135
De reikwijdte tussen zender en voertuig is slechts heel gering
• Trek de telescopische antenne op de zender volledig uit.
• De antennekabel van de ontvanger is nog opgerold. Rol deze af en monteer het meegeleverde antennebuisje, zie
hoofstuk 8. b).
• De rijaccu’s zijn zwak of leeg. Vervang de beide rijaccu’s door nieuwe, volledig opgeladen exemplaren.
• Controleer de batterijen/accu’s in de zender en vervang deze evt.
• Er zijn misschien storingen of andere modellen op de frequentie van de door u gebruikte zender/ontvanger. Vervang
de kristallen in de zender en ontvanger, zie hoofdstuk 12.
Het rechtuitrijden klopt niet.
• Stel op de zender de trimming voor de stuurfunctie juist in.
• Controleer de stuurstangen, resp. de instelling voor het spoor.
• Heeft het voertuig een ongeval gehad? Dan controleert u het voertuig op defecte of gebroken onderdelen en vervangt
u deze.
Sturen in tegenstelling tot de beweging van de draaiwiel op de zender
• Activeer op de zender de reverse-instelling voor de stuurfunctie.
Rijfunctie in tegenstelling tot de beweging van de gas-/remhendel op de zender
Normaal gezien moet het voertuig naar voor rijden wanneer de gas-/remhendel op de zender naar de greep toe wordt
getrokken.
• Activeer op de zender de reverse-instelling voor de rijfunctie.
• Verander de programmering van de draairichting van de rijregelaar, zie hoofdstuk 10. b), functie #11.
• Wanneer de brushless-motor van de rijregelaar wordt uitgeschakeld en opnieuw wordt ingeschakeld, dan klopt de
toewijzing van de 3 verbindingskabels tussen motor en rijregelaar niet. Wissel gewoon twee van de drie kabels
tussen motor en rijregelaar met elkaar. Dan keert de draairichting van de brushless-motor om.
Geen remfunctie van de rijregelaar of niet achteruitrijden
• Controleer de programmering van de rijregelaar, zie hoofdstuk 10. b), functie #1, #5 en #7..
• Houd rekening met hoofdstuk 8. j). Activeer evt. op de zender de reverse-instelling voor de rijfunctie.
De motor geeft na het inschakelen van de rijregelaar ongeveer elke seconde een dubbele pieptoon weer
• De accuspanning is te hoog of te laag. Controleer of u de juiste rijaccu’s aangesloten heeft, zie vb. hoofdstuk 8. g).
• Programmeer het juiste cellenaantal (zie hoofdstuk 10. b), functie #12); wissel van instelling „Auto“ naar instelling
„4 cellen“.
Summary of Contents for 23 72 14
Page 138: ...138 ...
Page 139: ...139 ...