16. Algemene omgang met zonnelampen
De lichtduur varieert volgens seizoen, afhankelijk van de duur en sterkte van het
overdag ontvangen zonlicht en de daaruit resulterende laadtoestand van de batterij.
Gedurende langere periodes zonder voldoende zonlicht, met name in de winter,
kan het gebeuren dat de laadtoestand van de batterijen te gering is om verlichting te
waarborgen. De batterij wordt overdag met minder energie opgeladen dan geacti-
veerde LED’s energie afnemen.
17. Vervanging van de batterij
Als de batterijspanning te laag is, is het mogelijk dat de LED’s voor kortere tijd geac-
tiveerd worden zoals door u ingesteld. Breng in dat geval de “AAN/UIT”-schakelaar
in de stand “I” en laad de batterij op zonder de “AAN/UIT”-schakelaar in de stand
“O” te zetten. Daartoe moet de zonnecel aan minstens 8 uur per dag optimale zon-
neinstraling worden blootgesteld.
Als de geïntegreerde batterij haar levenseinde heeft bereikt, is het nodig de batterij
te vervangen.
Laat de vervaving van de batterij uitsluitend door een vakman gebeuren.
Ga als volgt te werk voor het vervangen van de batterij:
• Zet de schakelaar „ON/ OFF“ in de stand „O“.
• Verwijder de bevestigingsschroeven van de behuizing.
• Verwijder de batterij voorzichtig.
• Duid de leiding aan die aan de pluspool wordt aangesloten en ga op dezelfde
manier tewerk voor de leiding van de minpool. Dit is nodig om een poolverwisse-
ling te voorkomen.
• Ontkoppel de leidingen van de batterij en sluit de beide aansluitsnoeren met de
polen in de juiste richting aan de nieuwe batterij aan (loodbatterij 6V/DC of
12V/DC 4 Ah).
• Zet de batterij voorzichtig in de behuizing terug.
• Sluit het batterijdeksel terug af door de bevestigingsschroeven opnieuw te
bevestigen en let erop dat de aansluitsnoeren van de batterij niet gekneld zijn.
58
Summary of Contents for 11 04 47
Page 63: ...63...