
•
•
•
•
Storing van andere
apparaten door de
buitensensoren.
De buitensensoren versturen hun gegevens op verschillende
tijdstippen naar het weerstation. In deze korte tijdspanne
zijn er storingen van andere apparaten mogelijk. Er kan
bijvoorbeeld een zeer kort stoorsignaal te horen zijn bij een
draadloze hoofdtelefoon.
•
De buitensensoren
worden niet herkend.
Houd bij het plaatsen van de batterijen rekening met de
volgorde. Plaats eerst de batterij in de buitensensor en
pas daarna de batterijen in het weerstation. Wacht tot het
weerstation een aantal gegevens van de sensoren ontvangt.
Dit kan meerdere minuten duren!
Als er andere draadloze sensoren gebruikt worden (bv. bij
uw buurman), kan dit storingen bij de ontvangst veroorzaken.
Gebruik een ander zendkanaal bij de buitensensoren.
Soms helpt het ook als u het weerstation en de sensoren
verplaatst.
•
•
•