129
Wordt „Auto“ ingesteld (basisinstelling af fabriek), dan berekent de rijregelaar uit de bij het inschakelen
gemeten accuspanning het cellenaantal automatisch. Dit leidt echter bij de aansluiting van niet volledig
opgeladen rijaccu’s tot een verkeerd cellenaantal!
Bij het inschakelen van de rijregelaar geeft het knipperen van de groene LED en de pieptonen van de
motor het herkende cellenaantal weer. Houd hiervoor rekening met hoofdstuk 8. h).
a) Spanning onder 8.8V: 2-cellige LiPo-rijaccu
b) Spanning tussen 8.8 en 17.6V -> 4-cellige LiPo-rijaccu (juist bij dit voertuig)
c) Spanning hoger als 17.6V -> 6-cellige LiPo-rijaccu
De uitschakelspanning voor de onderspanningsbescherming bij NiMH-accu’s wordt berekend uit het samenspel van
het ingestelde LiPo-cellenaantal en de spanning die bij de onderspanningsbescherming werd ingesteld.
Voorbeeld: Worden NiMH-accu’s op de rijregelaar aangesloten (2 identieke NiMH-rijaccu’s met telkens 6 cellen), dan
stelt u in functie #12 als accutype „4 cellen LiPo“ in. Bij functie #3 stelt u de onderspanningsherkenning op 2.6V/cel in.
Dit geeft voor de NiMH-rijaccu een uitschakelspanning van 4 x 2.6V = 10.4V.
c) Basisinstelling van de rijregelaar herstellen (reset)
Het terugzetten van de rijregelaar is niet mogelijk wanneer deze zich in de programmeermodus bevindt.
• Plaats het voertuig op een geschikte ondergrond, zodat de wielen vrij kunnen draaien. Neem de aandrijving van het
voertuig niet vast; houd het voertuig niet aan de wielen vast.
Let op!
Onmiddellijk na de reset loopt de motor aan, aangezien ook de neutrale stand en de volgasstand voor
vooruit-/achteruitrijden werden teruggezet.
• Neem eerst de zender en vervolgens het voertuig in gebruik. Schakel de zender in, sluit twee rijaccu’s op de rijregelaar
aan.
Schakel de rijregelaar in en wacht een paar seconden. De rijregelaar bevindt zich nu in de normale bedrijfsstand,
het voertuig is bestuurbaar (sturen, vooruit-/achteruitrijden).
• Houdt nu de setup-toets gedurende ca. 3 seconden ingedrukt en dan knipperen de rode en groene LED’s
gemeenschappelijk. Laat nu dan de toets weer los.
Nu zijn alle programmeringen van de rijregelaar naar de fabrieksinstellingen teruggezet.
Aangezien ook de neutrale stand en de volgasstand voor vooruit- en achteruitrijden werden teruggezet,
loopt nu in de regel de motor aan!
Voer nu ook zoals al in hoofdstuk 10. a) beschreven de programmering van de neutrale stand en de
volgasstand voor vooruit- en achteruitrijden uit.
Summary of Contents for 23 72 14
Page 138: ...138 ...
Page 139: ...139 ...